Spelling Blok 3 , 4 en 5

Spelling havo & vwo
Blok 3, 4 en 5
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Spelling havo & vwo
Blok 3, 4 en 5

Slide 1 - Diapositive

Dit kan je havo&vwo:
Blok 3
- het meervoud van een zelfst.nw vormen.
- een -n schrijven achter woorden als 'allen(n), beide(n) en sommige(n) als dat nodig is.
Blok 4
- de juiste tussenletter(s) in samenstellingen gebruiken.
- een samentrekking herkennen.
- het weglatingsstreepje gebruiken.
- de apostrof gebruiken
Blok 5:
- met leestekens de directe rede aangeven.
- de komma op de juiste manier gebruiken.

Dit ga je doen:
- werkwoorden op de juiste manier vervoegen.
- opdrachten maken met de beschreven doelen.

Slide 2 - Diapositive

Meervoud van zelfst.nw
Het meervoud van zelfstandige nw. schrijf je meestal zoals je het uitspreekt. De uitzonderingen:

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Meervouds -n bij verwijzingen
Woorden als beide(n), enkele(n) en vele(n)...enz.  schrijf je meestal zonder -n. Je schrijft wel een -n als er geen zelfstandig naamwoord achter staat en het wel betrekking heeft op meerdere personen.

VB: De vele toeristen willen allemaal hetzelfde zijn. (Er staat een zelfst.nw achter, dus geen -n.)
Van mijn vrienden zijn velen erg grappig. (Er staat geen zelfst.nw achter en het verwijst naar meerdere personen, dus wel -n.)
Zie ook het schema op de volgende sheet.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Aan het werk :
Blok 3
Havo: opdracht 1, 2, 3, 4


Vwo: opdracht 1, 2, 3, 4

Slide 8 - Diapositive

Tussenletters in samenstellingen
Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee of meer andere woorden, zoals fietsbel en theeglas.

Soms moet je één of twee tussenletters toevoegen om de samenstelling te maken: -e, -en of -s.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Samentrekking
Als een deel van een samenstelling twee keer achter elkaar voorkomt, kun je het één keer weglaten. Je maakt dan een samentrekking. Het weggelaten woorddeel vervang je door een weglatingsstreepje.
Vb: landbouw en tuinbouw --> land- en tuinbouw.
fietsverkoop en fietsverhuur --> fietsverkoop en -verhuur.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Weglatingsstreepje
Als je een samentrekking maakt van een samenstelling én een woordgroep, heb je alleen een weglatingsstreepje nodig als je een deel van de samenstelling weglaat.

Vb: basisschool en middelbare school --> basis- en middelbare school of middelbare en basisschool.

Slide 13 - Diapositive

Apostrof
Een apostrof heb je soms nodig om te zorgen dat je woorden goed uitspreekt. Bijvoorbeeld bij meervoudsvormen, bezitsvormen en verkleinwoorden. Je kunt hem ook gebruiken als je letters weglaat. In het schema zie je de belangrijkste regels.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Aan het werk
Blok 4
Havo: opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6

Vwo: opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6

Slide 16 - Diapositive

Directe rede
Als je opschrijft wat iemand zei, maar niet de woorden letterlijk opschrijft heb je het over de indirecte rede.
Als je opschrijft wat iemand zei/zegt en die woorden letterlijk op papier zet, heb je het over de directe rede.  Je schrijft woord voor woord op wat iemand zegt, dat noem je een citaat. Je zet een citaat altijd tussen aanhalingstekens. 

Je kunt die directe rede op verschillende manieren weergeven, zie schema.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Komma
Met een komma maak je een zin overzichtelijker. Je laat zien waar de lezer een korte pauze in kan lassen. Voor de regels, zie het schema.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Aan het werk
Blok 5
Havo: opdracht 1, 2, 3, 4

Vwo: opdracht 1, 2, 3, 4

Slide 21 - Diapositive