degrees of comparisons

Degrees of comparisons 
trappen der vergelijking
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Degrees of comparisons 
trappen der vergelijking

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

zegt iets over een zelfstandig naamwoord
(dus over een mens, dier, plant of ding)
een bijvoeglijk naamwoord 
het mooie meisje
de snelle auto
de schattige hond

Slide 3 - Diapositive

Als iets net zo groot, mooi, lekker, snel als iets anders is zeg je :
 As ..................... as
This dog is as cute as that one

Slide 4 - Diapositive

als we dingen vergelijken en iets of iemand is groter / sneller/ leuker / mooier/ lekkerder enz. dan noemen we dat de : vergrotende trap
           groot                 groter

Slide 5 - Diapositive

in het Engels zet je dan -er achter het woord 
small - smaller
fast - faster
high - higher
       small           smaller

Slide 6 - Diapositive

Achter het woord + er zet je dan than
this dog is smaller than that one
smaller than

Slide 7 - Diapositive

Here is Emily. She's six years old. Her brother is nine, so he is...........
A
old
B
older
C
olden
D
oldest

Slide 8 - Quiz

This magazine is cheap, but that
one is...........
A
cheaper
B
cheaping
C
cheap
D
cheapest

Slide 9 - Quiz

Als we dingen vergelijken en iets is het mooist/ grootst/ lekkerst/leukst enz dan noemen we dit de overtreffende trap
           groot                 groter                 grootst

Slide 10 - Diapositive

in het Engels zet je dan -est achter het woord 
fastest 
smallest
highest
               small       smaller    smallest

Slide 11 - Diapositive

Voor het woord + est zet je dan the
This is the smallest dog they have

Slide 12 - Diapositive

He is ................. man in our village.
A
strongest than
B
stronger than
C
the strongest
D
the stronger

Slide 13 - Quiz

He has .......... car in our family.
A
faster than
B
the faster
C
fastest than
D
the fastest

Slide 14 - Quiz

3 Uitzonderingen:
woorden die eindigen op een griekse y
bijv : ugly, lazy, early, heavy
Bij de vergrotende trap verdwijnt de -y
en komt er -ier achter
1

Slide 15 - Diapositive

woorden die eindigen op een griekse -y
Bij de overtreffende trap verdwijnt 
de -y en komt er -ier achter
1
an ugly dog 
an uglier dog
the ugliest dog

Slide 16 - Diapositive

This dog is as ugly as that dog
this dog is hairier than that dog

Slide 17 - Diapositive

2
woorden die eindigen op -e
bijv : safe, nice, large
Bij de vergrotende trap komt er een -r achter het woord

Slide 18 - Diapositive

2
woorden die eindigen op -e
Bij de overtreffende trap komt er een -st achter het woord
a large dog
a larger dog
the largest dog

Slide 19 - Diapositive

Woorden van 1 lettergreep met 1 klinker die eindigen op 1 medeklinker
3
bijv : big , fat, hot
Bij de vergrotende trap verdubbelt de medeklinker + er
bigger/ fatter/ hotter

Slide 20 - Diapositive

Woorden van 1 lettergreep met 1 klinker die eindigen op 1 medeklinker
3
Bij de overtreffende trap verdubbelt de medeklinker + est
         
a fat dog
a fatter dog
the fattest dog

Slide 21 - Diapositive

This is a nice cat. It's much ...............
.
my friend's cat
A
nicer than
B
niceer than
C
the nicest
D
the niceest

Slide 22 - Quiz

My dog is ............. than your pony
A
the bigest
B
the biggest
C
biger than
D
bigger than

Slide 23 - Quiz

Deze rijtjes moet je uit je hoofd leren :


  • much/many - more - most
  • little/ few - less - least
  • bad - worse - worst
  • good - better - best

Slide 24 - Diapositive

er zijn ook lange bijvoeglijke naamwoorden. Deze hebben 3 of meer lettergrepen
  • beautiful
  • intelligent
  • wonderful
  • exciting
  • difficult

Slide 25 - Diapositive

Bij deze lange woorden maak je de vergrotende trap door more voor het woord te zetten
  • more beautiful
  • more intelligent
  • more wonderful
  • more exciting

Slide 26 - Diapositive

This dog is more beautiful
than that dog

Slide 27 - Diapositive

Bij deze lange woorden maak je de overtreffende  trap door most voor het woord te zetten
  • most beautiful
  • most intelligent
  • most wonderful
  • most exciting

Slide 28 - Diapositive

een aantal woorden van 2 lettergrepen krijgen ook more en most
bijvoorbeeld famous en boring

Slide 29 - Diapositive

This dog is more famous
than that dog

Slide 30 - Diapositive

This is .............
exercise on the worksheet.
A
the difficultest
B
the most difficult
C
the most difficultest
D
the more difficulter

Slide 31 - Quiz

my sister has ...................
hobby in the world.
A
the most interesting
B
the more interestinger
C
the interestingest
D
the most interstingest

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Vidéo

Slide 34 - Lien