Grammatica: taalkundig ontleden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

oefenen met woordsoorten

Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig werkwoord , persoonsvorm, voltooid deelwoord, voorzetsel en 
persoonlijk & bezittelijk voornaamwoord.

Kies de juiste woordsoort.

Je moet nooit frisdrank drinken bij de computer.

1. Zelfstandig naamwoord (znw)
2. Voorzetsel (vz)
3. Bijvoeglijk naamwoord (bnw)
4. voltooide deelwoord (VDW)

Kies de juiste woordsoort.

Ik heb een mooie trui gekocht.

1. Zelfstandig naamwoord (znw)
2. Voorzetsel (vz)
3. Bijvoeglijk naamwoord (bvnw)
4. persoonsvorm (pv)

Hoeveel lidwoorden tel je?

De man met het kleine hoedje kocht een taartje bij de bakker.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Kies de juiste woordsoort.

Gisteravond heb ik een film gekeken.

1. persoonsvorm (pv)
2. voltooid deelwoord (vdw)
3. zelfstandig naamwoord (znw)
4. persoonlijk voornaamwoord (Pvnw)

Kies de juiste woordsoort.

Mijn kater wordt volgende week geopereerd.

1. Persoonsvorm (pv)
2. voltooid deelwoord (VDW)

Kies de juiste woordsoort.

Alle leerlingen lezen 10 minuten in
hun boeken.

1. bijvoegelijk naamwoord (bvnw)
2. zelfstandig naamwoord (znw)
3. persoonlijk voornaamwoord (Pvnw)
4. voorzetsel (VZ)

Hoeveel voorzetsels staan er in deze zin?

In het bos, bij de eik, zit een kabouter onder een paddenstoel.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welke lidwoorden zijn er?

Welk(e) lidwoord(en) hoort/ horen bij de onbepaalde lidwoorden?

Noteer de bezittelijke voornaamwoorden.
Het was zijn idee om onze moeder te verrassen met een foto van haar overleden zus.

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden.
Ik ga komend weekend met hem naar
de nieuwste film van Captain America.

Kies de juiste woordsoort.

Gelukkig mag ik straks weer naar huis.  

1. persoonsvorm (pv)
2. Zelfstandig naamwoord (znw)
3. Bijvoeglijk naamwoord (bnw)
4. Voorzetsel (vz)

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden (bn) staan er in onderstaande zin?
Ons nieuwe huis is mooi en groot.