Begrijpend lezen, blok 1, les 5

Doel
Ik kan, door de tekst goed te bekijken, bepalen wat voor soort tekst het is (weettekst, verhaal of een gedicht).
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Doel
Ik kan, door de tekst goed te bekijken, bepalen wat voor soort tekst het is (weettekst, verhaal of een gedicht).

Slide 1 - Diapositive

Wolken
hoe kan het
dat de wolken blijven hangen
kun je ze niet vangen
met een hengel of een touw
zijn ze van watten
of van pluizen
zijn ze net zo hoog als huizen
hoe kan het het
dat de wolken steeds weer komen
en weer gaan
hoe kan het
dat ze altijd verder zweven
dat er nooit eens één
een tijdje stil blijft staan

Slide 2 - Diapositive

Wat voor soort tekst is dit denk je?
A
Verhaal
B
Weettekst
C
Gedicht

Slide 3 - Quiz

Waarom is dit een gedicht?
- De regels zijn kort
- De woorden en zinnen klinken mooi
- Rijmen?

Slide 4 - Diapositive

Wat is het onderwerp van dit gedicht?
A
Wolken
B
Lucht
C
Wit
D
Zweven

Slide 5 - Quiz

Wat is het belangrijkste wat over dit onderwerp wordt gezegd (hoofdgedachte)?

Slide 6 - Question ouverte

Tekstboek
Blz. 12 en 13

Slide 7 - Diapositive

Wat is de titel van deze tekst?

Slide 8 - Question ouverte

Hoeveel regels heeft deze tekst?

Slide 9 - Question ouverte

Hoeveel plaatjes heeft deze tekst?

Slide 10 - Question ouverte

Wat voor soort tekst is dit denk je?
A
Weettekst
B
Gedicht
C
Verhaal

Slide 11 - Quiz

Hoed

Slide 12 - Carte mentale

We lezen samen de tekst

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Misschien is …… te groot
A
hij
B
hem

Slide 15 - Quiz

Maar niemand zet ……. op
A
hij
B
hem

Slide 16 - Quiz

Al meer dan honderd jaar
ligt die hoe daar.
Al meer dan honderd jaar.
Dat is raar.
Wat is raar?

Slide 17 - Question ouverte

De hoed is boos. In een gedicht of een verhaal kan dat. Waarom is de hoed boos? 2 antwoorden.
A
Hij wil op een hoofd.
B
Hij wil eten.
C
Hij wil een andere kleur.
D
Hij wil weg uit de kast.

Slide 18 - Quiz

Schrijf in één zin waar deze tekst over ging (hoofdgedachte)

Slide 19 - Question ouverte

Wat vond je van deze tekst?
A
Niet leuk
B
Een beetje leuk
C
Leuk
D
Heel leuk

Slide 20 - Quiz