herhaling woordsoort zn bn lw

Wat is geen zn?
A
bladeren
B
Marco
C
Azië
D
mooie
1 / 18
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is geen zn?
A
bladeren
B
Marco
C
Azië
D
mooie

Slide 1 - Quiz

Zn zijn namen van :
A
mensen, dieren, dingen, planten
B
mensen, dieren, dingen
C
antwoord a en: landen, eigennamen, merken

Slide 2 - Quiz

Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over een zn en staat ook altijd voor een zn
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Hoe herken je een zn?
A
Je kunt er een lidwoord voor zetten.
B
Door de zin langer te maken.
C
Door achterstevoren te lezen.
D
door te kijken of het alleen staat.

Slide 4 - Quiz

Wat is een ZN?
A
Hoofd
B
Geweldig
C
Jij
D
Wachten

Slide 5 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van een ZN?
A
Je kunt er enkelvoud en meervoud van maken.
B
Je kunt er een verkleinwoordje van maken.
C
Het is soms met en soms zonder - e
D
Je kunt er een lidwoord voorzetten.

Slide 6 - Quiz

Wat is niet waar over het ZN?
A
Heeft een verkleinwoordje
B
Heeft enkelvoud en meervoud
C
Kan van tijd veranderen
D
Kun je een lidwoord voor zetten.

Slide 7 - Quiz

Waar staat lw voor?
A
Lastig werk
B
Laatste woord
C
Lidwoord
D
Laag water

Slide 8 - Quiz

Wat is een lidwoord? (lw)
A
De, het of een
B
Woorden die iets over een ander woord zeggen
C
En, maar of omdat
D
Wijst iets aan

Slide 9 - Quiz

Welke zijn de lw
A
de, het en een
B
geen idee
C
deze, die en dat
D
daar, waar en waarom

Slide 10 - Quiz

LW?
A
het
B
in
C
riem
D
achter

Slide 11 - Quiz

Wat zijn lidwoorden (lw)?
A
de, het, een
B
achter, voor, naast
C
of, en, ene
D
over, onder, boven

Slide 12 - Quiz

BN?
A
gitaar
B
grappige
C
boosheid
D
derde

Slide 13 - Quiz

Wat is een kenmerk van een bn?
A
Geeft een kenmerk of eigenschap
B
Kan in het enkelvoud of meervoud staan

Slide 14 - Quiz

Herhalingsvraag!

(bn lekker) Een ... kom tomatensoep
(bn lekker) De ... kom tomatensoep
A
lekkere, lekkere
B
lekkere, lekker
C
lekker, lekker
D
lekker, lekkere

Slide 15 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van een BN?
A
Het is een soort werkwoord.
B
Je kunt het voor een ZN zetten
C
Het heeft soms wel en soms geen -e
D
Het geeft extra info over een ZN.

Slide 16 - Quiz

Definitie van een bn is....
A
een woord voor een mens, dier, ding, plant
B
een woord dat een kenmerk of eigenschap voor een zn geeft
C
een woord dat een actie aangeeft, een doe-woord
D
een woord dat een plaats of tijd aangeeft

Slide 17 - Quiz

Welk BN is een stoffelijk BN?
A
lelijk
B
stoffen
C
blauwe
D
knappe

Slide 18 - Quiz