1.5 Goden en mummies

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de Lessonup!
  4. Ben je zover? Toppertje 
  5. Welke Egyptische goden kun je vinden op Google?

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de Lessonup!
  4. Ben je zover? Toppertje 
  5. Welke Egyptische goden kun je vinden op Google?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling paragraaf 1.4
  2. Leerdoelen
  3. Start maken 1.5 Goden en mummies
  4. Natuurgodsdiensten
  5. 5 belangrijkste goden
  6. Het dodenboek van Hoenefer
  7. Aan de slag! 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Door irrigatielandbouw kon Egypte veel voedsel produceren.

Wat betekent irrigatielandbouw?
A
Dat je huizen op het land bouwt.
B
Landbouw met behulp van kanaaltjes graven.
C
Landbouw zonder gebruik van water.
D
Landbouw door gebruik van dieren.

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Wat is een ambacht?
A
Een beroep waarbij goederen of waren worden gemaakt.
B
Een beroep dat in de industrie een grote rol speel.
C
Een getal dat werd gebruikt in de middeleeuwen.
D
Een groot blok metaal waarop de smid zijn werktuigen aansloeg.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Zet de personen op de juiste plek
Ontstaan gelaagde samenleving in Egypte.

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Wat wordt er bedoeld met:
'Het geschenk van de Nijl'

Leg uit.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je:
  1.  Hoe het Egyptische geloof tot stand is gekomen. 
  2. Je weet waarom we het Egyptische geloof een natuurgodsdienst noemen.
  3. Ook ken je de 5 belangrijkste Egyptische Goden.
  4. En weet je hoe de overledenen Egyptenaren het dodenrijk betraden.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.5 Goden en mummies

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurgodsdienst
  • Ze zagen veel in de natuur gebeuren, die ze niet altijd snapten.
  • Zochten naar verklaringen?
  • Dingen in de natuur worden aanbeden.
  • Goden moesten al deze onverklaarbare dingen veroorzaken.
  • Onverklaarbare dingen moesten een verklaring hebben; Goden
  • Veel goden zagen eruit als dieren.
  • Veel Goden.
Jakhals
De Egyptenaren zagen jakhalzen (soort wilde honden) bij de graven van overleden mensen. Daarom beeldden ze Anubis, de god van de begraafplaatsen, af met de kop van een jakhals.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LD: Natuurgodsdiensten

Wat betekent dat?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Osiris
  • Oppergod (belangrijkste god) 
  • God van het Dodenrijk
  • Hij wordt gezien als eerste koning van Egypte
  • Afgebeeld als mummie, omdat hij door zijn jaloerse broer Seth in 14 stukken is gehakt
  • Isis heeft Osiris gemummificeerd om het lichaam weer heel te maken.
God Seth
Seth werd gezien als de god van de woestijn, chaos, onvruchtbaarheid, van stof en kale grond en als een vijand van de mens.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Isis
  • Godin van de Vruchtbaarheid.
  • Uit de tranen van Isis is de Nijl ontstaan.
  • Vrouw van Osiris.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Horus
  • God van de koningen.
  • God van de hemel.
  • Zoon van Osiris en Isis.
  • Afgebeeld als havik.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anubis
  • God van de doden/ begraafplaats.
  • Begeleider van de doden.
  • (Kop van een) jakhals
  • Jakhalzen werden vaak gezien in de buurt van graven.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ra
  • Zonnegod.
  • Afgebeeld als valk.
  • Later samengevoegd met de god Amon tot Amon-Ra.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

n
Egyptische dodenboek van Hoenefer
Veer der waarheid
Weegt de veer zwaarder dan het hart? Dan heeft de overledene een goed leven geleefd en mag het binnentreden tot het dodenrijk.
Hart van de overledenen
Weegt het hart zwaarder dan de veer, dan heeft de overledenen geen goed leven geleefd en wordt de overledenen verslonden door de God Ammit.
God Ammit
Ze heeft het hoofd van een krokodil, de voorpoten van een leeuw, en het achterlijf van een nijlpaard. In het Egyptische dodenrijk at Ammit de zielen van mensen die niet goed hadden geleefd, zodat ze geen rust zouden vinden.
Weegschaal
Oppergod Osiris
Anch
Levenskruis/eeuwig leven na de dood.
God Anubis
God van de doden en begraafplaats. 
Hij begeleidt de doden

Slide 17 - Diapositive

Anch - Levenskruis/eeuwig leven na de dood.
Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  1.  Hoe het Egyptische geloof tot stand is gekomen.
  2. Je weet waarom we het Egyptische geloof een natuurgodsdienst noemen.
  3. Ook ken je de 5 belangrijkste Egyptische Goden.
  4. En weet je hoe de overledenen Egyptenaren het dodenrijk betraden.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LD: Welke functie hoort bij welke God?








Isis
Oppergod en God van het dodenrijk
God van de doden
Godin van de vruchtbaarheid
God van de zon

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen.
LD1: Hoe het Egyptische geloof tot stand is gekomen.
LD2: Je weet waarom we het Egyptische geloof een natuurgodsdienst noemen.
LD3: Ook ken je de 5 belangrijkste Egyptische Goden.
LD4: En weet je hoe de overledenen Egyptenaren het dodenrijk betraden.
Ja!!
Nee, totaal niet...
Nog niet, wel bijna!

Slide 20 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Boek 1 vmbo-t/havo
Paragraaf 1.5 Goden en mummies
Opdrachten: 2, 3, 4 & 5

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de Lessonup!
  4. Ben je zover? Toppertje 

Mummie

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling vorige les
  2. Leerdoelen
  3. Afmaken 1.5 Goden en mummies
  4. Leven na de dood
  5. Toetanchamon
  6. Aan de slag! 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Natuurgodsdienst
  • Ze zagen veel in de natuur gebeuren, die ze niet altijd snapten.
  • Zochten naar verklaringen?
  • Dingen in de natuur worden aanbeden.
  • Goden moesten al deze onverklaarbare dingen veroorzaken.
  • Onverklaarbare dingen moesten een verklaring hebben; Goden
  • Veel goden zagen eruit als dieren.
  • Veel Goden.
Jakhals
De Egyptenaren zagen jakhalzen (soort wilde honden) bij de graven van overleden mensen. Daarom beeldden ze Anubis, de god van de begraafplaatsen, af met de kop van een jakhals.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

n
Herhaling: Egyptische dodenboek van Hoenefer
Veer der waarheid
Weegt de veer zwaarder dan het hart? Dan heeft de overledene een goed leven geleefd en mag het binnentreden tot het dodenrijk.
Hart van de overledenen
Weegt het hart zwaarder dan de veer, dan heeft de overledenen geen goed leven geleefd en wordt de overledenen verslonden door de God Ammit.
God Ammit
Ze heeft het hoofd van een krokodil, de voorpoten van een leeuw, en het achterlijf van een nijlpaard. In het Egyptische dodenrijk at Ammit de zielen van mensen die niet goed hadden geleefd, zodat ze geen rust zouden vinden.
Weegschaal
Oppergod Osiris
Anch
Levenskruis/eeuwig leven na de dood.
God Anubis
God van de doden en begraafplaats. 
Hij begeleidt de doden

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Welke functie hoort bij welke God?








Isis
Oppergod en God van het dodenrijk
God van de doden
Godin van de vruchtbaarheid
God van de zon

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je:
  1. Hoe een overledenen werd gemummificeerd.
  2. Waarom een overledenen gemummificeerd werd.
  3. Ook weet je het verschil tussen een directe bron en een indirecte bron.
  4. En ken je het verhaal van Toetanchamon en Cleopatra.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Leven na de dood

Egyptenaren geloven in een leven na de dood:

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen.
2. Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Het lichaam wordt na ongeveer 30 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie.
4. Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat.
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.
Sacrabee
Een scarabee is een Oud-Egyptisch siervoorwerp, meest een amulet of zegel, in de vorm van een heilige pillenkever. Dit diertje, dat zelf ook wel scarabee wordt genoemd, is een soort mestkever. Mestkevers verzamelen mest van herbivoren, zoals paarden en kamelen, waarin nog veel onverteerde vezels zitten. Daar draaien ze ballen van waar ze hun eieren in leggen.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begraven
  • Eerst in piramiden, maar dat kostte veel tijd om te maken.
  • En ze vielen nogal op (?)
  • Leeggeroofd!
  • Vallei der Koningen.
  • Rotsgraven in het zuiden van Egypte begraven. 
  • Ook veel plunderingen.
  • Maar niet allemaal....

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoorde niet bij het maken van een mummie?
A
Hersens er uit halen.
B
Lichaam in zout leggen.
C
Organen in potten stoppen.
D
Lichaam beschilderen.

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

LD: Waarom werd er een mummie van een farao gemaakt
A
Dan konden ze hem ten toon stellen.
B
Hij had zijn lichaam nodig in het dodenrijk.
C
Hij was niet echt door.
D
Anders ging hij stinken.

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





Het graf van Toetanchamon

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toetanchamon
  • 1333 - 1323 v. Chr.
  • 9 jaar oud > Farao
  • 19 jaar oud > Overleden
  • Howard Carter 1922
  • De vloek van de Farao?
Dodenmasker Toetanchamon
Het beroemde gouden masker van farao Toetanchamon werd in 1922 gevonden door de Britse archeologen Howard Carter en George Herbert. Toen de twee archeologen de tombe van Toetanchamon betraden, bleek die nog onaangeroerd te zijn. De farao regeerde ongeveer van 1333-1323 v.Chr.

Slide 39 - Diapositive

De vloek van de farao: Na de ontdekking van zijn graf ontstond er een legende over een "vloek van de farao." Verschillende mensen die betrokken waren bij de opgraving stierven kort daarna onder mysterieuze omstandigheden, wat bijdroeg aan de mythe. Wetenschappers geloven echter dat het gewoon toeval was of dat er een natuurlijke oorzaak aan ten grondslag lag, zoals blootstelling aan schimmels in het oude graf.
Laatste farao: Cleopatra
  • Farao Cleopatra
  • Regeerde tijdelijk tot broertje oud genoeg was.
  •  Wilde de macht houden!
  • Vijanden en vluchten.
  • Julius Caesar (Ptolemaeus XV)
  • Vernedering tegen Octavianus.
  • Zelfmoord; giftige slangen.
  • Einde van het faraotijdperk! 
Cleopatra
Julius Caesar

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Directe bronnen
  • Zijn in de tijd waarover ze gaan gemaakt.
  • Dagboek Anne Frank
  • Speerpunten
  • Documenten
  • Zijn meestal gemaakt door iemand die bij de gebeurtenis aanwezig was, maar dat hoeft niet altijd.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indirecte bronnen
  • Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was.
  • Heeft de informatie gekregen via andere. 
  • Geschiedenisboek
  • Tijdschriftartikel
  • Documentaire

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de afbeelding een directe of een indirecte bron?
A
Directe
B
indirect

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je:
  1. Hoe een overledenen werd gemummificeerd.
  2. Waarom een overledenen gemummificeerd werd.
  3. Ook weet je het verschil tussen een directe bron en een indirecte bron.
  4. En ken je het verhaal van Toetanchamon en Cleopatra.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LD: Is de afbeelding een directe of een indirecte bron?
A
Direct
B
indirect

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

LD: Is de afbeelding een directe of een indirecte bron?
A
Direct
B
indirect

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen.
LD1: Hoe een overledenen werd gemummificeerd.
LD2: Waarom een overledenen gemummificeerd werd.
LD3: Ook weet je het verschil tussen een directe bron en een indirecte bron.
LD4: En ken je het verhaal van Toetanchamon en Cleopatra.
Ja!!
Nee, totaal niet...
Nog niet, wel bijna!

Slide 48 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Boek 1 vmbo-t/havo
Paragraaf 1.5 Goden en mummies
Opdrachten: 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9 & 10

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 51 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 52 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions