Vrijheid, gw art. 1, discriminatie

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

LESDOELEN
Je kunt antwoord geven op de volgende vragen: 
  1. Wat is discriminatie?
  2. Wat staat er in artikel 1 van de grondwet? 

Slide 2 - Diapositive

Na de Tweede Wereldoorlog
Sinds 5 mei 1945 is Nederland bevrijd. 

Wat is vrijheid? Vrijheid is een grondrecht. Het betekend dat je niet ALLES kunt doen en laten wat je wilt. Jouw vrijheid eindigt waar je die van anderen beperkt.

Het heeft dus OOK te maken met VERANTWOORDELIJKHEID.

Slide 3 - Diapositive

DISCRIMINATIE
een persoon 
of groep 
anders 
behandelen, 
omdat ze bij 
een bepaalde 
groep horen 

Slide 4 - Diapositive

DE GRONDWET
Een wet waarin de belangrijkste regels (rechten + plichten)
staan voor alle inwoners van een land.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

ARTIKEL 1 VAN DE GRONDWET

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Slide 7 - Diapositive

DISCRIMINATIE
In artikel 1 van de grondwet staat dat discrimineren strafbaar is. Discriminatie betekent letterlijk: onderscheid maken. Bij discriminatie behandel je mensen die eigenlijk gelijk moeten zijn, toch anders. Er bestaan verschillende vormen van discriminatie:
 
1. Ras
2. Geslacht
3. Seksuele geaardheid (homo- of heteroseksueel)
4. Politieke overtuiging (ideeën over hoe iedereen zou moeten samenleven)
5. Godsdienst (waar je in gelooft)
6. Handicap of ziekten
7. Burgerlijke staat (getrouwd? single?)
8. Leeftijd

Slide 8 - Diapositive

IS DIT DISCRIMINATIE?
Een autorijschool neemt geen vrouwen aan, omdat de eigenaar vindt dat vrouwen niet kunnen autorijden.
A
nee
B
ja, racisme (ras)
C
ja, seksisme (geslacht)
D
ja, vanwege geaardheid

Slide 9 - Quiz

IS DIT DISCRIMINATIE?
Een katholieke school neemt een man niet aan omdat hij getrouwd is met een man.
A
nee
B
ja, racisme (ras)
C
ja, seksisme (geslacht)
D
ja, vanwege geaardheid

Slide 10 - Quiz

IS DIT DISCRIMINATIE?
Een man wordt niet aangenomen op een school, omdat hij geen diploma heeft.
A
nee
B
ja, racisme (ras)
C
ja, seksisme (geslacht)
D
ja, vanwege leeftijd

Slide 11 - Quiz

IS DIT DISCRIMINATIE?
Een man mag geen rok of korte broek dragen naar zijn werk op kantoor, een vrouw wel.
A
nee
B
ja, racisme (ras)
C
ja, seksisme (geslacht)
D
ja, vanwege leeftijd

Slide 12 - Quiz

IS DIT DISCRIMINATIE?
Een vrouw mag bij de bank niet achter de receptie werken omdat ze een hoofddoek draagt. Ze mag alleen op het kantoor werken, waar ze geen klanten tegenkomt.
A
nee
B
ja, racisme (ras)
C
ja, seksisme (geslacht)
D
ja, vanwege geloof

Slide 13 - Quiz

IS DIT DISCRIMINATIE?
Een Engelse vrouw komt in Amsterdam wonen. Ze wil in een restaurant gaan werken, maar wordt niet aangenomen omdat ze geen Nederlands spreekt.
A
nee
B
ja, racisme (ras)
C
ja, seksisme (geslacht)
D
ja, vanwege geloof

Slide 14 - Quiz

IS DIT DISCRIMINATIE?
Drie jongens met een Marokkaanse afkomst willen wat kopen in de supermarkt, maar de beveiliger laat ze niet tegelijk binnen. “Maximaal 2 scholieren tegelijk”, zegt hij. Even later komen er drie witte jongens bij de supermarkt, zij mogen wel meteen naar binnen.
A
nee
B
ja, racisme (ras)
C
ja, seksisme (geslacht) (of mannisme volgens jullie)
D
ja, vanwege geloof

Slide 15 - Quiz

IS DIT DISCRIMINATIE?
Een student wil een huis huren in Amsterdam, maar de huiseigenaar verhuurt het huis niet aan haar omdat zij als student niet genoeg geld verdient.
A
nee
B
ja, racisme (ras)
C
ja, seksisme (geslacht)
D
ja, vanwege leeftijd

Slide 16 - Quiz

EVALUATIE

Slide 17 - Diapositive

Wat is discriminatie?
Omschrijf in je eigen woorden.

Slide 18 - Question ouverte

Wat staat er in artikel 1 van de grondwet?
Leg uit in je eigen woorden.

Slide 19 - Question ouverte

Hoe serieus heb je met deze les meegedaan?
A
heel serieus
B
serieus genoeg, ik heb de doelen behaald
C
beetje serieus, was af en toe afgeleid, had meer kunnen leren
D
niet serieus, deed andere dingen tussendoor

Slide 20 - Quiz