I. Evolutie heeft geen doel II. Evolutie vindt plaats op het organisatieniveau individu Welke stelling of stellingen is/zijn juist?
A
I is juist
B
II is juist
C
Zowel I als II is juist
D
Zowel I en II zijn onjuist
Slide 4 - Quiz
4.5 Onderzoek naar evolutie
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen
* je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap
* je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten
* je kunt een stamboom aflezen en construeren
Slide 6 - Diapositive
Onderzoek naar evolutie
Verwantschap kan op verschillende manieren aangetoond worden:
Door onderzoek naar overeenkomsten in anatomie (bouw, bijv. homologe organen)
Door onderzoek naar rudimentaire organen
Door onderzoek naar overeenkomsten in biochemie (eiwitten, RNA, DNA of celmembranen/celwanden)
Slide 7 - Diapositive
Homologe organen
Slide 8 - Diapositive
Homologe organen (aantekening)
Hebben een overeenkomst in bouw door verwantschap; maar de functie kan verschillen
Slide 9 - Diapositive
Analoge organen
Wat is het verschil met homologe organen ?
Slide 10 - Diapositive
Dit zijn analoge organen. Organen die niet zijn ontstaan uit dezelfde grondvorm, maar door aanpassingen aan het milieu wel een vergelijkbare functie hebben.
Slide 11 - Diapositive
Analoge organen (aantekening)
hebben een overeenkomst in functie door aanpassing aan hetzelfde milieu; niet door verwantschap
Slide 12 - Diapositive
wat zijn Rudimentaire organen?
Slide 13 - Diapositive
Rudimentaire organen
Slide 14 - Diapositive
Zijn de voorpoot van de krokodil en de vleugel van een mol homologe of analoge organen?
opdr 49. Zijn de voorpoot van de krokodil en de voorpoot van een mol homologe of analoge organen?
A
homoloog
B
analoog
Slide 15 - Quiz
Stamboom aflezen
Slide 16 - Diapositive
Vraag
Zijn gibbons en orang-oetans meer of minder verwant aan elkaar dan gibbons en chimpansees? Leg uit
Slide 17 - Diapositive
Zijn gibbons en orang-oetans meer of minder verwant aan elkaar dan gibbons en chimpansees? Leg uit