Toegepast rekenen 2F

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Toegepast rekenen

Na deze les:

• ken je de rekenregels
• weet je of jouw rekenmachine de rekenregels toepast
• kun je getallen afronden

Rekenregels: Hoe moeten wij van de onvoldoendes afkomen?

H = Haakjes wegwerken

M = Machtsverheffen

W = Worteltrekken

V = Vermenigvuldigen

D = Delen

O = Optellen

A = Aftrekken

Noteer het antwoord:
(1.349 - 15) x 67 =

(1.349 - 15) x 67

Haakjes wegwerken = 1.349 - 15 = 1.334

Dan vermenigvuldigen = 1.334 x 67 = 89.378

Wat is het antwoord dat jouw rekenmachine geeft bij deze som?

Noteer het antwoord:
5 + 196 : 4 =

5 + 196 : 4 =

Eerst delen: 

196 : 4 = 49

Dan optellen:

5 + 49 = 54

Wat is het antwoord dat jouw rekenmachine geeft bij deze som?

Noteer het antwoord:
54 + 16 x 99 =

54 + 16 x 99 =

Eerst vermenigvuldigen:

16 x 99 = 1.584

Dan optellen:

54 + 1.584 = 1.638

Wat is het antwoord dat jouw rekenmachine geeft bij deze som?

Noteer het antwoord:
25 : 5 x 4 - 6 + 3 =

25 : 5 x 4 - 6 + 3 =

Eerst delen:

25 : 5 = 5

Dan vermenigvuldigen:

5 x 4 = 20

Dan aftrekken:

20 - 6 = 14

Dan optellen:

14 + 3 = 17

Mijn rekenmachine volgt de rekenregels.

ja

nee

Algemene afrondregel:

Kijk altijd naar het cijfer rechts van het cijfer dat je wilt afronden.

Is dit cijfer < 5, rond dan het getal naar beneden af.

Is dit cijfer 5 of > 5, rond dan het getal naar boven af.

< = kleiner dan

> = groter dan

Afronden op ......

• hele getallen
• op decimalen (1 dec = 1 cijfer achter de komma)
• op 5-tallen
• op 10-tallen
• op 25-tallen
• op 100-tallen 

Rond 7,63 af op 1 decimaal

1. 7,7
2. 7,0
3. 8,0
4. 7,6

Rond 3.475 af op een 100-tal

1. 3.400
2. 3.450
3. 3.500
4. 4.000

Rond 4.357 af op een 50-tal

1. 4.350
2. 4.360
3. 4.300
4. 4.400

Rond 680 af op een 25-tal

1. 625
2. 650
3. 675
4. 700

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Wat vind je van deze les?

😒🙁😐🙂😃