Hv2t ne Grammatica 5

Welkom hv2t
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom hv2t

Slide 1 - Diapositive

Programma

  1. 10 minuten stil lezen
  2. 5 Grammatica  Taalkundig ontleden, blz 22-25
  3. Nakijken huiswerk opdracht 1-2-3
  4. Maken opdracht 4
  5. Afsluiting en vooruitblik
  6.  Vooruitblik schrijfopdracht boek 2

Slide 2 - Diapositive

10 minuten lezen

Slide 3 - Diapositive

Wat is taalkundig ontleden?
A
zinsdelen benoemen in een zin
B
woordsoorten benoemen in een zin
C
zinnen splitsen in hoofd- en bijzinnen

Slide 4 - Quiz

Bij taalkundig ontleden ga je
oefenen met:
A
Zelfstandig naamwoord
B
hww/zww/kww
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 5 - Quiz

Wat hoort bij taalkundig ontleden?
A
lidwoord
B
persoonsvorm
C
onderwerp
D
lijdend voorwerp

Slide 6 - Quiz

Wat hoort bij taalkundig ontleden?
A
Zinsdelen
B
Onderwerp
C
Voorzetsel
D
Werkwoordelijk gezegde

Slide 7 - Quiz

Wat is precieze omschrijving van taalkundig ontleden?
A
Het benoemen van de woordsoorten in een zin
B
De zin verdelen in zinsdelen, functie benoemen

Slide 8 - Quiz

Leerdoel Taalkundig ontleden


  • Je leert wat de kenmerken en functie van verschillende woordsoorten zijn in een zin
  • Je kan in een zin bepalen wat verschillende woordsoorten zijn en de bijzonderheden van de woordsoorten uitleggen
  • Je kunt zelf nieuwe voorbeelden bedenken met zinnen die bijzonderheden hebben met woordsoorten

Slide 9 - Diapositive

De nieuwste apps verschijnen binnenkort op de website. Noteer van elk woord in deze zin de woordsoort.

Slide 10 - Question ouverte

De bus rijdt bijzonder langzaam langs de gedeeltelijke wegafzetting. Geef aan hoeveel bijwoorden en bijvoeglijk naamwoorden in de zin staan.
A
1 bijwoord en 1 bijvoeglijk nw
B
2 bijwoorden en 1 bijvoeglijk naamwoord
C
1 bijwoord en 2 bijvoeglijke nw
D
3 bijvoeglijke naamwoorden

Slide 11 - Quiz

Opdracht 1 blz 23
      
        
        
          
            
              
                
              
            
          

          13
          

          

          
            
              
                Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
              
            
          

          
          
            
              
                Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
              
            
          

          
            
              
                Differentiëer
              
            
            

              
                
                  Differentiëer
                
                
                

                
                Instellingen
                
              
            
          

          
    
      
        
 
    
    
    
    
    
    
    
      
        
          
        
      
    
 

    
    

    
    
      
        
          Opdracht 6 nakijken
        
      
    

    
    
      
        6 c   De voordelen van het leren van andere talen:          -    Door het leren van een andere taal kun je effectiever communiceren met sprekers van de taal en het is respectvol naar de sprekers van die taal.    -     Door het leren van een andere taal zal je meer bereid zijn culturele verscheidenheid te waarderen en te koesteren, wat de tolerantie voor en het begrip van andere culturen verhoogt.    -    Meertaligheid beschermt tegen dementie en zorgt voor betere cognitieve prestaties (door flexibele en efficiënte hersenen).    -    Het leren van een tweede taal verandert de hersenen op zo’n manier dat meertaligen betere taalvaardigheden hebben dan niet-meertaligen.
      
    

    
    
 

 
 
 
      
    
    
    
    
      
        
          
          
            
 
    
    
    Slide
 
 
          
          
        
      
    

 
          

          

          
    
    
      
      
    
 
        
      


      

      
      
    t 6 nakijken
1     a     zelfstandige naamwoorden: musical, Sunset Boulevard, Hollywood, jaren
        bijvoeglijke naamwoorden: -
        lidwoorden: De, het, de
    b     zelfstandige naamwoorden: regie, musical, zin, woord
        bijvoeglijke naamwoorden: ouderwets, goede
        lidwoorden: de, het
    c     zelfstandige naamwoorden: privacywet, weken, werking, sportverenigingen, Nederland, administratie, orde
        bijvoeglijke naamwoorden: nieuwe, Europese
        lidwoorden: De

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 1 blz 23
d     zelfstandige naamwoorden: Sportverenigingen, toestemming, ouders, foto’s, jeugdleden
        bijvoeglijke naamwoorden: -
        lidwoorden: -
    e     zelfstandige naamwoorden: aantal, vliegbewegingen, Schiphol, jaren
        bijvoeglijke naamwoorden: afgelopen
        lidwoorden: Het, de
    f    zelfstandige naamwoorden: circusvrachtwagen, olifanten, maandag, snelweg, Spanje
        bijvoeglijke naamwoorden: -
        lidwoorden: Een, een



Slide 13 - Diapositive

Opdracht 2 blz 23

   a     in, van (af hoort bij het werkwoord afspelen)
    b    qua, aan, in, van
    c    over, in, in, in
    d    onder, van, van
    e    van, naar
    f    met, langs, in

Opdracht 3 blz 23

   a      ooit
    b    explosief
    c    altijd, daar, wel
    d    zeker, nog, niet
    e    Waarom, ook, altijd
    f    er, morgen, minstens

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
Maak opdracht 4, blz 23
a. Weet je nog wat voornaamwoorden zijn? Dan kun je direct beginnen.
b. Hulp nodig, dan maken we vraag a samen!

c. Klaar met opdracht 4? Lees blz 24 en maak opdr 6 & 7 (=huiswerk)

Slide 15 - Diapositive

Heb (je) die flyers van een vermiste papegaai gezien die over in de stad hangen?
A
Aanwijzend voornaamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 16 - Quiz

Heb je die flyers van een vermiste papegaai gezien die overal in de stad hangen?
A
persoonslijk voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 17 - Quiz

Heb je die flyers van een vermiste papegaai gezien die overal in de stad hangen?
A
betrekkelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 18 - Quiz

Opdracht 4 blz 23

 
4     a     je (persoonlijk voornaamwoord), die (aanwijzend voornaamwoord), die (betrekkelijk voornaamwoord)
    b     Ik (persoonlijk voornaamwoord), ze (persoonlijk voornaamwoord), haar (bezittelijk voornaamwoord)
    c    Hij (persoonlijk voornaamwoord), wat (betrekkelijk voornaamwoord), zijn (bezittelijk voornaamwoord)
    d    ‘ie (persoonlijk voornaamwoord), zoiets (aanwijzend voornaamwoord), ze (persoonlijk voornaamwoord)
    e    Wie (betrekkelijk voornaamwoord), haar (bezittelijk voornaamwoord)
    f    Dergelijke (aanwijzend voornaamwoord), haar (persoonlijk voornaamwoord)

Slide 19 - Diapositive

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: overmorgen 15 januari
  • Huiswerk: leren blz 22 en lezen blz 24
  • maken opdr. 4, (blz 23) 6 en 7 (p. 24-25)
  • Meenemen: LAPTOP, leesboek, lesboek, schrift en pen
  • Programma: Grammatica 4 en 5
Opdracht boek 2, maandag 27 januari, zorg dat je je boek uit hebt!


Slide 20 - Diapositive

Hv2t ne Grammatica 5 & 6

Slide 21 - Diapositive