SUB-les 6 woordenschat

Woordenschat -> signaalwoorden
tekstverbanden
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1-3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat -> signaalwoorden
tekstverbanden

Slide 1 - Diapositive

Lesinhoud
  • Lesdoel
  • Signaalwoorden
  • Tekstverbanden
  • Voorbeelden en opdrachten
  • Aan het werk
  • Bespreking lesdoel, afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
  • Aan het eind van de les kun je tekstverbanden aanwijzen
  • Aan het eind van de les weet je wat signaalwoorden zijn
  • Aan het eind van de les heb je geoefend met verschillende soorten signaalwoorden en het toepassen hiervan in een tekst

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn signaalwoorden?
  • Signaalwoorden geven een signaal aan de lezer: ‘Let op, er komt nu een nieuw 'onderwerp, of een argument, of een gevolg, of een vergelijking, of een voorbeeld' aan.
  • Signaalwoorden worden ook wel verbindingswoorden of structuuraanduiders genoemd.

Slide 4 - Diapositive

Signaalwoorden
  • Eerst, vervolgens en daardoor zijn voorbeelden van signaalwoorden. Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinnen en alinea’s.
  • Zinnen en alinea’s staan niet op zichzelf: ze hebben allemaal met elkaar te maken. Dit noemen we tekstverbanden.

Slide 5 - Diapositive

Soorten signaalwoorden
  • Er zijn verschillende soorten signaalwoorden, deze verbindingswoorden vallen onder tekstverbanden
    Voorbeelden van tekstverbanden:
  • Opsomming, tegenstelling, vergelijking, voorbeeld, argumentatie, tijdsverloop & conclusie

Slide 6 - Diapositive

Verbanden met signaalwoorden
  • Reden of argument                daarom, omdat, derhalve, aangezien, namelijk
  • Tegenstelling                maar, echter, desondanks, hoewel, toch daarom, omdat, derhalve, aangezien, namelijk
  • Conclusie               dus, hieruit volgt, kortom
  • Oorzaak - gevolg               doordat, daardoor, als gevolg van, waardoor, zodat

Slide 7 - Diapositive

Opsomming
  • Om een opsomming aan te geven, kun je beginnen met het woord ‘(aller)eerst’
    > Allereerst moet er voldoende geld opgehaald worden.
  • Signaalwoorden die hierop kunnen volgen:
     vervolgens
     bovendien
     daarna
     ten slotte

Slide 8 - Diapositive

Zoekopdracht signaalwoorden
  • Zoek via een zoekmachine in tweetallen samen op:
    > Welke soorten signaalwoorden zijn er?
    > Welke verbanden horen hierbij?

  • Klassikaal uitdelen:
    > welke verbanden/signaalwoorden heb je allemaal gevonden?

Slide 9 - Diapositive

Antwoorden

1. opsomming

  • ten eerste, ten tweede, ten derde (enz.)
  • allereerst, eerst, om te beginnen
  • bovendien, ook, en, daarnaast, verder
  • niet alleen + maar ook (als combinatie)
  • als laatste, ten slotte, tot slot




2. tegenstelling

  • maar, echter, toch, wel
  • hoewel, ondanks, weliswaar
  • integendeel, daarentegen
  • in tegenstelling tot aan de ene kant + aan de andere kant (als combinatie)
  • enerzijds + anderzijds (als combinatie)
  • desalniettemin, desondanks

Slide 10 - Diapositive

Antwoorden

3. vergelijking

  • zo, net zo, net als, evenals
  • op dezelfde manier
  • zie ook, vergelijk




4. voorbeeld

  • bijvoorbeeld, zoals, zo
  • denk aan, neem
  • een voorbeeld is
  • stel je voor:
  • stel dat
  • ter illustratie:

Slide 11 - Diapositive

Antwoorden

5. argumentatie

  • omdat, daarom, dus, om die reden
  • doordat, daardoor, waardoor, zodat
  • met het doel dat, om te, opdat, teneinde, waartoe
  • want, namelijk, immers
  • zodat, met het gevolg dat, ten gevolge van
  • kortom
  • dat heeft geleid tot



6. tijdsverloop
  • eerst, voordat
  • tijdens, tegelijkertijd
  • nadat, daarna, vervolgens
  • uiteindelijk, als laatste, ten slotte, tot slot
  • zodra, als, wanneer, op het moment dat, terwijl

7. samenvatting en conclusie
  • dus, kortom, al met al, met andere woorden
  • daaruit volgt
  • hieruit blijkt dat
  • samenvattend, concluderend, alles overziend

Slide 12 - Diapositive

Opbouw tekst 1
  • Signaalwoorden handig om je opbouw van je tekst aan te geven
     bijvoorbeeld in de inleiding  van een presentatie:

> Eerst vertel ik hoe cookies werken. Daarna vertel ik wat de gevolgen ervan zijn en ten slotte leg ik uit hoe je ze kunt verwijderen.

Slide 13 - Diapositive

Opbouw tekst 2

  • of bijvoorbeeld in het middenstuk bij een nieuwe alinea of nieuw deelonderwerp: 
[Je hebt net over het eerste probleem verteld.]
Daarnaast / Ten tweede werkt TikTok voor veel mensen erg verslavend.


  • Voordelen:
> de opbouw van je verhaal is duidelijk
> je publiek (lezers of luisteraars) kan de aandacht beter vasthouden

Slide 14 - Diapositive

Opbouw tekst 3
  • Signaalwoorden handig om je opbouw van je tekst aan te geven
     bijvoorbeeld in het slot

  • Kortom, gebruik signaalwoorden waar dat kan en logisch is, want je maakt er de verbanden in je tekst mee duidelijk

Slide 15 - Diapositive

Video leesvaardigheid
Bekijk de video in je groepje samen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Opdracht, aan de slag
Schrijf een stuk tekst voor je stagebegeleider waarin je de volgende punten verteld:
  • Welke dagen je stage wil lopen de komende periode 
  • Twee leervragen waar je aan wil werken tijdens je stage
  • Benoem drie punten waar jij je focus op wil leggen 
  • Benoem minstens één argument waarom jij alleen voor de groep mag staan
  • Sluit af met een afsluiting, gebruik een passend afsluitend signaalwoord

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Tijdens het schrijven van je bericht houd je rekening met signaalwoorden, je gebruikt minimaal 6 signaalwoorden in jouw bericht.

Tip: bekijk en gebruik de verbanden en signaalwoorden die jullie in tweetallen opgezocht hebben! 

Slide 19 - Diapositive

Aan de slag
  • Klaar?
    Bespreek binnen jouw groepje, wissel uit, en bekijk welke signaalwoorden je gebruikt hebt, bekijk ook welke verbanden hierbij horen



> Andere variant: verschillende boeken op tafel, per groepje een aantal boeken uitkiezen, zoek de signaalwoorden op en bekijk welk verband dit is

Slide 20 - Diapositive

Lesdoel
  • Aan het eind van de les kun je tekstverbanden aanwijzen
  • Aan het eind van de les weet je wat signaalwoorden zijn
  • Aan het eind van de les heb je geoefend met verschillende soorten signaalwoorden en het toepassen hiervan in een tekst

> klassikale bespreking

Slide 21 - Diapositive

Afsluiting
  • Bedankt voor het luisteren
  • Zijn er nog vragen/opmerkingen?

Slide 22 - Diapositive