Oefenen TOA 1F-2F

Oefenen TOA 1F-2F
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Oefenen TOA 1F-2F

Slide 1 - Diapositive

Peter maakt nasi. Hij heeft een halve kilo rijst nodig.
Hoeveel gram rijst heeft Peter nodig?

Slide 2 - Question ouverte

Hoeveel gram is 0,5 kg?

Slide 3 - Question ouverte

Hoeveel is 40% van 200?

Slide 4 - Question ouverte

Thijmen fietst 6 km naar school. Hij fietst gemiddeld 15 km per uur.
In hoeveel minuten fietst Thijmen naar school?

Slide 5 - Question ouverte

√ 256 =

je mag je rekenmachine gebruiken

Slide 6 - Question ouverte

9,7 – 2,76 =

Slide 7 - Question ouverte

36,45 − 29,90 − 52,75 =

Slide 8 - Question ouverte

REKEN UIT
Emma heeft € 286,45 op haar bankrekening staan. 
Van haar opa krijgt ze € 50,− voor haar
verjaardag. Dit bedrag stort ze op haar bankrekening. 
Daarna koopt Emma twee shirts van elk
€ 14,95 en een horloge van € 52,75.
Hoeveel geld heeft Emma hierna op haar bankrekening staan?

Slide 9 - Diapositive


Waar staan de getallen
op volgorde van laag naar hoog?

A
0,6 - 0,59 - 0,62 - 0,064 - 0,591
B
0,59 - 0,591 - 0,6 - 0,62 - 0,064
C
0,064 - 0,59 - 0,591 - 0,6 - 0,62
D
nergens

Slide 10 - Quiz


A

Slide 11 - Quiz