Criminaliteit H4

Criminaliteit H4
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Criminaliteit H4

Slide 1 - Diapositive

Programma 
1. Terugblik/kennis ophalen (20 min.)
2. Uitleg Rechtsbescherming vs rechtshandhaving (20 min.) 
3. Controlevraag + Voorbereiden H5 (rest van de les) 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 
  • Je kunt uitleggen welke kenmerken een rechtsstaat is  
  • Je kent de onderdelen van de Trias Politica en weet hoe deze in Nederland worden toegepast.
  • Je kunt uitleggen waarom de rechtsstaat soms ingewikkeld is
  • Je kunt uitleggen waarom mensen soms ongelijk behandeld worden in de rechtsstaat

Slide 3 - Diapositive

Vraag 1 (2p)
Aan de uitspraak van het gerechtshof in de bron kun je zien dat Nederland een rechtstaat is. Een kenmerk van een rechtsstaat is dat er sprake is van machtenscheiding.
 Welk ander kenmerk van een rechtsstaat is te herkennen in de uitspraak van het gerechtshof? Leg je antwoord uit.
Doe het zo: neem het onderstaande over en vul het antwoord aan.
Een ander kenmerk is … , want … 
(blz. 40 en 41)

Slide 4 - Diapositive

Vraag 2:
Van Dam kan weten dat er weinig aangifte wordt gedaan omdat hij de
politiestatistieken kan inzien.
Waarop worden politiestatistieken gebaseerd? (blz. 18)
A
aangiften en de door de politie opgespoorde zaken
B
daderonderzoek en slachtofferonderzoek
C
door de politie opgespoorde zaken en daderonderzoek
D
slachtofferonderzoek en aangiften

Slide 5 - Quiz

Vraag 3:
Wat is volgens Van Dam een oorzaak voor de lage aangiftebereidheid bij
cybercrime? (blz. 16 en 17)
A
de hoge materiële gevolgen voor de slachtoffers
B
de immateriële gevolgen bij de slachtoffers
C
de lage pakkans bij cybercrime delicten
D
een laag gevoel van rechtsbescherming bij bedrijven

Slide 6 - Quiz

Vraag 4 (2p)
Bij het opleggen en uitvoeren van straffen in de Nederlandse rechtsstaat is er sprake van machtenscheiding. Een van de drie machten is de uitvoerende macht. (blz. 42 en 43)
 Noem de twee andere machten, en geef per macht een voorbeeld uit de bron
Doe het zo: neem onderstaande antwoord over en vul het antwoord aan.
Een andere macht is … . Een voorbeeld daarvan is … .
Nog een andere macht is … . Een voorbeeld daarvan is … . 

Slide 7 - Diapositive

Vraag 5:
Er zijn verschillende theorieën die proberen te verklaren waarom
criminaliteit ontstaat.
Welke theorie (blz. 32 en 33) paste het beste bij de tekst

Recidive = terugkeren in criminaliteit
A
de anomietheorie
B
de bindingstheorie
C
de etikettentheorie
D
de neutraliseringstheorie

Slide 8 - Quiz

Oorzaken criminaliteit: Risicofactoren
Risicofactoren = omstandigheden die de kans op bepaald gedrag vergroten
  1. Psychische problemen: Slechte mentale gezondheid kan leiden tot gedragsproblemen en soms criminaliteit
  2. Onveilige opvoeding: ernstige situaties in de jeugd kan leiden tot trauma's 
  3. Foute vrienden/groepsdruk: slecht gedrag in omgeving kan leiden tot slecht gedrag
  4. Alcohol - en drugsgebruik 

Slide 9 - Diapositive

Antwoord vraag 1
maximumscore 2
Eén van de volgende:
• Een ander kenmerk is het legaliteitsbeginsel / het handelen van de overheid moet gebaseerd zijn op een wet, 1
• want (voorbeeld van een juiste uitleg) de rechter zegt dat je geen burgers mag vervolgen voor iets dat niet in de wet strafbaar gesteld is 1
of
• Een ander kenmerk is dat er grondrechten zijn, 1
• want (voorbeeld van een juiste uitleg) een grondrecht is het legaliteitsbeginsel / want de rechter zegt dat je geen burgers mag
vervolgen voor iets dat niet in de wet strafbaar gesteld is 1
of
• Een ander kenmerk is dat de rechters onafhankelijk zijn, 1
• want (voorbeeld van een juiste uitleg) een rechter stelt de overheid in het ongelijk en de overheid moet daarom haar beleid veranderen 1 

Slide 10 - Diapositive

Antwoorden vraag 2, 3 en 5
  • 2. A 
  • 3. B
  • 5. B

Slide 11 - Diapositive

Antwoord vraag 4
maximumscore 2
• Een andere macht is de wetgevende macht. Een voorbeeld daarvan is
(voorbeelden van juiste antwoorden): 1
 de wetswijziging moet nog worden goedgekeurd (door het
 parlement)  de ministers hebben (mede)wetgevende macht  er is een wetsvoorstel ingediend
• Nog een andere macht is de rechtelijke macht. Een voorbeeld daarvan
is (voorbeelden van juiste antwoorden): 1
 de rechters komen aan het woord / vinden de huidige straffen
 ‘knellend’  de rechters moeten de straffen opleggen  in de tekst gaat het over rechters
Opmerking
Er mag alleen een scorepunt worden toegekend voor een juiste combinatie
van een macht met een voorbeeld uit de tekst. 

Slide 12 - Diapositive

Dilemma: Rechtshandhaving vs. Rechtsbescherming
Rechtsbescherming = Burgers (wij) worden door de (grond)wet tegen de overheid beschermd 
Rechtshandhaving: De overheid moet ervoor zorgen dat iedereen zich aan de wet houdt. 

Maar dat botst soms: Hoever mag de overheid gaan om ervoor te zorgen dat iedereen zich aan de wet houdt? Iedereen zomaar fouilleren? Jouw internetverkeer in de gaten houden? Overal camera's? Veiligheid of privacy? 

Slide 13 - Diapositive

Opdracht (rest van de les)
  • Maak van H4 opdracht 18 en 20 
  • Klaar?  Lees H5 goed door en vul de begrippenlijst in. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive