1b: spelling -s 1, 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Vandaag

- Nakijken opdr. 1 en 2 (blz. 124-125)

- Verder met de meervoud -s / 's

Nakijken

• Wees kritisch en kijk goed na
  
• Met het thuisonderwijs ben je zelf verantwoordelijk over je leerproces; jij moet zelf constateren dat je iets wel of niet snapt. 
  
  
• Stel vragen! 
  

Opdracht 1
Welk woord kon je invullen bij (2)?

Wat is het meervoud van Oehoe?

1. Oehoe's
2. Oehoes

Wat is het meervoud van lolly?

1. lollies
2. lolly's

Wat is het meervoud van employé?

Wie of wat is een employé?
(noteer de betekenis in 1 woord)

Door naar opdracht 2!

PS. We hebben niet alle woorden nagekeken van opdr. 1. Ik ga er eigenlijk vanuit dat ik de moeilijkste woorden heb 'gecheckt' bij jullie en dat jullie de rest sowieso wel goed hebben. 

Vul het juiste meervoud in
(1) Alinea

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(2) baby

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(3) bijou

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(4) bureau

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(5) diskjockey

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(6) kiwi

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(7) loempia

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(8) loverboy

1. -s
2. 's

OI (van cowbOY) = één klank

I - JA (van hortensIA) = twee klanken

Vul het juiste meervoud in
(9) milieu

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(10) neusspray

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(11) paraplu

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(12) radio

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(13) rally

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(14) sleuteletui

1. -s
2. 's

Vul het juiste meervoud in
(15) video

1. -s
2. 's

Aan de slag!

- Maak opdr. 3 in je schrift

- Je zou hier ongeveer ±10 minuten mee bezig moeten zijn (tip: gebruik de timer)

• Klaar? Ga dan naar de volgende slides en controleer je antwoorden
  

Opdracht 3
(1)

Opdracht 3
(2)

(3) Biervat

1. Biervaten
2. Biervatten

(4) cd

1. cd's
2. cdc

Opdracht 3
(5)

Opdracht 3
(6)

Opdracht 3
(7)

8: Graaf

1. Graaf's
2. Graafs
3. Grafen
4. Graven

Opdracht 3
(9)

10: infectie

1. -s
2. 's

11: mini

1. -s
2. 's

12: nawee

Woordenboek

13: smiley

1. -s
2. 's

Opdracht 3
(14)

15: toa

1. -s
2. 's

Woordenboek

Huiswerk voor a.s. donderdag

• Opdracht 5 en 6 (blz. 125)
  
• Hier ben je ongeveer 20 minuten mee bezig