2. De regering voert uit
Wat is politiek?
A
Het maken van keuzes en nemen van besluiten over het land, provincie en gemeente
B
Alle politici en ambtenaren bij elkaar
C
Democratie
D
Het recht om te mogen stemmen
1 / 22
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Wat is politiek?
A
Het maken van keuzes en nemen van besluiten over het land, provincie en gemeente
B
Alle politici en ambtenaren bij elkaar
C
Democratie
D
Het recht om te mogen stemmen
Slide 1 - Quiz
Wie hoort er niet bij de overheid?
A
Mark Rutte
B
Ambtenaren
C
Politieagent
D
Burgers
Slide 2 - Quiz
Wat is democratie?
A
het volk heeft invloed op politieke besluiten
B
dingen die voor de meeste mensen belangrijk is
C
de macht in handen van één persoon of partij
D
volkstemming over een belangrijk onderwerp
Slide 3 - Quiz
Nederland is een ............... democratie, want de bevolking kiest de volksvertegenwoordigers, die namens de bevolking beslissingen nemen.
A
Sociale
B
Indirecte
C
Directe
D
Politieke
Slide 4 - Quiz
Wat is een volksstemming over een belangrijk onderwerp?
A
Referendum
B
Verkiezing
C
Coalitie
D
Oppositie
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Het kabinet bestaat uit:
A
Koning en ministers
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Koning, minsters en kamerleden
D
Ministers en informateur
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Slide 12 - Diapositive
Voordat een nieuwe regering begint met regeren, schrijft ze belangrijke afspraken in …………………
Welke woorden zijn hier weggelaten?
Welke woorden zijn hier weggelaten?
A
de grondwet
B
de miljoenennota
C
de troonrede
D
het regeerakkoord
Slide 13 - Quiz
In Nederland kunnen ministers:
A
nooit deel uit maken van het parlement
B
ook in de Eerste Kamer zitten
C
ook in de Tweede Kamer zitten
D
samen een fractie in de Tweede Kamer vormen
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Welke uitspraak is ONJUIST over de politieke rol van de koning?
A
De koning zit in de regering
B
De koning mag politieke uitspraken doen
C
De koning leest op Prinsjesdag de Troonrede voor
D
De koning ondertekent alle wetten
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Wie schrijft de troonrede?
A
Minister-president
B
Minister van financiën
C
Minister van geldzaken
D
De koning
Slide 20 - Quiz
is de leider van de groep ministers
zit in de regering en is verantwoordelijk voor 1 bepaalde taak
Een groep mensen die dezelfde ideeen hebben over hoe het land gereerd moet worden.
Is het dagelijks bestuur van het land.
minister
minister president
regering
politieke partij
Slide 21 - Question de remorquage
Minister president
Eerste kamer
Tweede kamer
Ministers
