7.3 - Foto's maken (deel 1)

§7.3 - Foto's maken
Leerdoelen:
10. Ik kan uitleggen hoe een camera obscura werkt.
11. Ik kan de eigenschappen van een bolle en holle lens benoemen en herkennen.
12. Ik kan het verloop van de lichtstralen door lenzen tekenen.
13. Ik ken de volgende begrippen met bijbehorende afkorting: voorwerpafstand (v), beeldafstand (b) en brandpunt (F).
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

§7.3 - Foto's maken
Leerdoelen:
10. Ik kan uitleggen hoe een camera obscura werkt.
11. Ik kan de eigenschappen van een bolle en holle lens benoemen en herkennen.
12. Ik kan het verloop van de lichtstralen door lenzen tekenen.
13. Ik ken de volgende begrippen met bijbehorende afkorting: voorwerpafstand (v), beeldafstand (b) en brandpunt (F).

Slide 1 - Diapositive

Ik kan uitleggen hoe een camera obscura werkt.
Deze schilder gebruikt een camera obscura om een portret te schilderen. 

Camera obscura = donkere kamer

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo


Leg in je eigen woorden uit hoe een camera obscura werkt.

Slide 4 - Question ouverte

Ik kan de eigenschappen van een bolle en holle lens benoemen en herkennen.
Bolle lens = positieve + lens
Holle lens = negatieve - lens

Bolle lenzen worden gebruikt om:
- een scherp beeld te krijgen 
- te vergroten
- lichtstralen te bundelen

Slide 5 - Diapositive

Ik kan de eigenschappen van een bolle en holle lens benoemen en herkennen.
Brandpunt = plek waar de gebroken lichtstralen samenkomen. In het grieks focus (f).
LUISTER DE UITLEG

Slide 6 - Diapositive


Welke lens heeft de korste brandpuntafstand?
A
B
C

Slide 7 - Quiz

Zet de begrippen op de juiste plek in het plaatje.
Lens
brandpunt
brandpunt afstand

Slide 8 - Question de remorquage

Waar zie je het spiegelbeeld?
A
dichterbij dan het voorwerp.
B
op dezelfde afstand als het voorwerp.
C
verder weg dan hetvoorwerp
D
voorwerpafstand = beeldafstand

Slide 9 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Met een bolle lens zie je voorwerpen van dichtbij scherp
B
Met een bolle lens zie je voorwerpen van veraf scherp
C
Met een platte lens zie je voorwerpen van dichtbij scherp

Slide 10 - Quiz


timer
5:00
Leg in een tekening uit wat  wat de begrippen voorwerpafstand (v), beeldafstand (b) en brandpunt (F) zijn.

Slide 11 - Question ouverte

Maak nu je huiswerk 7.3 vraag 1 t/m 10. Kijk hem na het maken na en maak een foto van je werkboek. Plaats deze hier.

Slide 12 - Question ouverte

Heb je nog vragen of wil je wat extra uitgelegd hebben, vul dat hier in.

Slide 13 - Question ouverte

Hoe goed beheers je de 4 leerdoelen?
Leerdoelen
Leerdoelen:
10. Ik kan uitleggen hoe een camera obscura werkt.
11. Ik kan de eigenschappen van een bolle en holle lens benoemen en herkennen.
12. Ik kan het verloop van de lichtstralen door lenzen tekenen.
13. Ik ken de volgende begrippen met bijbehorende afkorting: voorwerpafstand (v), beeldafstand (b) en brandpunt (F).
A
Ik beheers ze alle 4
B
Ik beheers er 3 van de 4
C
Ik beheers er 2 van de 4
D
Ik beheers er 1 of minder.

Slide 14 - Quiz