Kunst en poëzie - kleurweek

Kunst en poëzie 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kunst en poëzie 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen

Doel: Je eigen A4 kaart ontwerpen en maken voor de kerstkaart van het Praktijkonderwijs aan de relaties, inclusief gedicht en kunstvorm.

Slide 2 - Diapositive

Deze les: introductie 

Kunst en poëzie


- Samen een gedicht bespreken 
- Poëzie bespreken
- Kleuren en vormen linken aan gevoel (kunst) 
- Mening vormen 

Slide 3 - Diapositive

Lees en denk

Gevoel
Kleur 
Wat valt je op? 
Waar doet dit je aan denken?
 

Slide 4 - Diapositive

wat POPT in je op als je denkt aan
POËZIE?

Slide 5 - Carte mentale


KLEUREN 
&
GEVOEL 
&
WOORDEN

Slide 6 - Diapositive

Welke woorden/gevoelens/vormen kan jij linken aan de kleur oranje?

Slide 7 - Question ouverte

Welke woorden/gevoelens/vormen kan jij linken aan de kleur rood?

Slide 8 - Question ouverte

Welke woorden/gevoelens/vormen kan jij linken aan de kleur groen?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Lees het gedicht en kijk naar de
kleuren en vormen. Wat vind jij hiervan?
Leg uit +/- 5 zinnen

Slide 11 - Question ouverte

EINDOPDRACHT

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Lien


Kolom STEEKWOORDEN


  • wat komt er bij je op als je naar die foto kijkt?  vijf steekwoorden. Kies woorden die zo precies mogelijk uitdrukken welke emotie of gedachte bij je oproept. 
Denk aan: gevoel, plek, tijd, gebeurtenis
, gedachte


Kolom DETAILS


  • Kijk nu goed naar de door jou geselecteerde foto. Bekijk gezichtsuitdrukkingen, een houding, een beweging, kleuren en vormen. Let op de voor- én achtergrond. Schrijf vijf details op die er voor jou uitspringen. 

Slide 15 - Diapositive

Opdracht (15 min)
geluk
vinger
verdriet
grasspriet
samen
ogen
Verbindt de woorden van kolom 1 met 2.
Maak met de woordcombinaties een gedicht.
Het gedicht begint met: Ik zie’ 
Het gedicht eindigt met ‘ik voel me.’ of ‘ik ben….’ (met eigen invulling).

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Het echte werk
  • Thema: kerst gedachte vanuit school aan mensen
  • Bedenk een: gevoel, plek, tijd, gebeurtenis , gedachte
  • Maak hiermee een gedicht
  • Bedenk hoe je het wil opschrijven (A4-formaat)
  • Bedenk welk beeld erbij past en kleur, teken, plak dit bij het gedicht.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Handwriting
Schrijven doe je zo...

Slide 20 - Diapositive

Weet je nog?
Schrijfles op de basisschool.
Moest dat nou aan elkaar of los?

Slide 21 - Diapositive

Waarom schrijven mensen?

Slide 22 - Carte mentale

Grottekeningen waren de eerste vorm van schrijven,
om verhalen te vertellen

Slide 23 - Diapositive

Wat is dit?

Slide 24 - Question ouverte

de Egyptenaren ging plaatjes gebruiken voor hun schrift, 

Slide 25 - Diapositive

maar hele zinnen of verhalen maken was best lastig...

Slide 26 - Diapositive

de Chinezen en Japanners maakten de tekeningen simpeler.

Slide 27 - Diapositive

De Romeinen maakten eigen letters
Hieruit ontstonden de huidige letters:
Ons bekende Alfabet
30 tekens in totaal 
(sommige gebruiken wij niet in Nederland)

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Verschillende lettertypes voor verschillende gelegenheden

Slide 30 - Diapositive

Kijk naar het 7de woord welkom.
In welke situatie gebruik je dit lettertype?
Vul dit in op de volgende slide.

Slide 31 - Diapositive

Het lettertype gebruik je bij
A
een uitvaartonderneming
B
een restaurant
C
een middelbare school
D
iets anders

Slide 32 - Quiz

Kijk naar het 6de woord welkom.
Welk gevoel geeft je dit woord?
Vul dit in op de volgende slide.

Slide 33 - Diapositive

Gevoel bij het woord welkom

Slide 34 - Carte mentale

Opdracht:
Ga bedenken wat voor lettertype jouw gedicht moet krijgen.
Moet het heel statig zijn, of is het een vrolijk gedicht. Welk lettertype past daar bij.

Slide 35 - Diapositive

Opdracht:

Schrijf een zin van jouw gedicht in je gekozen lettertype.
Klopt het allemaal en is het passend?
Laat eventueel een klasgenoot helpen met beoordelen.

Slide 36 - Diapositive