4M 11.4 De iris en de ooglens

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht
Een pasgeboren baby drinkt dankzij de aangeboren zuigreflex bij de moeder. Die reflex ontstaat als de baby honger heeft en de wang aangeraakt wordt.  

Log in in LessonUp en zet de gebeurtenissen op de volgende dia in de goede volgorde.
 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een pasgeboren baby kan al drinken bij de moeder door het aangeboren zuigreflex. Die reflex ontstaat als de baby honger heeft en de wang aangeraakt wordt. Zet de gebeurtenissen hieronder in de juiste volgorde.

1
2
3
4
5
6
7
De bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar een spier.
De impulsen gaan over op schakelcellen.
De impulsen gaan over van de schakelcellen naar de bewegingszenuwcellen.
De impulsen gaan via gevoelszenuwcellen naar de hersenstam.
De spieren trekt samen en de mond maakt zuigende bewegingen.
Door aanraking van de  wang: impulsen ontstaan in de zintuigcellen 
Er gaan impulsen naar de hersenen: bewustwording 

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuigreflex - antwoord
0 fouten = 2 pt / 1 fout of omwissel = 1 pt / meer fouten = 0 pt
1 Door aanraken van de wang ontstaan impulsen in zintuigcellen.
2 De impulsen gaan van gevoelszenuwcellen naar de hersenstam.
3 De impulsen gaan over op schakelzenuwcellen.
4 De impulsen gaan van schakelzenuwcellen naar bewegingszenuwcellen.
5 Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar een spier.
6 Spieren trekken samen en de mond maakt zuigende bewegingen.


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 4 --> De iris en de ooglens
  • Oefening accommoderen
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zintuigen
11.1 Het zintuigenstelsel
11.2 Tien zintuigen van de mens
11.3 De ogen
11.4 De iris en de ooglens
11.5 Het netvlies
11.6 De oren

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 11.4
  • Je kunt beschrijven hoe het pupilreflex de grootte van de pupil regelt.
  • Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pupilreflex
Pupil groter: weinig licht.
De lengtespiertjes in de iris trekken 
samen → worden korter → pupil trekt 
open
Pupil kleiner: veel licht.
De kringspier in de iris trekt samen 
→ pupil wordt kleiner


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Accommoderen --> de lens verandert van vorm

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Scherpstellen = de lens maakt een 
scherp beeld op je netvlies
De lens kan platter en boller 
worden = accommoderen, door de 
accommodatie spier --> kringspier

Dichtbij zien --> lens bol, samentrekken (aangespannen) accommodatie spier (= straalvormig lichaam), lensbandjes slap
Veraf zien --> lens plat, accommodatie spier (= straalvormig lichaam)
ontspannen, lensbandjes strak. Oefenen accommoderen

Slide 10 - Diapositive

accomodatiespier = kringspier in straalvormiglichaam


De lens van het oog kan van vorm veranderen (accomoderen).
Marieke kijkt naar een kaars in de verte, welke "vorm" hebben haar lensbandjes en haar lens?
A
Lensbandjes: strak lens: bol
B
Lensbandjes: strak Lens: plat
C
Lensbandjes: slap lens: plat
D
Lensbandjes: slap Lens: bol

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening accommoderen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening accommoderen
Antwoorden

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verziend en bijziend
Verziend: de oogbol is tekort.
Dichtbij onscherp, veraf scherp
+ brilglazen met bolle lenzen: 
buigen de lichtstralen naar elkaar toe.
Bijziend: de oogbol is te lang.
Dichtbij scherp, veraf onscherp
- brilglazen met holle lenzen: buigen de lichtstralen uitelkaar.


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Lezen: 11.4
Maken opdracht 1 t/m 3 en
5 t/m 7



Herhalen en/of extra oefenen

Playlist uitlegvideo's


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kringspier in het straallichaam
de lensbandjes zijn
de lens is
Je ziet iets van dichtbij
Je ziet iets veraf
Vul het schema over accommoderen in.
bol
aangespannen
samengetrokken
slap
plat
ontspannen

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist 
Onjuist
Straalvormig lichaam
In het straalvormig lichaam zitten spiertjes.
Vier leerlingen doen een uitspraak over die spiertjes. Bepaal of de uitspraak juist of onjuist is en sleep naar het bijbehorende vak:

Elle: "Die spiertjes regelen de grootte van de pupil."
Joeri: "Die spiertjes regelen de spanning van de lensbanden."
Karlijn: "Die spiertjes spelen een rol bij het accommoderen."
Wolf: “Die spiertjes zijn kringvormig’.”

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions