H 4.3 en 4.4

Lesprogramma
1 Uitleg over Paragraaf 4.3 en 4.4 schrijf mee, maak aantekeningen!
2  Opdrachten Feniks.
3 De les afsluiten.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Lesprogramma
1 Uitleg over Paragraaf 4.3 en 4.4 schrijf mee, maak aantekeningen!
2  Opdrachten Feniks.
3 De les afsluiten.

Slide 1 - Diapositive

4.3 Het Ancien régime
Deelvraag: Hoe leefde de Franse bevolking voor de Franse Revolutie?

Ancien régime: de tijd vóór de Franse Revolutie.

Frankrijk was een: Standenmaatschappij.
Geestelijkheid, adel en burgerij.

Slide 2 - Diapositive

Standenmaatschappij.
samenleving waarin de bevolking in verschillende groepen of standen is opgedeeld die elk hun eigen rechten en plichten hebben.

Slide 3 - Diapositive

Geestelijkheid:

Mensen met een functie binnen de Katholieke kerk.
Bisschoppen, priesters.
De kerk had 10% van het land in bezit. 
Betaalde geen belasting.
Bisschoppen waren erg rijk!
De Adel:

Mensen met titels zoals Baron of Graaf.
Belangrijkste inkomen: pacht en andere inkomsten van het land die ze bezitten.
De adel hoefde geen belasting te betalen!  ze ''betaalden'' belasting met hun bloed. (militaire functies in het leger)

Slide 4 - Diapositive

De burgerij.

Rijke burgers in de stad
Boeren op het platteland.
Niet alle boeren waren arm,   maar ze moesten wel veel belasting betalen.
+ pacht betalen aan de Adel.
+ grondbelasting per persoon.
Oneerlijk: omdat de helft van de grond eigendom was van de koning, de adel en de geestelijkheid.

Slide 5 - Diapositive

Hoe leefde de Franse bevolking aan de vooravond van de Franse Revolutie?
Doe het zo: Frankrijk had een standenmaatschappij, dit hield in dat.....

Slide 6 - Question ouverte

Antwoord:
Frankrijk had een standenmaatschappij, dit hield in dat er drie standen waren.  De geestelijkheid, de adel en de burgerij.
De geestelijkheid en de adel hoefde geen belastingen te betalen. Dit betekende dus dat de burgerij, de boeren alle belasting betaalden.

Slide 7 - Diapositive

4.4 De Franse Revolutie.
Deelvraag: 'Hoe verliep de Franse Revolutie en waarom liep die uit op de Terreur'?
1799 Paniek! Lodewijk de XVI is in paniek! hij heeft een enrome staatsschuld geërfd.

alle pogingen om daar iets aan te doen waren mislukt.
De adel en de geestelijkheid willen niks betalen.
De koning en de koningin deden ook niks om hun uitgaven te beperken.

Slide 8 - Diapositive

Wat te doen aan de crisis?
1788: voor het eerst sinds 1614 wordt de Staten-Generaal bijeen geroepen

Vergadering met vertegenwoordigers van de drie standen.

Slide 9 - Diapositive

Doel: om de belastingen anders te heffen.
Land in rep en roer: discussies over meer dan alleen belastingen, geschriften van Filosofen waren erg populair en de ideeën over gelijkheid en meer inspraak werden in cafes en koffiehuizen besproken.

Slide 10 - Diapositive

De derde stand eist meer rechten.
Pamfletten en spotprenten.

nog een probleem: 1788 de oogst mislukt. Gevolg: veel honger en hoge prijzen in het voorjaar van 1789.

Slide 11 - Diapositive

Gespannen  situatie in de Staten-Generaal.
De koning wil met elke stand apart vergaderen.

Hoe kon de derde stand dan iets voor elkaar krijgen?

De derde stand besluit zich niks meer aan te trekken van de andere standen en roepen zichzelf uit tot de Nationale Vergadering. ze eisen een Grondwet.

Slide 12 - Diapositive

Feniks Paragraaf 4.4
Vwo maken:  1a en 1b  (bespreken over 5minuten)
Havo maken: 1a en 1b (bespreken over 5minuten)

Vwo en Havo  maken: 1e


Slide 13 - Diapositive

De nationale vergadering
De Staten-Generaal
Lodewijk XVI werd onthoofd
De bestorming van de Bastille

Slide 14 - Question de remorquage

De Les afsluiten
Staten-Generaal

Nationale Vergadering

Slide 15 - Diapositive