Techniek: Waarvoor gebruik je gereedschap!

Gereedschap herkennen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Gereedschap herkennen

Slide 1 - Diapositive

Wat is dit voor een gereedschap?
A
Zaag
B
Lijmklem
C
Hamer
D
boor

Slide 2 - Quiz

Waarvoor dient dit gereedschap?
A
Werkstuk vastklemmen
B
Om te meten
C
Moeren losdraaien
D
om te boren

Slide 3 - Quiz


A
Hamer
B
Schroevendraaier
C
Nijptang
D
Kapzaag

Slide 4 - Quiz

Wat is dit voor een zaag?
A
Ketting zaag
B
Afkort zaag
C
Cirkel zaag
D
Hand zaag

Slide 5 - Quiz

welke gereedschappen zijn dit?


timer
0:30
A
Zagen
B
Hamers
C
Spijkers
D
Kwasten

Slide 6 - Quiz

Welk gereedschap
zie je hier?
A
Lijmklem
B
Verstekzaag
C
Hamer
D
Nijptang

Slide 7 - Quiz

Waarvoor gebruik je een verstekzaag?

Slide 8 - Question ouverte

Welk gereedschap zie je hier?
A
Tang
B
Hamer
C
Zaag
D
Schroevendraaier

Slide 9 - Quiz


Hoe heet deze tang waar je mee
ijzerdraad kan knippen?
A
Waterpomptang
B
Kniptang
C
Grijptang
D
Sneeuwtang

Slide 10 - Quiz

Wat is de naam van het gereedschap op de afbeelding?
A
Hamer
B
Zaag
C
Tang
D
Schroevendraaier

Slide 11 - Quiz

Dit is de afbeelding van een?
A
Hamer
B
Nijptang
C
Zaag
D
Lijmklem

Slide 12 - Quiz

Waarvoor gebruik je deze tang?
A
Spijkers uit hout trekken
B
Schroef aandraaien
C
Spijker in hout slaan
D
Plank door zagen

Slide 13 - Quiz

Wat heeft een timmerman/vrouw allemaal nodig?
A
Hout, hamer, spijkers, schuurpapier.
B
Zeep, dweil en emmer
C
Bakstenen, cement, roffel en emmer
D
Schoffel, schep, gieter.

Slide 14 - Quiz

Wat is dit?
A
Blokhaak
B
Radio
C
Waterpas
D
Hoogte meter

Slide 15 - Quiz

Hout kun je op verschillende manieren bewerken. Welke van de onderstaande manier is niet mogelijk?
A
Zagen
B
Schuren
C
Boren
D
Lassen

Slide 16 - Quiz

Waarom moeten we met dit gereedschap voorzichtig zijn?
A
Het kan snel breken
B
Het wordt erg warm
C
Het is heel scherp
D
Het is giftig

Slide 17 - Quiz

Wat is dit voor een apparaat?
A
Nietmachine
B
Soldeerapparaat
C
Lasapparaat
D
Meetgereedschap

Slide 18 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
A
Nijptang
B
Hamer
C
Spijker
D
Zaag

Slide 19 - Quiz

Waarvoor gebruik je deze hamer?
A
Spijkers in hout slaan
B
Metaal bewerken
C
Op je vinger slaan
D
Metaal buizen krom slaan

Slide 20 - Quiz

Welk gereedschap zie je hier?
A
Hamer
B
Zaag
C
Lijmklem
D
Schroevendraaier

Slide 21 - Quiz

Wat is dit ?
A
Zaag
B
Hamer
C
Schroevendraaier
D
Tang

Slide 22 - Quiz

Wat is dit?
A
Spijker
B
Moer
C
Schroef
D
Naald

Slide 23 - Quiz

Wat is dit?
A
Bout
B
Moer
C
Schroef
D
Spijker

Slide 24 - Quiz

Goed gedaan !!!!
Je krijgt nu een spel dat je samen met iemand gaat doen.


Groet, Meester Lars

Slide 25 - Diapositive