Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Bonjour!
Slide 1 - Diapositive
Les objectifs d'apprentissage
je kent:
belangrijke feiten over het Franstalig gebied.
hoofdzaken van de staatsinrichting
belangrijke gebeurtenissen uit de recente geschiedenis
belangrijke geografische gegevens
hoofdzaken van het onderwijssysteem
opvallende verschillen met de Nederlandse cultuur
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Hoeveel inwoners telt Frankrijk?
A
46 million
B
96 million
C
66 million
D
86 million
Slide 4 - Quiz
Frankrijk wordt geleid door een
A
koning
B
prins
C
president
D
premier
Slide 5 - Quiz
De Franse president woont in
A
l'hotel de Matignon
B
le Sénat
C
Le quinquennat
D
le Palais de l'Elysée
Slide 6 - Quiz
Aan welke landen grenst Frankrijk onder andere? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
België, Luxemburg, Duitsland, Italie
B
Spanje, Zwitserland, Italië, Portugal
C
Spanje, Zwitserland, Italië, België
D
België, Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk
Slide 7 - Quiz
Hoe heet het Franse volkslied?
A
La Marseillaise
B
La Parisienne
C
Le chant des Paris
D
La concorde
Slide 8 - Quiz
Hoe heet de hoogste berg van Frankrijk?
A
le Mont Ventoux
B
le Mont Blanc
C
l'Alpe d'Huez
D
le Tourmalet
Slide 9 - Quiz
Welke vorstendom grenst aan Frankrijk?
A
Andorra
B
Liechtenstein
C
Malta
D
San Marino
Slide 10 - Quiz
Als je vanuit Nederland naar Frankrijk belt is het toegangsnummer...
A
0031
B
0033
C
0044
D
0018
Slide 11 - Quiz
de Romeinse naam voor Parijs is ....
A
Arelate
B
Augustodonum
C
Lugdunum
D
Lutetia
Slide 12 - Quiz
De nationale feestdag in Frankrijk is.....?
A
le 14 juillet
B
le 14 juin
C
le 14 septembre
D
le 14 août
Slide 13 - Quiz
Hoeveel departementen zijn er in Frankrijk?
A
76
B
96
C
86
D
66
Slide 14 - Quiz
Dans une droguerie on vend ....?
A
softdrugs
B
alcohol
C
natuurlijke producten
D
sigaretten
Slide 15 - Quiz
Wie is dit?
Slide 16 - Question ouverte
Van wie is dit schilderij?
A
Eugène delacroix
B
Louis le Grand
C
Paul Cézanne
D
Paul Gauguin
Slide 17 - Quiz
Wie is Marianne en waar staat zij voor? Beantwoord in het Nederlands
Slide 18 - Question ouverte
Marie Curie ontving met haar man de Nobelprijs voor de...
A
Vrede
B
Natuurkunde
C
Scheikunde
D
Letterkunde
Slide 19 - Quiz
Men zegt dat de Fransen afstammen van de ....
A
Batavieren
B
Germanen
C
Kelten
D
Noormannen
Slide 20 - Quiz
In welke volgorde bezoek je de scholen? Begin met het laagste niveau. 1. L'école primaire / 2. la maternelle 3. le lycée / 4. la garderie 5. le collège (ZET een streepje tussen de getallen!)
Slide 21 - Question ouverte
Frankrijk is het grootste land in Europa (= vwb oppervlakte)
A
vrai
B
faux
Slide 22 - Quiz
Een ander woord voor Parijs is.....
A
la ville éclaire
B
la ville lumière
C
la ville puante
D
la ville méchante
Slide 23 - Quiz
Nomme les 3 marques de voitures dans l'ordre alfabétique (zet een komma tussen je antw)
Slide 24 - Question ouverte
een ander woord voor 'voorstad' is....
A
la ville
B
la campagne
C
l'exode rural
D
la banlieue
Slide 25 - Quiz
Wat = SNCF?
Slide 26 - Question ouverte
Wat betekent "La laicité"?
A
de strikte scheiding van kerk en staat
B
de vrijheid van geloof
C
de culinaire fijnproeverij
D
de Franse gastronomie
Slide 27 - Quiz
Wat is het woord voor 'burger' (persoon) in het Frans?
Slide 28 - Question ouverte
Waar staat de afkorting TGV voor?
Slide 29 - Question ouverte
'j'ai mal au coeur' betekent
A
ik heb pijn in mijn lijf
B
ik heb pijn in mijn hart
C
ik ben misselijk
D
ik ben verdrietig
Slide 30 - Quiz
Hoe heet de bekendste universiteit in Parijs?
A
La Sorbonne
B
La Nicière
C
L'université de Paris
D
La Gendarmerie
Slide 31 - Quiz
Welk dier staat symbool voor Frankrijk?
A
B
C
D
Slide 32 - Quiz
Een ander woord voor Frankrijk is......?
A
Le Pays
B
la Méditerrannée
C
la Frontière
D
l'Hexagone
Slide 33 - Quiz
Welk woord staat voor WOI in Frankrijk?
A
La grande guerre
B
L'armistice
C
les Nations Unies
D
La guerre affreuse
Slide 34 - Quiz
Welke slogan ontstond tijdens de Franse revolutie?
Slide 35 - Question ouverte
Welke stad staat bekend om haar filmfestival?
A
Cannes
B
Nice
C
Antibes
Slide 36 - Quiz
Wat is de naam van dit warenhuis?
A
Centre Pompidou
B
La belle de Paris
C
Au beau chapeau
D
Galeries Lafayette
Slide 37 - Quiz
Hoe heet dit Franse cabaret gebouw?
A
le Moulin des arts
B
le Moulin coquin
C
le Moulin de Paris
D
le Moulin rouge
Slide 38 - Quiz
Ongeveer hoeveel keer groter dan Nederland is Frankrijk?
A
6 keer
B
8 keer
C
11 keer
D
13 keer
Slide 39 - Quiz
"Weetje": Hoeveel brood eten Fransen dagelijks?
A
88 gr
B
120 gr
C
250 gr
D
320 gr
Slide 40 - Quiz
Een casse-croûte is een ....
A
tandenbreker
B
tosti
C
tussendoortje
D
zuurkoolschotel
Slide 41 - Quiz
De traditionele Franse baret heet officieel een ....