VMBO-B

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Aanpak vraag met een diagram

VMBO-B

Examentraining 7 april

Programma

• Welkom + naambordjes maken
• Dagindeling:

Blok 1: 9.00-10.30 uur

Blok 2: 10.45-12.00 uur

Blok 3: 12.30-13.45 uur

Blok 4: 14.00-15.00 uur
Afsluiting

Blok 1: 9.00-10.30 uur

Uitleg examen biologie maken

Quiz over het examen

Oefenen met grafiek maken

• Het examen maak je online op een computer van school
•  Het programma heet Facet, oefenen op https://vo-oefenomgeving.facet.onl/facet-openbaar-portaal/welkom
• Wat mag je gebruiken:

- pennen, potloden, kladpapier, gum, geodriehoek, rekenmachine

- woordenboek Nederlands

Algemene vakken

Zoek een biologie examen

Bij examen gegevens checken

Controleer de persoonlijke gegevens, zoals je naam. Klopt alles? Dan [Volgende] rechtsonder aanklikken.

Controle  geluid

Overzicht toets

Klik op 'Volgende' Rechtsonder

Soorten vragen

• Meerkeuze vragen
• Open vragen
• Vragen met een diagram

Meerkeuzevragen

• Vraag met A-B-C
• Vraag waarbij je het juiste woord moet kiezen 

Antwoorden meerkeuze

• Kijk niet naar de antwoorden, bedenk zelf het antwoord. Staat het antwoord ertussen: kies dit antwoord;
• Twijfel je tussen twee antwoorden: kijk goed naar het verschil en kies dan;
• Heb je geen idee: kies er altijd één!

Samen oefenen

Lees de tekst bij 'Foliumzuur'.

We bekijken samen de uitwerking.

Zelf oefenen

Maak de vraag 'De dolfijn'.

Open vragen

• vragen met een kort antwoord

• leg uit-vragen

• rekenvragen

Aanpak  vragen met kort antwoord

Samen oefenen

Lees de tekst bij 'Sporten'.

We bekijken samen de uitwerking.

Zelf oefenen

Maak de vraag 'Bewegingsstoornis van de slokdarm'.

Leg-uit vragen

1. Selecteer de vraag.

2. Vervang de verwijswoorden (die, dat, deze, daar). Schrijf de zin opnieuw, maar nu met de begrippen.

3. Markeer het opdrachtwerkwoord (Leg uit, verklaar, bereken).

4. Markeer de begrippen (biologische termen of uit tekst).

5. Omschrijf de begrippen.

6. Formuleer het antwoord.

Het antwoord opschrijven

Het antwoord bestaat uit:

• de omschrijving van de begrippen

• een verbindingswoord

• de uitlegzin

Verbindingswoorden: daarom, omdat, daardoor, zodat, dus.

Rekenvragen

Veel rekenvragen beantwoorden met een verhoudingstabel. 

Belangrijk bij verhoudingstabellen:

• Vul de verhoudingstabel in met de gegevens uit de vraag.

• Reken bij de verhoudingstabel altijd terug naar 1

Aanpak vraag met diagram

Vragen met een diagram

• Zoek eerst uit van welke gegevens je een staafdiagram moet tekenen.

• Bepaal de hoogste waarde.

• Bepaal de indeling van de verticale as. Zet deze langs de as.

• Zet ook de grootheid en de eenheid bij de verticale as. 

• Teken de staven los van elkaar, niet te kort.

•  Zet onder elke staaf wat de staaf voorstelt.

Voorbeeld van een Diagram

Samen oefenen

Lees de tekst bij 'SOA-besmettingen'.

We bekijken samen de uitwerking.

Zelf oefenen

Maak de vraag 'Weidevogels'.

Leren voor het examen

• Lees alle samenvattingen van de hoofdstukken die je moet leren door
• Leer de lijst met belangrijke begrippen
• Weet je iets niet meer, lees dan de basisstof nog een keer door
• Vul de checklist in die je van mij krijgt

Behandelen van een onderwerp:

• Uitleg 
• begrippen oefenen met flitskaarten of Blooket

De onderwerpen die jullie willen horen, worden behandeld!

Hoe maak je je examen

1. Je maakt je examen op de computer
2. Je maakt je examen op papier
3. Je mag kiezen, op computer of papier

Als ik met mijn examen begin moet ik mijn persoonlijke gegevens controleren

1. Juist
2. Onjuist

Wanneer kun je de geluidssterkte instellen van geluidsfragmenten?

1. Alleen aan het begin van het examen
2. Alleen bij geluidsfragmenten
3. Op elk moment tijdens het examen

Hoe lang duurt het examen?

1. 30 minuten
2. 60 minuten
3. 90 minuten

Je moet de letter ë typen. Welke knop gebruik je hiervoor?

1. Letterplankje
2. Tekst markeren
3. Vergrootglas

Je weet vraag 15 niet. Hoe zorg je ervoor dat je deze vraag niet vergeet?

1. Vraagteken
2. Tekst Markeren
3. Vergrootglas
4. Opdracht markeren

Je klikt op de knop als in de afbeelding. Wat kun je nu doen
met de tekst?

1. Vraagteken
2. Tekst markeren
3. Vergrootglas
4. Opdracht markeren

Aan het einde van het examen controleer je of alle opdrachten ingevuld zijn

1. Juist
2. Onjuist

Hoe kun je zien of alle opdrachten ingevuld zijn?

1. Alle opdrachtnummers zijn wit
2. Alle opdrachtnummers zijn paars
3. Sommige nummers zijn wit, sommige zijn paars

Het is verstandig een vraag niet te beantwoorden als je het antwoord niet weet

1. Juist
2. Onjuist

Blok 2 10.45-12.00 uur

Eén onderwerp:

• Uitleg twee door jullie gekozen onderwerpen
• begrippen oefenen. 

Blok 3 12.30-13.45 uur

Examen maken

Blok 4 14.00-15.00

• Examen bespreken
• moeilijke onderdelen extra uitleggen
• Checklist meegeven