Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
RUIMTE
herhaling vormgevingsaspecten
Slide 1 - Diapositive
Ruimte
Alle begrippen die bij ‘ruimte’ horen zeggen iets over de ruimtesuggestie / ruimtewerking in een schilderij. Door het trucje, het vormgevingsaspect 'ruimte', lijkt het alsof een plat schilderij diepte heeft.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Leg uit waarom de afbeelding links ruimtelijker is dan de afbeelding rechts.
Slide 4 - Question ouverte
Ruimte kan op een plat vlak gemaakt worden door licht en schaduw toe te voegen.
Ruimte kan ook gemaakt worden door toevoeging van perspectief!
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
De horizon zie je bij punt:
A
A
B
B
C
C
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Het verdwijnpunt zie je bij
A
A
B
B
C
C
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Welk begrip zie je op de horizon? Het zorgt voor ruimtewerking en maakt gebruik van kleur vervaging.
Slide 11 - Question ouverte
De schilder nam een standpunt in, welke?
A
kikvorsperspectief
B
ooghoogte
C
vogelvluchtperspectief
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Op welk stantpunt sta je als bezoeker?
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Welk begrip dat voor ruimtewerking zorgt zie je op de afbeelding?
A
maatverhouding
B
gestroomlijnd
C
verkorting
D
vervaging
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Welk begrip dat voor ruimtewerking zorgt zie je op de afbeelding?
A
vogelvluchtperspectief
B
gedetailleerd
C
gesloten vorm
D
Groot voor - klein achter
Slide 18 - Quiz
Welk begrip dat voor ruimtewerking zorgt zie je op de afbeelding?
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Examenvragen
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Het portret is indringend. Leg aan de hand van het vormgevingsaspect ruimte uit waardoor het portret indringend is.
Slide 23 - Question ouverte
De jongen mocht voor de foto een eigen emotie kiezen. Leg aan de hand van een voorstellingsaspect uit welke emotie de jongen toont.
Slide 24 - Question ouverte
Om de portretfoto te kunnen maken, moest de jongen de fotograaf kunnen vertrouwen. Geef twee redenen waarom de jongen JR moest kunnen vertrouwen.
Slide 25 - Question ouverte
Dromen vormen een belangrijke inspiratiebron voor de Belgische surrealist René Magritte. In 1959 schilderde hij Het kasteel in de Pyreneeën dat je ziet op de afbeelding.
Slide 26 - Diapositive
De rots op het schilderij ziet er dreigend uit.
-> Leg uit aan de hand van het aspecten van de vormgeving ruimte waardoor de rots dreigend overkomt.
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Diapositive
Bekijk figuur 1. Op de linker schets zie je een hekje, op de rechter schets ontbreekt dit hekje.
--> Noem twee effecten van het weglaten van het hekje.
Slide 29 - Question ouverte
<- Begrippen
Deze moet je weer weten!
Slide 30 - Diapositive
Bedankt!
Voor het maken!
Alleen nog herhaling cateorie 'kleur' en je bent qua aspecten klaar voor je examen!