Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Paragraaf 9.4 Oplossen met inklemmen
Leg bladzijde 173 voor je open!
Slide 1 - Diapositive
Wat is een ander woord voor inklemmen?
Slide 2 - Question ouverte
Voorkennis
Wat weet je al?
Slide 3 - Diapositive
Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen?
15+7x=4−0,6x
15+7x2=4−0,6x
balansmethode
inklemmen
Slide 4 - Question de remorquage
Wat is de volgorde van stappen van de balansmethode?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Antwoord controleren
Antwoord in een zin
Delen door getal voor de letter
Enkeltjes links weghalen
Letter rechts weghalen
Slide 5 - Question de remorquage
Lesdoelen
Je leert vergelijkingen op te lossen aan de hand van inklemmen.
Je leert de afspraken die je moet gebruikten bij het inklemmen.
Je leert de uitkomst te controleren aan de hand van een berekening.
Slide 6 - Diapositive
Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 7 - Quiz
Uitleg theorie
Belangrijk! Leren met YouTube
Kijk naar de filmpjes van Math with Menno op YouTube voor uitleg.
Math with Menno legt moeilijke wiskundige concepten op een eenvoudige manier uit.
Wat moet je doen na het kijken van een filmpje?
Oefenen, oefenen, oefenen: Het is heel belangrijk dat je na het kijken van de filmpjes zelf aan de slag gaan met oefenopgaven.
Stel vragen: Als er iets niet duidelijk is, vraag dan hulp van je leraar of klasgenoten.
De filmpjes zijn een startpunt: Gebruik de filmpjes om te beginnen met leren, maar vertrouw niet alleen op de filmpjes. Het echte begrijpen komt van het zelf doen van de opgaven.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Vidéo
Wat heb je geleerd van dit filmpje?
Slide 11 - Question ouverte
Inklemmen
doorgaan tot je het juiste getal gevonden hebt
invoer en uitkomst opschrijven
let op het aantal decimalen
áltijd één getal erboven en één eronder uitrekenen
Slide 12 - Diapositive
Inklemmen
Inhoud=34⋅π⋅straal3
De inhoud van een bol bereken je met de formule:
Bereken de straal wanneer de bol een inhoud heeft van 65 cm3 rond af op één decimaal.
Slide 13 - Diapositive
Inklemmen
Inhoud=34⋅π⋅straal3
De inhoud van een bol bereken je met de formule:
Bereken de straal wanneer de bol een inhoud heeft van 65 cm3 rond af op één decimaal
straal = 3 Inhoud = 113,10
straal = 2 Inhoud = 33,51
straal = 2,5 Inhoud = 65,45
straal = 2,4 Inhoud = 57,91
straal = 2,6 Inhoud = 73,62
Dus straal = 2,5 cm Inhoud 65 cm3
≈
Slide 14 - Diapositive
Schrift
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Het voorbeeld staat bij de volgende dia (deze neem je over).
Nadat je deze overgenomen hebt maak je hiervan een foto en zorg je dat deze hier wordt geüpload.
(deze dia komt na het voorbeeld).
Slide 15 - Diapositive
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Foto hier uploaden.
Slide 16 - Question ouverte
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 17 - Diapositive
Inklemmen is ook wel:
A
Slim gokken
B
Gewoon wat invullen
Slide 18 - Quiz
Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
C
Bij inklemmen gok je het antwoord.
D
Bij inklemmen ga je eigenlijk gewoon steeds een antwoord proberen.
Slide 19 - Quiz
Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
C
Bij inklemmen schat je het antwoord.
D
Bij inklemmen ga je steeds een antwoord proberen tot je exact uitkomt
Slide 20 - Quiz
Los de volgende vergelijking op met inklemmen: 2 + 3,50t = 37
A
t = 11
B
t = 10
C
t = 12
D
t = 8
Slide 21 - Quiz
Los de volgende vergelijking op met inklemmen: 2,50 + 0,50f = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25
Slide 22 - Quiz
Hoe precies moet je antwoord geven bij inklemmen?
A
gehele getallen
B
1 getal na de komma
C
2 getallen na de komma
D
dat verschilt per som
Slide 23 - Quiz
Welke antwoorden heb je minimaal nodig voor inklemmen
A
alleen het precieze antwoord
B
te veel, te weinig en precies
C
te veel en precies
D
te weinig en precies
Slide 24 - Quiz
98000 - 3000 x t = 80000 t: tijd in jaren Bereken na hoeveel jaar het aantal boeren is gedaald naar 80000. Los de vergelijking op met inklemmen.
A
t = 20
B
t = 12
C
t = 10
D
t = 6
Slide 25 - Quiz
Vergelijkingen oplossen met de balansmethode kun je gebruiken wanneer
A
je twee lineaire verbanden met elkaar moet vergelijken
B
inklemmen niet werkt
C
je twee kwadratische verbanden met elkaar moet vergelijken
D
je wilt checken of je het antwoord goed hebt afgelezen van de grafiek
Slide 26 - Quiz
Wat is een vergelijking
A
50 - 2b = 30 + 2b
B
5a - 18 + 23
C
12 + 8t-18
Slide 27 - Quiz
Klopt de volgende bewering?
De vergelijking 8a - 6 = 50 heeft als oplossing a=7
Slide 28 - Diapositive
De vergelijking 4 + 6t = 40 heeft als oplossing...
A
t =3
B
t = 4
C
t = 5
D
t = 6
Slide 29 - Quiz
Wat is de oplossing van de vergelijking hieronder:
7 - 4p = -29
A
p=-3
B
p=0
C
p=6
D
p=9
Slide 30 - Quiz
3p + 6 = 5p - 2
Wat is de juiste oplossing voor deze vergelijking?
p = 0
p = 3
p = 4
Slide 31 - Diapositive
Wat is de juiste oplossing voor de vergelijking: 10k + 8 = k + 26
A
k = 1
B
k = 2
C
k = 3
D
k = 4
Slide 32 - Quiz
Wat is de oplossing van deze vergelijking:
8a - 3 = 6a+7
A
a = -2
B
a=4
C
a=5
Slide 33 - Quiz
Inklemmen
3a+8 = 17
Los deze vergelijking op met inklemmen.
Slide 34 - Diapositive
Los op met behulp van inklemmen. 27 - 2a = 15 a = (alleen getal invullen)
Slide 35 - Question ouverte
Los de vergelijking op, vul alleen een getal in
−4a+2=14
Slide 36 - Question ouverte
Los de vergelijking op, vul alleen een getal in
6x2+2x−1=103
Slide 37 - Question ouverte
Los de vergelijking op, vul alleen een getal in.
−3x2+4x=−119
Slide 38 - Question ouverte
Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen?
15+7x=4−0,6x
15+7x2=4−0,6x
balansmethode
inklemmen
Slide 39 - Question de remorquage
Huiswerk
Maak in deze les:
Opgave 36 t/m opgave 44
Bladzijde 173.
Ben je klaar?
Ga dan werken aan de digitale leeromgeving van Getal & Ruimte!
Succes!
Slide 40 - Diapositive
Nakijken
Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken.
1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen.
2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn.
3. Verbeter je antwoorden.
Slide 41 - Diapositive
Maak een foto van je gemaakte sommen
Slide 42 - Question ouverte
Maak een foto van je gemaakte sommen
Slide 43 - Question ouverte
Wat heb je geleerd van deze les?
Slide 44 - Question ouverte
Wat vind je nog moeilijk aan deze les?
Slide 45 - Question ouverte
Lesafsluiting
Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!
Klaar voor de quiz?
Slide 46 - Diapositive
Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen?
15+7x=4−0,6x
15+7x2=4−0,6x
balansmethode
inklemmen
Slide 47 - Question de remorquage
Hoeveel berekeningen moet je minstens opschrijven als je gaat inklemmen?