Congruentie: bijvoeglijk naamwoord en bezittelijk voornaamwoord

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Hoe weet je of een bijvoeglijk naamwoord bij een zelfstandig naamwoord hoort in het Latijn?

1. De uitgangen zijn hetzelfde
2. Naamval, getal en geslacht zijn hetzelfde
3. Ze hebben evenveel letters
4. Ze staan naast elkaar

Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord wat betreft:

1. Getal
2. Geslacht
3. Naamval
4. Alle bovenstaande

Wat

 is heeeel belangrijke voorkennis om congruentie goed toe te kunnen passen?

Precies!!!

1. Weten welke verbuigingsgroepen er zijn (tot nu toe: 1,2,3 ; 4 en 5 komen nog)

2. De rijtjes kennen die bij die verbuigingsgroepen horen (STAMPEN!)

3. bij het woordjes leren de afwijkende vormen van het bijv. nw. erbij leren (bijv. pulcher, pulchra, pulchrum)

4. Weten welk geslacht het zelfstandig naamwoord heeft! (voor groep 3: S-O-X regel!)

En natuurlijk...

hebben groep 2 en 3 ook nog onzijdige woorden: bij 2 op -um, mv -a, 

bij 3 op van alles, mv -a

..en daarom....

gaan we nu een paar combinaties maken van znw. en bijv. nw.

Zorg dat het bijv. nw. past bij het znw

flumen (longus)

pueros (parvus)

lupae (magnus)

Welke combinatie is goed?

1. magnis victoris
2. magni victori
3. magni victoris
4. magnum victorum

Ook Bert en Ernie vinden het een heel gedoe......

Maar toch gaan we nog even verder

Vertaal de volgende zin:
Quando de itinere vestro nobis iterum narrare potestis?

1.Welk voorbeeld van congruentie zat er in de vorige zin?

Je gaat nu je rijtjes leren op blz 154 en 157 (bovenaan: longus)van je werkboek.Schrijf ze ook op voor jezelf!! je gaat hier 8 min. mee aan de slag, zet je alarm.

Nu gaan we naar de bijvoeglijke naamwoorden van groep 3 kijken!

de groep van fortis/ingens (gramm. blz 86)

Ken je de rijtjes van het bijvoeglijk naamwoord type 1 en 2? dus longus en fortis?

Dan mag je nu verder gaan!

Ja, dat is

helemaal

waar, Fokke en Sukke..

Bestudeer nu nog eens goed de grammatica van het bezittelijk voornaamwoord, op blz. 84, en de volgende powerpoint; als je de rijtjes uit je hoofd op kunt schrijven mag je verder.

Het bezittelijk voornaamwoord gedraagt zich als een bijvoeglijk naamwoord! Dus het moet congrueren met het znw waar het bij hoort. 

Test: welk woord is geen bezittelijk voornaamwoord?

1. meus, -a, -um
2. suus, -a, -um
3. carus, -a, -um
4. tuus, -a, -um

Ga voor jezelf na of je na deze les nog vragen hebt, en stel ze in de Teams-chat.

Even controleren: heb je in deze les iets geleerd over congruentie/bijv.nw. wat je tot nu toe niet duidelijk was, m.a.w. heeft deze les je geholpen?

0100

En dan nu evalueren: vond je deze les leerzaam?

😒🙁😐🙂😃

Dan sluiten we hierbij af!