Th1 - Lidwoorden 3 okt

Unitè 1
Bonjour
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Unitè 1
Bonjour

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de paragraaf:

  • kan ik de lidwoorden gebruiken in het Frans.

Slide 2 - Diapositive

Weet jij wat lidwoorden zijn?
Schrijf hier de Nederlandse lidwoorden op die je kent. Fouten maken is niet erg!

Slide 3 - Carte mentale

de / het
Je hebt in het Nederlands 'de'-woorden en 'het'-woorden. 
Als je moedertaal Nederlands is, of als je al heel lang Nederlands spreekt weet je dat 'gewoon'.
Als je het niet weet, moet je het opzoeken, leren en onthouden.

Slide 4 - Diapositive

De Franse lidwoorden
  • In het Frans is het net als in het Nederlands, maar dan met andere woorden:
  • Je hebt 'le'-woorden en je hebt 'la'-woorden.
  • Het is bijvoorbeeld 'le livre' - het boek maar 'la table' - de tafel.
  • We noemen 'le'-woorden mannelijke woorden.
  • We noemen 'la'-woorden vrouwelijke woorden.

Slide 5 - Diapositive

Als een woord begint met een a, e, i, h, o OF u, dan wordt het een 'l-'woord. In de uitspraak plak je de 'l' ervoor, bijv. l'école' - de school.
'L'-woorden kunnen OF mannelijk OF vrouwelijk zijn. Hoe weet je dat? Dan staat er in de woordenlijst een v (vrouwelijk) of m (mannelijk) achter.
Denk even na: Wat leer je dus als je Franse woordjes leert?

Slide 6 - Diapositive

Hoe weet je welk lidwoord je moet gebruiken?
Le --> als het woord wat er achter staat mannelijk is
La-> als het woord wat er achter staat vrouwelijk is.
L' -> als het woord wat er achter staat begint met een klinker of stomme h (het maakt dan niet uit of het mannelijk of vrouwelijk is).
 

Slide 7 - Diapositive

 Les --> als het woord wat er achter staat meervoud is (ook hier maakt het niet uit of het mannelijk of vrouwelijk is)

Slide 8 - Diapositive

Voorbeelden
De jongen = le garçon
Het meisje = la fille
Het hotel = l'hôtel
De vriend  =  l'ami   
De vriendin = l'amie              
De boeken = les livres

Slide 9 - Diapositive

Hoe maak je meervoud?
Gebruik het lidwoord "les", en zet een -s achter het zelfstandig naamwoord.
le garçon > les garçons
la fille > les filles
l'hôtel > les hôtels
l'ami = les amis 
l'amie = les amies 

Slide 10 - Diapositive

Het lidwoord "een"
Un: mannelijk
Une: vrouwelijk

Slide 11 - Diapositive

Voorbeelden
Een jongen= un garçon
Een meisje = une fille


In het Frans moet er altijd een lidwoord voor!

Slide 12 - Diapositive

Welke lidwoorden kunnen we invullen voor 'garçon' (jongen)?
A
Le & Un
B
Le, Un & Les
C
La & L'
D
Le

Slide 13 - Quiz

Wat is het meevoud van la classe ?
A
la classes
B
las classe
C
le classe
D
les classes

Slide 14 - Quiz

collège
rue
filles
ami
le
la
les
l'
un
une

Slide 15 - Question de remorquage

Vandaag heb ik iets nieuws geleerd
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Les devoirs


Leerwerk (thuis) - 30 min
- Leren apprendre  5 (grammatica) (p. 33).
-Maken  ex :16A en 16B  (p .22) { om te kunnen luisteren naar de tekst , moeten  de QR code gaan scannen}.

Slide 17 - Diapositive

Tip om de uitspraak te leren en te verstaan
Wist je dat er in de boek methode ook audiofragmenten staan van alle woordjes en zinnetjes? 
(Libre Service Junior > hulpbronnen en antwoorden > mapje in de bijlage "audio" > klik op je lijst naar keuze). 

Zo kun je ook luisteren naar de uitspraak! Zeker handig voor het dictee gedeelte van je toets ;)

Slide 18 - Diapositive