§2.1 Start traditionele energie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Bronnen van energie

Leerdoelen §2.1

• Je weet welke soorten traditionele energiebronnen er zijn en hoe ze ontstaan zijn. 
  
• Je begrijpt dat er aan elke energiebron voor- en nadelen zitten. 
  
• Je kunt een mening geven over het gebruik van de traditionele energiebronnen.
  

Brandstoffen

• Steenkool, olie en gas zijn brandstoffen die lang geleden zijn ontstaan uit planten- en dierenresten. 
• Daarom heten ze ook wel fossiele brandstoffen. 
• Ze raken op en zijn dus uitputbare energiebronnen.
• Deze bronnen zijn heel belangrijk voor ons op dit moment. Bijna al onze energie halen we uit deze bronnen. 92,6%

Aardolie

• Aardolie is ontstaan uit plankton die belandde op de zeebodem en bedekt raakte met afzettingen van zand en klei. 
  
• Waar zit veel aardolie in de grond?
  
• Midden-Oosten
  
• Voor welke brandstoffen is aardolie de grondstof?
  
• benzine en diesel
  

Bruinkool en steenkool

zijn ontstaan uit dikke pakketten dode bomen- en plantenresten die bij hoge druk en temperatuur zijn samengedrukt.

Aardgas

ontstaat als steenkool of aardolie lang onder hoge druk blijft staan. Het is de "schoonste" fossiele brandstof.

Voordelen fossiele brandstoffen

• Makkelijk vindbaar
• Makkelijk in gebruik
• Huidige infrastructuur is er op ingericht

Nadelen fossiele brandstoffen

• Raakt een keer op (uitputbaar)
• Vervuilend (fijnstof en broeikasgassen)
• Draagt bij aan de opwarming van de aarde (versterkt broeikaseffect)
• Winning tast landschap aan

Kernenergie

Opgewekt met de grondstof uranium in kerncentrales.

Voordeel:

krachtig, er is weinig uranium nodig om heel veel energie op te wekken.

Geen directe vervuiling

Nadeel:

risico’s door radioactieve straling en radioactief afval, gevaarlijk dus!