politieke besluitvorming

• Middelbare school

Nederland is een parlementaire democratie.
Welk kenmerk past niet bij een parlementaire democratie?

1. Er zijn grondrechten, zoals iedereen is gelijk.
2. De politieke macht ligt bij het parlement.
3. De regering beslist of een wet wordt aangenomen.
4. Er zijn vrije en geheime verkiezingen.

Welke begrippen horen bij elkaar?

1. Indirecte democratie en dictatuur.
2. Indirecte democratie en parlement.
3. Directe democratie en Tweede Kamer.
4. Directe democratie en volksvertegenwoordigers.

Een demissionair kabinet:

1. moet nog worden benoemd door de koning.
2. mag alleen lopende zaken afhandelen.
3. gaat vooraf aan een kabinetscrisis.
4. is benoemd voor vier jaar.

Welke zaken van algemeen belang worden in Nederland door de overheid geregeld?

1. Commerciële televisie en ziekenzorg.
2. De rente op spaarrekeningen en internetaansluitingen.
3. De prijs in de supermarkten en de procedures op Schiphol.
4. Het minimumloon van winkelpersoneel en de veiligheid op straat.

Van welke politieke partij is het volgende standpunt afkomstig?
'De overheid moet duurzame energie stimuleren.'

1. PVDD
2. Groenlinks
3. D66
4. Denk

Van welke politieke partij is het volgende standpunt afkomstig?
' Er moet een verplichte winkelsluiting komen op zondag.'

1. SP
2. VVD
3. SGP
4. CDA

Passief kiesrecht betekent dat iemand:

1. zich verkiesbaar stelt bij verkiezingen.
2. het partijprogramma samenstelt.
3. op de kandidatenlijst van een partij is geplaatst.
4. op de kandidatenlijst van een partij is geplaatst.

De kiesdeler is:

1. het aantal stemgerechtigden gedeeld door het aantal te verdelen zetels.
2. het percentage mensen dat daadwerkelijk stemt.
3. het aantal beschikbare zetels.
4. het aantal uitgebrachte stemmen gedeeld door het aantal te verdelen zetels.

Het kabinet bestaat uit:

1. de koning, de ministers en de Kamerleden.
2. de ministers en de informateur.
3. de koning en de ministers.
4. de ministers en de staatssecretarissen.

De Brexit is het resultaat van een ............

1. Volksvergadering
2. Overheid
3. Indirecte democratie
4. Referendum

Welke waarde hoort bij welke politieke stroming?

gelijkwaardigheid

harmonieuze samenwerking

vrijheid

SOCIALISTEN

CHRISTENDEMOCRATEN

LIBERALEN

Europees Parlement

Europese Commissie 

Europese Raad

Raad van Europese Unie

Ze zijn het 'dagelijkse bestuur' van Europa en dienen wetsvoorstellen in.

Gekozen vertegenwoordigers door Europese burgers met een controlerende functie. 

De regeringsleiders van de lidstaten stellen politieke richting vast.

De raad van ministers uit verschillende landen.

Sleep de juiste beschrijvingen naar het bijpassende begrip. 

Welke zinnen zijn juist en onjuist?

Juist

Onjuist

Ministers maken de meeste wetsvoorstellen.

Kamerleden stemmen over wetsvoorstellen.

De regering controleert het parlement.

Kamerleden zitten in de regering.

Kamerleden zijn nooit tegelijkertijd minister

De Eerste en Tweede Kamer heten samen het parlement.

Parlement

Kabinet

Kabinet EN Parlement

Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Verantwoording afleggen

Ministers

Kamerleden

Staatssecretarissen

Controlerende taak

Geen oppositiepartijen

Ministeriële verantwoordelijkheid

Motierecht

Recht van amendement

Eerste Kamer

Regeerakkoord

Tweede Kamer

Recht van interpellatie

Budgetrecht

Volksvertegenwoordiging

Formatie

Coalitie- en oppositie

Wetgevende taak

Wetsvoorstellen indienen

Volksvertegenwoordiging

Dagelijks bestuur

Gemeenteraad

Provinciale Staten

College van B&W

Gedeputeerde Staten

Regering

Staten Generaal

Parlement

Kabinet

Trias Politica, drie machten:

wetgevende

uitvoerende

rechterlijke

wie?

wie?

wie?

wat ze doen:

wat ze doen:

wat ze doen:

wetten handhaven

parlement + ministers

rechters

zij die de wet overtreden bestraffen

wetten maken

de regering (ministers)

De Trias Politica van Montesquieu

onafhankelijke rechters

regering

parlement

De wetgevende macht

De uitvoerende macht

Rechtsprekende macht

In Nederland worden de volgende personen door de bevolking gekozen:

1. Tweede Kamerleden, gemeente-raadsleden en leden van de Provinciale Staten.
2. Gemeenteraadsleden, burgemeesters en de minister-president.
3. Leden van de Provinciale Staten, ministers en gemeenteraadsleden.
4. Eerste Kamerleden, Tweede Kamerleden en leden van de Provinciale Staten.

I. Als je vindt dat mensen in een coffeeshop een joint kunnen kopen, moet je op een conservatieve partij stemmen.
II. Mensen die menen dat Nederland een groot en sterk leger nodig heeft, kunnen het beste op een linkse partij stemmen.
III. Als je vindt dat de premie voor de zorgverzekering inkomensafhankelijk moet zijn, moet je op een linkse partij stemmen.

1. I is juist, II en III zijn onjuist.
2. I en II zijn onjuist, III is juist.
3. I, II en III zijn juist.
4. I en III zijn juist, II is onjuist.

De Voedselbanken in Nederland worden vooral gefinancierd door giften van bedrijven en particulieren. Bij de Voedselbank werken vrijwel alleen vrijwilligers. Bij welke politieke partij past deze vorm van hulp het beste, als je kijkt naar de achterliggende ideologie?

1. SP
2. CDA
3. Groenlinks
4. PVV

Welk kenmerk slaat het beste op de Partij voor de Dieren? De PvdD is een:

1. populistische partij.
2. one-issuepartij.
3. ideologische partij.
4. niet-democratische partij.

Welke partij of partijen benadrukt of benadrukken het sterkst het eigen initiatief van burgers?

1. De liberale VVD.
2. De linkse partijen SP, GroenLinks en PvdA.
3. De christelijke partijen CDA, SGP en ChristenUnie.
4. De middenpartijen CDA, ChristenUnie en D66.