A3V3 - Unité 2/Taaldorp - hôtel

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Unité 2 "Le français, une langue internationale" / Taaldorp

Le programme

• Parlez! | 10'
• Prévision: planning | 5'
• Introduction: Taaldorp | 10'
• Au travail: À l'hôtel | 20'

Les devoirs

Taaldorp - À l'hôtel - Exercice 1 jusqu'à 6

Lesdoelen

• Ik kan mijn eigen voor- & achternaam spellen.
• Ik kan vertellen wat de planning is voor periode 2 en waar de toetsen over zullen gaan.
• Ik kan vertellen welke situaties we voor Taaldorp gaan voorbereiden.
• Ik kan tot 100 tellen in het Frans. // Ik kan vertellen wat mijn geboortedatum is.

Questions et réponses

Objectifs (doelen): Doeltaal-leertaal

• Meer Frans spreken in de klas
• Geen/minder spreekangst
• Goed voorbereid op Taaldorp
• Grotere woordenschat

• Naam spellen
• Je voudrais (voorbeeld, eten & drinken)
• Vous pouvez répéter ?
• Je ne comprends pas

Planning

• SO | Taaldorp | 5% | Week 3/4
  (Hulpzinnen, Docteur & Police)
• MO | Taaldorp | 15% | Week 7
  (Docteur, Police, Hôtel & magasin de vêtements)
• Repetitie + lezen | 15% | Toetsweek | week 11 maart
• (Unité 2 'le français...une langue internationale')
  > Vocabulaire handig woorden leesteksten
  > Futur + futur du passé
  > Cultuurvragen
  > Leesteksten

La Drôme

Ville: Montélimar

1. Chez le docteur

2. A l'hôtel

3. Dans un magasin de vêtements

4. Au bureau de police

Bienvenue dans la Drôme!

Taaldorp | jeudi le 18 janvier | 15%

Ik kan:
 

• Een hotelkamer reserveren en om tips vragen.
  - À l'hôtel
• Vertellen waar ik pijn heb / last van heb.
  - Chez le docteur
• Kleding kopen en daar vragen over stellen.
  - Dans un magasin de vêtements
• Aangifte doen bij de politie.
  - Au bureau de police.

À l'hôtel

Au travail!

Exercice 1 'Chiffres & mois'

• Livre: chiffres p.161 / mois p.163
• 20xx = je geboortejaar (vb: 2009)

Exercice 2 'Date de naissance'

• En chiffres: un - neuf - deux mille dix

Exercice 3 : Épelez

• Kies of je het phonetisch [..] opschrijft, of op een manier zoals het voor jezelf duidelijk is.

Exercice 4: Passeport

• Woord 'domicile' staat op p.11

Exercice 5: Phrases-clés

• Zie p.11

Exercice 6: Catégorisez

• Verdeel vocabulaire van p.11 (schrijf alleen het Frans op)

www.quizlet.live

À l'hôtel

Les devoirs

Lesdoelen 

• Ik kan mijn eigen voor- & achternaam spellen.
• Ik kan vertellen wat de planning is voor periode 2 en waar de toetsen over zullen gaan.
• Ik kan vertellen welke situaties we voor Taaldorp gaan voorbereiden.
• Ik kan tot 100 tellen in het Frans. // Ik kan vertellen wat mijn geboortedatum is.

Unité 2 "Le français, une langue internationale" / Taaldorp

Le programme

• Parlez! | 10'
• Corrigez: à l'hôtel | 10'
• Au travail: ex. 6 + production orale | 20'
• Vocabulaire | 5'

Les devoirs

Taaldorp - À l'hôtel - Exercice 6 + production orale

Lesdoelen

• Ik kan mijn voor- & achternaam spellen.// Ik kan tot 100 tellen in het Frans // Ik kan vertellen wat mijn geboortedatum is.
• Ik kan vertellen hoe ik zinnen voor taaldorp goed kan vertalen.
• Ik kan een kamer reserveren in een hotel.

À l'hôtel

Corrigez

• Exercice 1 'Chiffres & mois'
• Exercice 2 'Date de naissance'
• Exercice 3 : Épelez
• Exercice 4: Passeport
• Exercice 5: Phrases-clés
• Exercice 6: catégories

À l'hôtel

Au travail!

Exercice 6: Catégorisez

• Verdeel vocabulaire van p.11 (schrijf alleen het Frans op)

Production Orale - exercice 1 (p.8)

• Schrijf in je schrift (tip: maak na nakijken in Word document aan)
• Gebruik: hulpzinnen (p.3) , vocabulaire (p.11) & je boek! (geen internet)
• Gebruik: vraagwoorden / vraagzinnen  (p.162)
• D'abord: lees de introductie + hele gesprek: snap je waar het over gaat?
• Ensemble:

1.  Je groet de réceptionist en vraagt of je stoort.

2. Je vraagt of hij/zij een kamer vrij heeft voor 2 personen. Jullie willen 2 nachten blijven.

Fini? Maak p.9 OF oefen vocabulaire À l'hôtel

www.quizlet.live

À l'hôtel

Les devoirs

Les devoirs

• Mk. À l'hôtel ex. 6 (p.7)
• Mk. Production Orale - ex. 1 (p.8)
• Lr. À l'hôtel (p.11)

Lesdoelen 

• Ik kan mijn voor- & achternaam spellen.// Ik kan tot 100 tellen in het Frans // Ik kan vertellen wat mijn geboortedatum is.
  
• Ik kan vertellen hoe ik zinnen voor taaldorp goed kan vertalen.
  
• Ik kan een kamer reserveren in een hotel.

Taaldorp - A3

Le programme

• Parlez! | 10'
• Révision repetitie| 20'
• Corrigez: à l'hôtel: ex. 1-6 | 10'
  
  

Les devoirs

Lr. vocabulaire hôtel & production écrite 2 (p.9)

Lesdoelen

• Ik kan mijn voor- & achternaam spellen.// Ik kan tot 100 tellen in het Frans // Ik kan vertellen wat mijn geboortedatum is.
• Ik kan een kamer reserveren in een hotel.
• Ik kan vertellen wat er goed ging op mijn repetitie en waar ik nog op moet letten voor de volgende keer.

Questions et réponses

Objectifs (doelen): Doeltaal-leertaal

• Meer Frans spreken in de klas
• Geen/minder spreekangst
• Goed voorbereid op Taaldorp
• Grotere woordenschat

À la porte: terugvragen van paar woorden/zinnen uit dit gedeelte.

• Naam spellen
• Je voudrais (voorbeeld, eten & drinken)
• Vous pouvez répéter ?
• Je ne comprends pas

Révision: test

Stap 1: Meest gemaakte fouten bespreken via LessonUp

Stap 2: Individueel evaluatie invullen & toets bekijken

Stap 3: Inleveren 

> Alles inleveren bij docent op de juiste stapel.

Stap 4: Au travail

> Production Orale ex.1 (p.8)

A. français > néerlandais

  1. Dommage ! Mon frère ne vient pas et ma sœur non plus. 

A. français > néerlandais

5. De toute façon, j'ai besoin du nom de votre partenaire aussi. 

A2. français > néerlandais in zin

4. À certains endroits / vagues, le sol est pollué par les pesticides

A2. français > néerlandais in zin

7. L’examen consiste en / rapporte une partie théorique et une partie pratique. 

B. néerlandais > français

2. Tu peux venir me chercher vanaf 12h30.

BII. néerlandais > français in verhaal

Il fait beau, (3 – het landschap / het klimaat) … est agréable. Il y a du (4 – zon / regen) tous les jours

C1 - Imparfait (être)

2. Ik was le seul débutant.

C2 - Imparfait (-er)

4. Jullie keken la télévision chaque jour.

C2 - Imparfait (-er)

6. Pierre en Marie gaven niet leurs opinions sur leurs vacances d’été. 

D - Les pronoms - met nadruk

2. Qui vient de la Nouvelle Calédonie ? Zij (mv), Victor et Eline ?

E - Cultuurvragen

1. Wat zijn DROM-COM gebieden? 

Révision: test

Stap 2: Individueel evaluatie invullen & toets bekijken
> Vul eerst voorkant evaluatie in.

> Vul op de achterkant in: bij elk onderdeel het aantal fouten + wat voor soort fouten zijn het?
> Vul voor jezelf tips + tops in!

Vragen?

1. Bekijk éérst nogmaals de vraag + antwoord op het antwoordblad.
2. Vraag één van je groepsgenoten of zij het uit kunnen leggen.

3. Omcirkel de vraag en stel de vraag als docent bij je groepje is.

Stap 3: Inleveren

> Alles inleveren bij docent op de juiste stapel.

Klaar?

Production Orale - exercice 1 (p.8)

• Schrijf in je schrift (tip: maak na nakijken in Word document aan)
• Gebruik: hulpzinnen (p.3) , vocabulaire (p.11) & je boek! (geen internet)
• Gebruik: vraagwoorden / vraagzinnen  (p.162)
• D'abord: lees de introductie + hele gesprek: snap je waar het over gaat?

À l'hôtel

Corrigez

• Exercice 1 'Chiffres & mois'
• Exercice 2 'Date de naissance'
• Exercice 3 : Épelez
• Exercice 4: Passeport
• Exercice 5: Phrases-clés
• Exercice 6: catégories

À l'hôtel

Au travail!

Exercice 6: Catégorisez

• Verdeel vocabulaire van p.11 (schrijf alleen het Frans op)

Production Orale - exercice 1 (p.8)

• Schrijf in je schrift (tip: maak na nakijken in Word document aan)
• Gebruik: hulpzinnen (p.3) , vocabulaire (p.11) & je boek! (geen internet)
• Gebruik: vraagwoorden / vraagzinnen  (p.162)
• D'abord: lees de introductie + hele gesprek: snap je waar het over gaat?
• Ensemble:

1.  Je groet de réceptionist en vraagt of je stoort.

2. Je vraagt of hij/zij een kamer vrij heeft voor 2 personen. Jullie willen 2 nachten blijven.

Fini? Maak p.9 OF oefen vocabulaire À l'hôtel

www.quizlet.live

À l'hôtel

Les devoirs

Les devoirs

• Mk. Production Orale - ex. 2 (p.9)
• Lr. À l'hôtel (p.11)

Lesdoelen 

• Ik kan mijn voor- & achternaam spellen.// Ik kan tot 100 tellen in het Frans // Ik kan vertellen wat mijn geboortedatum is.
• Ik kan een kamer reserveren in een hotel.
• Ik kan vertellen wat er goed ging op mijn repetitie en waar ik nog op moet letten voor de volgende keer.

Taaldorp 

Le programme

• Parlez! | 10'
• Au travail: évaluation / taaldorp | 15'
• Corrigez: production écrite | 15'
• Vocabulaire | 10'

Les devoirs

Mk: Docteur: ex. 1 + 2 (p.17)

Lr: vocabulaire 'Chez le docteur (p.17-18)

Lesdoelen

• Ik kan mijn voor- & achternaam spellen.// Ik kan tot 100 tellen in het Frans // Ik kan vertellen wat mijn geboortedatum is.
• Ik kan een kamer reserveren in een hotel.
• Ik heb een taaldorp gesprek van 'À l'hôtel' (p.8/9) correct in mijn schift staan.
• (Ik kan vertellen wat er goed ging op mijn repetitie en waar ik nog op moet letten voor de volgende keer.)

Questions et réponses

Objectifs (doelen): Doeltaal-leertaal

• Meer Frans spreken in de klas
• Geen/minder spreekangst
• Goed voorbereid op Taaldorp
• Grotere woordenschat

À la porte: terugvragen van paar woorden/zinnen uit dit gedeelte.

• Naam spellen
• Je voudrais (voorbeeld, eten & drinken)
• Vous pouvez répéter ?
• Je ne comprends pas

À l'hôtel

Au travail!

Repetitie: évaluation / Feedback

• Als je je repetitie evaluatie nog niet af had en/of nog vragen hebt, dan stel je die eerst.
• Sta je een 6,0 of lager voor Frans / Heb je een O/Z voor je WI? Kom zelf een feedbackvraag stellen.

Production Orale - Exercice 2 (p.8) 

• Schrijf in je schrift (tip: maak na het nakijken in Word document aan)
• Gebruik: hulpzinnen (p.3) , vocabulaire (p.11) & je boek! (geen internet)
• Gebruik: vraagwoorden / vraagzinnen  (p.162)
• D'abord: lees de introductie + hele gesprek: snap je waar het over gaat?

Fini? Oefen vocabulaire À l'hôtel (p.11) / Hulpzinnen (p.3) 

• Keuze: Oefen met de vocabulaire met de kruiswoordpuzzel (haal op bij docent)
• OF: maak je huiswerk voor woensdag (ex. 1 + 2 Chez le docteur, p.12)

À l'hôtel

Corrigez

Production Orale - A3: Exercice 1 én 2 (p.8) 

• Schrijf in je schrift (tip: maak na nakijken in Word document aan)
• Geef altijd aan als je iets anders had!

www.quizlet.live

À l'hôtel

Les devoirs

Les devoirs

• Mk.+ Lr.  Production Orale - ex. 2 (p.9)
• Lr. À l'hôtel (p.11) & Hulpzinnen (p.3)

Lesdoelen 

• Ik kan mijn voor- & achternaam spellen.// Ik kan tot 100 tellen in het Frans // Ik kan vertellen wat mijn geboortedatum is.
  
• Ik kan een kamer reserveren in een hotel.
  
• Ik heb een taaldorp gesprek van 'À l'hôtel' (p.8/9) correct in mijn schift staan.
  
• (Ik kan vertellen wat er goed ging op mijn repetitie en waar ik nog op moet letten voor de volgende keer.)

A3V3 - Unité 2