4. Waterbeheer

4. Waterbeheer
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4. Waterbeheer

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
BK-KGT-TH
• Je weet hoe Nederland beschermd wordt tegen overstromingen van de rivieren.
• Je weet hoe Nederland beschermd wordt tegen overstromingen van de zee.
HV
•Je weet hoe Nederland beschermd wordt tegen overstromingen van de rivieren.
• Je weet hoe Nederland beschermd wordt tegen overstromingen van de zee.
  • Je weet wat polders zijn.

Slide 2 - Diapositive

Zorg voor het water
Om te snappen waarom we goed moeten zorgen voor het water, moeten we eerst terug in de tijd. Waarom is het belangrijk dat wij een goed waterbeheer hebben? 

Slide 3 - Diapositive

Waarom overstroomden de rivieren heel vroeger elk jaar? BK
A
Omdat er toen meer water doorheen stroomde
B
Omdat er toen nog geen dijken waren
C
Omdat er toen nog geen mensen woonden
D
Omdat er toen veel meer neerslag viel

Slide 4 - Quiz

Wat veroorzaakte de ramp van 1953?
A
een overstroming van de zee
B
een overstroming van de rivieren
C
een ongekend hevige regenbui
D
een gesprongen waterleiding

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Hoe beschermen wij ons land? 
Langs de zee: 
  • hier liggen de duinen. Dit zijn heuvels van zand. 
  • door extra grassen te planten moet de de groei van de duinen gestimuleerd worden

Slide 7 - Diapositive

Zeewering 
Waar geen duinen zijn,heeft de overheid dammen en zeedijken aangelegd. 
De DAMMEN, ZEEDIJKEN en de DUINEN noem je samen de ZEEWERING 

Slide 8 - Diapositive

Aanleg van grassen 
Aanleg van stenen

Slide 9 - Diapositive

Hoe beschermen wij ons land?
Langs de rivieren: 
  • we bouwen dijken. Dit zijn door mensen gemaakte wallen. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Maar al deze maatregelen zijn niet meer genoeg: 
Dit heeft twee oorzaken: 
  1. Door klimaatverandering - gem temperatuur stijgt - meer verdamping -  meer neerslag 
  2. Steeds meer gebieden langs de rivieren worden volgebouwd. Water kan steeds slechter wegzakken de grond in

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Oplossingen: BK
  • rivierverdieping 
  • dijkverlegging 
  • hoogwatergeul
  • verwijdering van belemmeringen
OPlossingen: KT en TH
  • rivierverdieping 
  • dijkverlegging 
  • hoogwatergeul
  • verwijdering van belemmeringen
  • uiterwaardenafgraving 
  • kribverlaging 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Formatief toetsen
Ken je nu alles? 

Slide 16 - Diapositive

Met welk probleem hebben de rivieren te maken door de opwarming van de aarde? BK
A
Ze moeten steeds meer water afvoeren
B
Ze worden steeds steiler
C
Ze zijn te ernstig vervuild
D
Ze zijn veel te diep geworden

Slide 17 - Quiz

Het gebied waar de rivier kan stromen, wordt breder gemaakt. BK

Slide 18 - Question ouverte

Er wordt een tweede bedding langs de rivier aangelegd.

Slide 19 - Question ouverte

Hindernissen in de rivier bij bijvoorbeeld bruggen worden weggehaald

Slide 20 - Question ouverte

De bodem van de rivier wordt uitgebaggerd

Slide 21 - Question ouverte

In de middenloop van de Rijn zijn veel dijken gebouwd. De kans op overstromingen in de benedenloop is daardoor toegenomen. Hoe komt dat?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is de kans op een overstroming in jouw woonplaats?

Slide 23 - Question ouverte

Er zijn ook gebieden in de bron waarvoor geen overstromingskans is weergegeven. Waarom is dat zo, denk je

Slide 24 - Question ouverte

Opdracht: 
  • Open de website
  • Ga naar het volgende gebied: Noorderzijlvest en klik :-)
  • Je ziet 8 dijkdoorbraaklocaties
  • Welke dijkdoorbraak denk jij dat de grootste gevolgen heeft? Doe een voorspelling!
  • Onderzoek welke dijkdoorbraak de grootste gevolgen heeft. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Welke dijkdoorbraak heeft de grootste gevolgen. Welk nummer?

Slide 27 - Question ouverte

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 28 - Diapositive