H10 Elektromagnetisme 10.4

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

10.4 Lorentzkracht

Bekijk de video (eventueel op hogere snelheid).

Beantwoord de vragen tussendoor en na afloop.

Aan het einde volgt nog een korte uitleg over het Noorderlicht.

Maak daarna de huiswerkopgaven.

Bij vragen, zoek contact via Zoom.

03:24

FBI-regel

Het boek gebruikt nog een andere regel, de FBI-regel. Je maakt van je linkerhand een pistool (FBI, snap je...) en je duim wijst dan in de richting van de kracht (F), je wijsvinger in de richting van het magneetveld (B) en je middelvinger in de richting van de stroom (I)

05:56

Extra

In plaats van de loodrechte component van I op B kun je ook de loodrechte component van B op I nemen. In de tekening hiernaast zijn de twee hoeken alpha immers gelijk, en de cosinus, waarmee je de loodrechte component berekent, dus ook.

06:17

In welke richting zullen de elektronen afgebogen worden?

1. Naar boven
2. Naar beneden
3. Naar achteren (de magneet in)
4. Naar voren (de magneet uit)

10:13

Welke kant staat de Lorentzkracht op?

1. Het scherm in
2. Het scherm uit
3. Naar beneden
4. Naar boven

In welke van deze situaties is er geen Lorentzkracht?

1. A
2. B
3. C
4. D

Een proton beweegt naar rechts met 3,0·10^7 ms-1 in een magneetveld van 0,020 T wat naar je toe is gericht. Hoe groot is de lorentzkracht en wat is de richting?

Noorderlicht

Wanneer geladen deeltjes vanuit de ruimte in het aardmagnetisch veld terecht komen, ondervinden ze een Lorentzkracht. Daardoor gaan ze rond de veldlijnen cirkelen. 

Noorderlicht

Als hun beginsnelheid niet loodrecht op de veldlijnen staat, blijft de parallele component van de snelheid onveranderd, waardoor de deeltjes de veldijnen volgen, richting Noord- of Zuidpool.

Noorderlicht

Door botsingen met zuurstof en stikstof in de lucht ontstaat er licht. Het Noorderlicht (of het Zuiderlicht, bij de Zuidpool).

Huiswerk

Maken: 16 t/m 20