Kapitel 6 & 7 - Zusammenfassung [Neue Kontakte, klas 2]

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Kapitel 6 & 7 - Zusammenfassung 

[Neue Kontakte, klas 2]

Grammatik

Kapitel 6

werkwoorden vervoegen, stam op -d/-t

(fotografieren) Ich .... gern.

(bedeuten) Was .... dieses Wort?

(kosten) Wie viel .... diese Gitarre?

(warten) Wie lange .... ihr schon?

(schneiden) .... du bitte das Bild aus?

(denken) Wie oft .... du an deine Freundin?

(arbeiten) .... deine Mutter auch am Wochenende?

(hören) Meine Schwestern .... den ganzen Tag Musik.

(spielen) Wir .... jeden Mittwoch.

Vertaal en vul de juiste vorm in.

[paardrijden] Wie oft ... du?

Vertaal en vul de juiste vorm in.

[zwemmen] Was ... dort?

Vertaal en vul de juiste vorm in.

[vinden] Wie ... du die neue Lehrerin?

Vertaal en vul de juiste vorm in.

[bezoeken] Ich ... meine Oma.

Vertaal en vul de juiste vorm in.

[praten] ... ihr nicht zu viel?

Vertaal en vul de juiste vorm in.

[antwoorden] Wie schnell ... deine Lehrer auf deine Mails?

Wörter

Kapitel 7

woordenlijst NL-D, D-NL

Vertaal en vul in.

de banken - Wie viel kosten ... ...?

Vertaal en vul in.

thuis - Ich bin um drei Uhr ... ...!

Vertaal en vul in.

de boerderijen - Ich finde, ... ... sehen so alt aus.

Vertaal en vul in.

de deur - Kannst du bitte ... ... öffnen?

Vertaal en vul in.

de eengezinswoning - Meine Familie gehört ... ...?

Vertaal en vul in.

schoonmaken - Komm, lass uns zusammen ... ...!

Vertaal het markeerde woord naar het Nederlands.

Findest du es SCHLIMM?

1. slim
2. krap
3. erg
4. klaar

Vertaal het markeerde woord naar het Nederlands.

Bist du HÄUFIG im Garten?

1. nooit
2. zelden
3. af en toe
4. vaak

Vertaal het markeerde woord naar het Nederlands.

Wir sind noch nicht ganz FERTIG.

1. klaar
2. geleden
3. veertig
4. eenvoudig

Vertaal het markeerde woord naar het Nederlands.

Wir müssen nächstes Jahr UMZIEHEN.

1. omkleden
2. verhuizen
3. nodig hebben
4. irriteren

Welk woord past in de zin?

Wir wohnen in einem Hochhaus im elften ... .

1. Holz
2. Jahrhundert
3. Nachbarn
4. Stock

Welk woord past in de zin?

Das Haus ist sehr alt, es stammt aus dem 17. ... .

1. Beispiel
2. Jahrhundert
3. Stockwerk
4. Ort

Welk woord past in de zin?

Ist der Tisch aus ... ? - Ja, und zwar aus Eiche.

1. Holz
2. umweltfreundlich
3. gerade
4. Stockwerk

Welk woord past in de zin?

Sind eure ... nett? - Ja, sie sind immer sehr freundlich.

1. Holz
2. Jahrhundert
3. Nachbarn
4. Stock

Grammatik

Kapitel 7

voorzetsels met de 4e naamval

persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval

Voorzetsels met 4e naamval

durch

gegen

für

um

ohne

entlang

bis

voor

door

langs

tegen

tot

zonder

om

Ken je de persoonlijk voornaamwoorden in de 4e naamval nog?

mich

es

uns

euch

sie (mv)

sie (ev)

dich

Sie

ihn

wen?

mij

haar

wij

jou

hen

het

jullie

u

hem

wie?

Vertaal en vul de juiste vorm in.

zonder hem - Es ist nicht so lustig ... ... .

Vertaal en vul de juiste vorm in.

tegen wie - Wisst ihr, ... ... ich spielen muss?

Vertaal en vul de juiste vorm in.

door jullie - Wir haben das Spiel ... ... kennengelernt .

Vertaal en vul de juiste vorm in.

zonder mij - Er denkt, er kann ... ... nicht leben.

Vertaal en vul de juiste vorm in.

voor u - Dieses Zimmer wurde ... ... reserviert.

Vertaal en vul de juiste vorm in.

om haar - Es dreht sich nicht alles immer nur ... ... !