Engelse woordjes toets
1 / 14
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat betekent het woord kruispunt in het Engels?
A
corner
B
crossroads
C
bridge
Slide 3 - Quiz
Wat betekent: hoek?
A
crossroads
B
corner
C
bridge
Slide 4 - Quiz
Hoe schrijf je in het Engels verkeerslichten?
A
crossroads
B
traffic roads
C
cross lights
D
traffic lights
Slide 5 - Quiz
Wat is het Engelse woord voor brug?
Slide 6 - Question ouverte
crossroads
corner
traffic lights
station
library
square
airport
Slide 7 - Question de remorquage
Hoe schrijf je in het Engels: op maandag
A
on monday
B
at monday
C
on Monday
D
at Monday
Slide 8 - Quiz
Hoe schrijf je dinsdag in het Engels?
Slide 9 - Question ouverte
Zoek een foto van: in the square
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Lien
Schrijf in het Engels waar het filmpje opgenomen is.
Slide 12 - Question ouverte
Wat betekent: bij mij thuis in het Engels?
A
at my home
B
in my home
C
at my place
D
in my place
Slide 13 - Quiz
Hoe heb je deze toets gemaakt?
