H2 Optellen en aftrekken

• Rekenen
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 5

 Optellen en aftrekken 

Doel

Je weet hoe je bij optellen verschillende manieren van handig rekenen kunt optellen: omkeren, rijgen, splitsen, veranderen, schakelen. 

Omkeren

Je kunt de getallen in een optelling omkeren. De uitkomst blijft hetzelfde

28 + 765 = 793

= 

765 + 28 = 793

Draai de som om:
26 + 765 wordt dan....

1. 765 + 26
2. 756 + 26
3. 62 + 765
4. 62 + 756

Rijgen

Je kunt rijgen door het tweede getal in een optelling te splitsen. 

voorbeeld: 364 + 128 = 

stap 1: splits het tweede getal (100 & 20 & 8)

stap 2: tel de honderdtallen, de tientallen en de eenheden bij het eerste getal op. 

364 + 100 = 464

464 + 20 = 484

464 + 8 = 492

Welke manier van rijgen is goed bij de som:
130 + 458

1. 130 + 50 en 530 + 400 en 580 + 08
2. 130 + 400 en 530 + 50 en 580 + 08

Splitsen

Je kunt ook beide getallen splitsen

voorbeeld: 467 + 256 = 

Stap 1: splits beide getallen (467 = 400, 60, 7) (256 = 200, 50, 6)

stap 2: tel de honderdtallen, tientallen en eenheden bij elkaar op 

400 + 200 = 600

60 + 50 = 110

7 + 6 = 13

Stap 3: tel de uitkomst op (600 + 110 + 13 = 723)

467 + 256 = 723

Splits de volgende som:
457 + 256

1. 400 + 200 & 50 + 50 & 7 + 6
2. 400 + 256 + 57

Veranderen

Je kunt een getal in en optelling veranderen in een getal waarmee je makkelijk kunt rekenen. Je maakt dan het ene getal groter en het andere getal kleiner

38 + 16 = 

= 

40 + 14 = 

Je doet dus bij het ene getal 2 erbij dan bij ander getal 2 eraf. Tegen elkaar wegstrepen dus!! 

Verander de volgende som:
37 +142 wordt dan:

1. 40 + 139
2. 39 + 140
3. 35 + 140
4. 34 + 145

Schakelen

Je kunt een optelling met meer dan twee getallen makkelijker maken door te schakelen. Je telt dan eerst de twee getallen die bij elkaar passen. 

voorbeeld: 

78 + 4 + 16 = 

78 + 20 = 98

In stukje uitrekenen dus 

Wat wordt de nieuwe som bij schakelen:
152 + 6 + 70

1. 152 + 67
2. 158 + 70
3. 152 + 64
4. 152 + 76

Weghalen

Je kan bij optellen en aftrekken de nullen weghalen. De som wordt dan makkelijker:

126.000 + 43.000 wordt dan

126 + 43 = 169 ( en dan de nullen erachter zetten) is dus 169.000

NIET VERGETEN: je kan alleen gelijk aantal nullen weghalen

Nullen weghalen en weer terug zetten

Hoe ziet de som eruit als je de nullen weghaalt?
120.000.000 - 67.000.000

1. 52.000.000
2. 53.000.000
3. 51.000.000
4. 54.000.000

49.000 - 17.000 =

1. 32.000
2. 31.000
3. 30.000
4. 33.000

Maken opdracht 8 

Reken met decimalen

Opties:

• getallen splitsen
• decimalen aan de ene kant decimalen erbij en dan aan de andere kant eraf
• Splitsen

Maken

Opdracht 10 op blz 43

Rekenen op papier

Getallen onder elkaar zetten. Let goed op dat je de waarde onder de juiste waarde zet

Maken

Opdracht 11 & 17 & 20 en 22

Rekenen naar negatieve getallen

Soms kom je uit op negatieve uitkomst. 

15 - 40 = -25

(denk hierbij aan temperaturen:

Het water in een emmer is 15 graden (warm) en je doet er 40 ijsklontjes bij hoeveel graden is het dan in de emmer?

Maken

Opdracht 28 en eindopdracht