3.3 Wie mag straffen?

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

3.3 Wie mag straffen?

Vandaag

• Uitleg 3.3:
• Taken van de politie
• De arrestatie
• Vervolgen?
• Huiswerk

Van misdaad tot rechtzaak

1. Taken van de politie
   
2. De arrestatie
   
3. Vervolgen?
4. De rechtszaak
   

Taken
van de

1. Openbare orde
Het zorgen voor rust en veiligheid op straat.

2. Preventie
Het voorkomen van criminaliteit.

3. Opsporen
van daders na een misdrijf.

Arrestatie (1/2)
 

1. De politie arresteert een verdachte.

2. Er wordt een proces verbaal opgemaakt, dit wordt doorgestuurd naar de officier van justitie.

3. De officier van justitie beoordeeld of een verdachte voor de rechter moet voorkomen.

Arrestatie (2/2)

4. De officier van justitie geeft vaak de taak aan de politie om verder onderzoek te doen.

5. De politie maakt nu een rapport op over alle verklaringen en bewijzen

Vervolgen?

De officier van justitie kan drie dingen doen:
1. Niet vervolgen
Er is onvoldoende bewijs of de verdachte is al genoeg gestraft.
2. Zelf een straf voorstellen
Bij overtredingen of minder zware misdrijven.
3. Vervolgen
De verdachte verdient straf en zijn schuld is te bewijzen.

Huiswerk voor volgende les:
maken paragraaf 3.3 vraag 1 t/m 10

Vandaag

• Bespreken huiswerk
  
• Uitleg 3.3:
• Wie?
• De rechtszaak
• Huiswerk

Officier van justitie

Ambtenaar van het Openbaar ministerie die onderzoek laat doen naar misdaden. Hij of zij kan de verdachten aanklagen voor de rechter.

Rechter

Persoon die in een rechtszaak een vonnis uitspreekt en de straf bepaalt.

- Is onafhankelijk

- Kan niet ontslagen                worden

Advocaat

Raadsman of raadsvrouw die de verdachte bijstaat in een rechtszaak.

- Probeert de rechter te overtuigen van de onschuld van de verdachte.

De rechtszaak

1. De officier van justitie besluit de verdachte te vervolgen.

2. De verdachte moet voor de rechter komen.

3. De officier van justitie eist een straf.

4. De advocaat probeert de rechter te overtuigen van de onschuld van de verdachte.

5. De rechter spreekt een vonnis uit: schuldig of onschuldig.

6. Schuldig? Dan legt de rechter ook een straf op.