Inkomsten van de overheid (6.3)

Welkom bij economie!
-Ga rustig zitten.
-Pak je Ipad, boek, schrift en pen.
-We gaan zo beginnen.
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij economie!
-Ga rustig zitten.
-Pak je Ipad, boek, schrift en pen.
-We gaan zo beginnen.

Slide 1 - Diapositive

We-cycle
Olifant
Giraf
Uil
Aap

Slide 2 - Diapositive

Begin les
  • Ga naar: https://student.lessonup.io
  • Vul bij 'CODE INVOEREN' de code die op het bord staat in
  • Vul bij 'Hoe heet je?' je echte voornaam in

Slide 3 - Diapositive

€conomie - Paragraaf 6.3

Slide 4 - Diapositive

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
2 minuten
10 minuten
15 minuten
10 minuten
15 minuten
±
±
±
±
±
6. Afsluiting
5 minuten

Slide 5 - Diapositive

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 6 - Diapositive

Doelen van deze les
Na deze les kun je:
  • voorbeelden noemen van belastingen die we moeten betalen.
  • omschrijven wat btw is en hoe die bij de belastingdienst terechtkomt.
  • uitleggen waarom de overheid soms subsidies geeft en waarom de overheid op bepaalde producten accijns heft.

Slide 7 - Diapositive

Doelen van deze les
Na deze les kun je:
  • voorbeelden noemen van niet-belastinginkomsten.

Slide 8 - Diapositive

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 9 - Diapositive

Gemeente
Provincie
Rijksoverheid
Natuurgebieden
Rijbewijs
Infrastructuur
Onderwijs
Politie
Ophalen huisvuil

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is infrastructuur?
A
Een overheidsinstelling
B
De inrichting van een land
C
Bruggen, wegen, internet
D
De wetten van een land

Slide 11 - Quiz

Wat is een voorbeeld van transportinfrastructuur?
A
Een bioscoop.
B
Een bibliotheek.
C
Een wegennetwerk.
D
Een spoorwegnetwerk.

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van communicatie-infrastructuur?
A
Een winkelcentrum.
B
Een telefoonnetwerk.
C
Een internetverbinding.
D
Een snelweg.

Slide 13 - Quiz

Wat zijn collectieve voorzieningen?
A
Voorzieningen die door de overheid worden betaald en voor iedereen toegankelijk zijn
B
Voorzieningen die alleen toegankelijk zijn voor particulieren
C
Voorzieningen die door particulieren worden betaald en alleen toegankelijk zijn voor particuliere sector
D
Voorzieningen die door bedrijven worden betaald en voor iedereen toegankelijk zijn

Slide 14 - Quiz

Wat is de collectieve sector?
A
Een sector waarin de overheid de belangrijkste rol speelt
B
Een sector waarin de overheid geen rol speelt
C
Een sector waarin particulieren de belangrijkste rol spelen
D
Een sector waarin bedrijven de belangrijkste rol spelen

Slide 15 - Quiz

Welke instelling hoort NIET bij de collectieve sector?
A
Belastingdienst
B
Middelbare school
C
ING Bank
D
Gemeente Haarlem

Slide 16 - Quiz

Welk begrip hoort NIET bij sociale zekerheid?
A
Uitkering
B
Sociale media
C
Sociale premies
D
Overheid

Slide 17 - Quiz

Wat wordt er betaald met de sociale premies?
A
Onderwijs
B
AOW
C
Politie
D
Leger

Slide 18 - Quiz

Welk begrip hoort NIET bij de particuliere sector?
A
Bedrijven
B
Burgers
C
Winst
D
Overheid

Slide 19 - Quiz

Hoe komt de overheid aan geld?

Slide 20 - Carte mentale

Rijksbegroting
Rijksbegroting

Slide 21 - Diapositive

Belastingen
  • Belastingen = verplichte bijdragen van burgers en bedrijven aan de overheid
  • Twee soorten
Indirect
Direct

Slide 22 - Diapositive

Indirecte belastingen
Btw
Accijns
&
Milieuheffingen

Slide 23 - Diapositive

Directe belastingen
Inkomen
Vermogen
Winst

Slide 24 - Diapositive

Inkomsten van het Rijk
Indirecte belastingen zitten in de prijs van een product verwerkt, bijv. btw, accijns, toeristenbelasting (= kostprijsverhogende belastingen).
Directe belastingen betaal je rechtstreeks aan de overheid, bijv. loonbelasting, vennootschapsbelasting (= belasting over inkomen, winst en vermogen).
bijv. aardgasbaten, staatsloterij, boetes
premies sociale verzekeringen

Slide 25 - Diapositive

Belastingen
Belasting = verplichte bijdrage die bedrijven en burgers aan de overheid betalen

Slide 26 - Diapositive

Soorten belasting

Slide 27 - Carte mentale

Soorten belasting
  • Inkomstenbelasting
  • Loonbelasting
  • Belasting over de winst

  • BTW
  • Accijns

Slide 28 - Diapositive

Economisch redeneren
Economisch redeneren is een belangrijke vaardigheid bij het vak economie. 

Open verklarende vragen
beginnen vaak met woorden als: 
waardoor, waarom, hoe kwam het dat, verklaar, leg uit en licht toe.

Je moet bij die vragen redeneren ofwel uitleggen/beargumenteren.  
TIP: gebruik ALS, DAN, DUS 


Slide 29 - Diapositive

  • btw
BTW
  • verkoopprijs
Consumentenprijs
verkoopprijs kano € 180
btw kano 0,21 x 180 = € 37,80
Consumentenprijs = 180 + 37,80 = € 217,80
VB

Slide 30 - Diapositive

Procenten van een getal. Als het %-teken erbij staat.
Bedrag : 100 x percentage

Als je een kleiner deel van een groter geheel wilt weten.
Deel : Geheel x 100 =

Als er meerdere tijden genoemd worden.
(Nieuw – Oud) : Oud x 100 =

Procenten van een getal. 
Als het %-teken erbij staat.

 

Als je een kleiner deel van een groter geheel wilt weten. 






Als er meerdere tijden genoemd worden.  





Rekenen met procenten
1
2
3
100(bedrag)Xpercentage
(geheel)(deel)X100
(oud)(nieuwoud)X100
100(percentage)Xbedrag
of

Slide 31 - Diapositive

Rekenen met BTW
Verkoopprijs
  • 100%
Btw
  • 6% 
Consumentenprijs
  • 106% 
  • 100%
  • 21% 
  • 121% 
  • Je koopt een bloes met een verkoopprijs van € 45. 
  • Het btw tarief is 21%
  1. Bereken de btw
  2. Bereken de consumentenprijs
Vraag 38
(blz 167)
21/100 x 45 = 9,45
Vraag 38
(blz 167)
45 + 9,45 = € 54,45

Slide 32 - Diapositive

Niet-belasting ontvangsten
  • Aardgasinkomsten
  • Winst uit overheidsbedrijven
  • Boetes

Slide 33 - Diapositive

Subsidie en accijns
  • Wil je iets stimuleren? -> subsidie
  • Wil je iets afleren? -> accijns 


Slide 34 - Diapositive

Subsidies
Subsidie = financiële bijdrage van de overheid om mensen en bedrijven te stimuleren
  • Sporten
  • Museumbezoek
  • Milieuvriendelijker produceren
  • ...

Slide 35 - Diapositive

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 36 - Diapositive

Stiltekwartier
timer
15:00
Wat ga je doen:
-Maken opdracht 32 t/m 40 blz 166 (=huiswerk)

Ben je klaar?
-Maak een woordweb over blz 166 en 167
-Maak opdracht 41 t/m 47
-Kijk de gemaakte opdrachten na.
Vragen? —> schakel extra hulpbronnen in.
  • Filmpjes (onlinemethode van Pincode)
  • Powerpoints (Magister.me)
  • Samenvatting en begrippen (boek, einde hoofdstuk)

Slide 37 - Diapositive

Stiltekwartier
timer
15:00
Wat ga je doen:
-Maak opdracht 33 t/m 46 blz 168 (=huiswerk)
-Kijk de gemaakte opdrachten na.

Ben je klaar?
-Maak een woordweb over blz 166 en 167

Vragen? —> schakel extra hulpbronnen in.
  • Filmpjes (onlinemethode van Pincode)
  • Powerpoints (Magister.me)
  • Samenvatting en begrippen (boek, einde hoofdstuk)

Slide 38 - Diapositive

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Lien

Waarom geeft de overheid subsidies aan werkgevers voor het aannemen van de in het artikel genoemde werkzoekenden?

Slide 41 - Question ouverte

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 42 - Diapositive

Werken
Werk volgens de studiewijzer

Slide 43 - Diapositive

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Stiltekwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 44 - Diapositive

Wat is GEEN soort belasting?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Subsidie
D
Accijns

Slide 45 - Quiz

Wat betekent de afkorting BTW?
A
Belasting Totale Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Bruto Toegevoegde Waarde

Slide 46 - Quiz

Op welk product wordt GEEN accijns geheven?
A
Tabak
B
Museumbezoek
C
Alcohol
D
Benzine

Slide 47 - Quiz

Welk inkomen van de overheid hoort NIET bij niet-belastinginkomsten?
A
Winst overheidsbedrijven
B
Aardgasinkomsten
C
Boetes
D
Subsidies

Slide 48 - Quiz

ECO op maandag
A
8:45 - 9:45
B
15:35 - 16:35
C
Maakt niet uit

Slide 49 - Quiz


A

Slide 50 - Quiz

Huiswerk: 
-Maken opdracht  32 t/m40  blz 166

Slide 51 - Diapositive