Taalverzorging extra les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Leesboek
• Schrift of collegeblok
• Pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Lezen
• Extra uitleg nodig?
• Zelfstandig werken
• Samenwerken
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik kan werkwoorden die beginnen met ge-, be-, ver-, ont-, her- of over- goed spellen. 
• Ik kan bijwoordelijke bepalingen vinden.
• Ik kan de trappen van vergelijking goed toepassen.
• Ik kan als/dan goed gebruiken.
• Ik kan moeilijke woorden uit deze paragraaf goed spellen.

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lezen in stilte

Lastige werkwoorden

Sommige werkwoorden zijn erg lastig. Bij deze werkwoorden klinken de persoonsvorm tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord klinken hetzelfde, maar schrijf je anders.

Het gaat om de werkwoorden die bijvoorbeeld beginnen met ge-, be-, ver-, ont-, her- of over-.

Lastige werkwoorden

Schema werkwoordspelling

Gebruik het schema op blz. 231 van je boek. 

Zelfstandig werken

1. Vul de enquête in en lever deze in.
2. Kijk opdracht 1 t/m 3 na op blz. 80 in het nakijkboekje
3. Maak in Numo: 

-  Bijwoordelijke bepaling 1 en 2
- De trappen vergelijking

- Spelling - werkwoorden

Heb je een vraag?
Steek je vinger op!
Je mag muziek luisteren.
Ben je klaar?
Werk aan ander huiswerk. 

Rustig samenwerken

1. Vul de enquête in en lever deze voor in.
2. Kijk opdracht 1 t/m 3 na op blz. 80 in het nakijkboekje
3. Maak in Numo: 

-  Bijwoordelijke bepaling 1 en 2
- De trappen vergelijking

- Spelling - werkwoorden

Heb je een vraag?
Steek je vinger op!
Je mag muziek luisteren.
Ben je klaar?
Werk aan ander huiswerk. 

Huiswerk

Datum:
Woensdag 23 juni

Maken:

Je hebt nu de taken in Numo af.

Lesdoelen

• Ik kan werkwoorden die beginnen met ge-, be-, ver-, ont-, her- of over- goed spellen.
  
• Ik kan bijwoordelijke bepalingen vinden.
  
• Ik kan de trappen van vergelijking goed toepassen.
  
• Ik kan als/dan goed gebruiken.
  
• Ik kan moeilijke woorden uit deze paragraaf goed spellen.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?