4F vrijdag 10 feb quiz over examen hoe en wat
1 / 16
La durée de la leçon est: 25 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Lien
Slide 4 - Diapositive
Hoeveel tijd krijg je voor het CE Nederlands? (zonder extra tijd)
A
100 minuten
B
120 minuten
C
200 minuten
D
150 minuten
Slide 5 - Quiz
Wat neem je mee naar het CE Nederlands?
Slide 6 - Carte mentale
Welke drie mogelijke schrijfopdrachten zijn er?
Slide 7 - Question ouverte
Welk type woorden moet je zeker leren?
A
Signaalwoorden
B
Werkwoorden
C
Verwijswoorden
D
Functiewoorden
Slide 8 - Quiz
Tekst 3 is altijd een advertentie. Welk tekstdoel heeft een advertentie?
Slide 9 - Question ouverte
Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
timer
1:00
maar, daarentegen
Bijvoorbeeld, neem nou
Ten eerste, als laatste, ABC
Eerst, vervolgens, daarna
Doordat, waardoor
Tijdsvolgorde
Oorzaak- gevolg
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld
Slide 10 - Question de remorquage
Sleep het juiste tekstdoel naar het juiste plaatje.
Informeren
Amuseren
Activeren
Overtuigen
Slide 11 - Question de remorquage
Verbeter de fout in deze zin:
'De reden dat ik u schrijf, is omdat ik een vraag heb.'
'De reden dat ik u schrijf, is omdat ik een vraag heb.'
Slide 12 - Question ouverte
Wat is juist?
A
Ik zit op ruivenmavo
B
Ik zit op de 2college Ruivenmavo
C
Ik zit op het Ruiven mavo
D
Ik zit op 2College Ruivenmavo
Slide 13 - Quiz
Disney neemt afscheid van de klassieke eigenschappen van de sprookjesprinses.
Rapunzel
afscheid disneyprinsessen
onderwerp
deelonderwerp
hoofdgedachte
Slide 14 - Question de remorquage
Welk onderdeel van het CE is voor jou het lastigst?
