ALA VTH 3A les 5 injecteren 18 juni

Injecteren
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Injecteren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen??
- Hoe vind je het om een injectie te krijgen?

En....

- Hoe lijkt het je om een injectie te gaan geven?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht

Geef mevrouw Galwaard
Primperan 5 mg  s.c.
(in de flacon zit 25 mg/5 ml)
de te gebruiken injectietechniek is 45 graden

Lees/bekijk Zorgpad:
* klaarmaken injectie
*vaardigheid 4.4.1
* theorie subcutaan injecteren
*Vilans protocol s.c. injecteren
* filmpje subcutaan injecteren

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten

Geef mevrouw Galwaard
15 mcg Influvac i.m.
(de flacon beval 15 mcg/1 ml)
Lees/bekijk Zorgpad
* Intramusculair injecteren
*Vilans protocol
*filmpje intramusculair injecteren
* mevrouw wil graag weten wat ze krijgt en waarom? Leg dit aan haar uit

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De plaats van een insulineprik is vooral van belang voor de
A
bijwerkingen
B
opname snelheid
C
afbraak snelheid
D
voorkeur zorgvrager

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling met insuline is mogelijk bij type... bij diabetes
A
I
B
II
C
bij beide
D
Geen van bovenstaande

Slide 21 - Quiz

altijd bij type I
Bij type II als tabletten en veranderde leefwijze onvoldoende helpen
insuline spuit je
A
intracutaan
B
subcutaan
C
intramusculair
D
intraveneus

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een subcutane injectie geef je in
A
het onderhuids spierweefsel
B
een oppervlakkige ader
C
het onderhuids vetweefsel
D
een zenuw

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de huidplooitechniek heb je een... naald nodig dan bij de loodrechttechniek
A
kortere
B
langere

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de loodrechttechniek van de subcutane injectie
A
pak je tussen wijsvinger en duim een huidplooi
B
span je de huid tussen duim en wijsvinger
C
raak je de huid niet aan

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de huidplooitechniek spuit je in een hoe van ... graden
A
10 tot 20
B
25 tot 40
C
45 tot 60
D
60 tot 90

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil resorptie subcutaan en intramusculair injecteren
A
subcutaan: trage resorptie Intramusculair: snellere resorptie
B
intramusculair: trage resorptie subcutaan: snellere resorptie
C
er is geen verschil, afhankelijk van het medicijn

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je de rangeertechniek
A
bij etsende en stroperige vloeistoffen
B
bij een dikke subcutane huidlaag
C
wanneer de zorgvrager erg angstig is
D
bij een dunne subcutane huidlaag

Slide 28 - Quiz

om irritatie van de ingespoten vloeistof te voorkomen
stroperige vloeistoffen kunnen terugvloeien. Dit is pijnlijk aan het beschadigde subcutane weefsel