IPC Aardrijkskunde taak 1

Kaartlezen
Aardrijkskunde taak 1
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 3,4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Kaartlezen
Aardrijkskunde taak 1

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les:
  • Weet je waar je een kaart voor kunt gebruiken.
  • Weet je wat je op een kaart kunt vinden.
  • Weet je wat een legenda is. 
  • Kun je een weg aangeven op de kaart.
  • Kun je door een kaart de weg vinden.  

Slide 2 - Diapositive

6

Slide 3 - Vidéo

00:09
Een kaart wordt gemaakt om overzicht te krijgen over een gebied. Over wat bijvoorbeeld?
A
Een land
B
Een stad
C
Een winkelcentrum
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quiz

00:14
Waar wordt een kaart het meeste voor gebruikt?
A
om op te tekenen
B
als kunst aan de muur hangen
C
om de weg te vinden
D
om iets op te laten zien

Slide 5 - Quiz

00:38
Wat staat er meestal NIET op een kaart?
A
dierentuinen en parken
B
mensen en auto's
C
wegen en straten
D
huizen en kerken

Slide 6 - Quiz

00:45
Waarom zijn er dingen op de kaart vaak ingekleurd?
A
dat vinden ze mooi
B
dat moest van de koning
C
dat maakt het duidelijker
D
kaarten worden helemaal niet ingekleurd

Slide 7 - Quiz

00:58
Waarom staan er plaatjes / icoontjes in de kaart?
A
Dat ziet er mooi uit.
B
Dan kun je snel zien waar iets is.
C
De tekenaar had nog tijd over.
D
Dat is om je autoroute te plannen.

Slide 8 - Quiz

01:04
Hoe heet dit ding
waaraan je kunt zien
waar het noorden is?
A
windhaan
B
noorderster
C
windster
D
windroos

Slide 9 - Quiz

Welke soorten kaarten zijn er?
Overzichtskaart gebruiken we 
voor het opzoeken van 
steden en landen.

Klaar om dat zelf te proberen?


Slide 10 - Diapositive

Wat staat er nog meer op een kaart?
  • een windroos
  • de schaal 
  • de legenda / icoontjes

Slide 11 - Diapositive

Welke soorten kaarten zijn er?

Plattegronden van een stad

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Carte

Wat zien we op de kaart?
Welke kleuren zien we en welke betekenis hebben ze?
  • Blauw is water
  • Geel en wit voor de straten
  • Grijs voor een woonblok en gebouwen



Slide 14 - Diapositive

Wat zien we nog meer op de kaart?
Icoontjes
Wat wordt ermee aangegeven?

Slide 15 - Diapositive

Kennen jullie nog meer plattegronden?

Slide 16 - Diapositive

Waar is een kaart of plattegrond voor bedoeld?
  • om de weg te vinden
  • om te zien wat er te doen is
Waar is een plattegrond voor bedoeld?
  • om de weg te vinden
  • om te zien wat er allemaal te doen is

Slide 17 - Diapositive

Wat voor plattegrond is dit? Waar zie je dat aan? 

Slide 18 - Diapositive

Wat is er te doen op deze camping? 
Hoeveel ... zijn er op deze camping?

Slide 19 - Diapositive

Oefenopdrachten
Kijk op beide kanten 
de kaart. 
  1. Wat zie je in de legenda?
  2. Welke kaart zou jij gebruiken als je naar Artis gaat? 
  3. Wat zie je allemaal op de kaart? 
  4. Ziet jouw buurman of buurvrouw ook wat jij ziet?
  5. Welke route zou jij door de dierentuin lopen?

Slide 20 - Diapositive

Opdracht 2
Ik sta bij de papegaaien,
voor ik naar huis ga wil ik nog langs:
  • de leeuwen
  • de gorilla's
  • de olifanten

Ik heb niet veel tijd meer om heen en weer te lopen. Wat is de handigste route? 

Slide 21 - Diapositive

Ik sta bij de papegaaien, ik wil nog zien:
gorilla's - leeuwen - olifanten

Slide 22 - Diapositive

Ik sta bij de papegaaien, ik wil nog zien:
gorilla's - leeuwen - olifanten

Slide 23 - Diapositive

Opdracht 3
Ik sta bij de giraffen
voor ik naar huis ga wil ik nog langs:
  • beverratten
  • pinguïns
  • kangoeroes
  • zeeleeuwen

Ik heb niet veel tijd meer om heen en weer te lopen. Wat is de handigste route? 

Slide 24 - Diapositive

Ik sta bij de giraffen, ik wil nog zien:
beverratten - pinguïns - kangoeroes - zeeleeuwen

Slide 25 - Diapositive

Ik sta bij de giraffen, ik wil nog zien:
beverratten - pinguïns - kangoeroes - zeeleeuwen

Slide 26 - Diapositive

Aan het einde van de les:
  • Weet je waar je een kaart voor kunt gebruiken.
  • Weet je wat je op een kaart kunt vinden.
  • Weet je wat een legenda is. 
  • Kun je een weg aangeven op de kaart.
  • Kun je door een kaart de weg vinden.  

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Carte

Slide 29 - Diapositive