Hoofdstuk 3 EHBO

EHBO 
  1. Hoofdstuk 3 Volgorde eerste hulp
  2. Toetsvragen hoofdstuk 3
  3. Praktijk: Snelverband 
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

EHBO 
  1. Hoofdstuk 3 Volgorde eerste hulp
  2. Toetsvragen hoofdstuk 3
  3. Praktijk: Snelverband 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Welke Professionele hulpdiensten
ken jij?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

3.3 begrippen eerste hulp
- Maak 3.3 blz 196, 197
- Maak gebruik van internet
Ben je klaar? begrippen hoofdstuk 3
timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

3.4 vijf belangrijkste punten
lees en maak blz 198 t/m 206





klaar? Begrippen hoofdstuk 3
timer
30:00

Slide 8 - Diapositive

Praktijk snelverband

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

blz 207 de meldkamer

Slide 16 - Diapositive

Blz 208 de meldkamer

Slide 17 - Diapositive

Jij bent meisje in het rood, wat zou je doen als je deze situatie tegen komt volgens het 5-stappenplan

Slide 18 - Diapositive

Het 5 stappenplan
Stappenplan dat ervoor zorgt dat je rustig blijft wanneer er sprake is van een slachtoffer. De stappen zijn:

1. Let op gevaar.
2. Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert.
3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.
4. Zorg voor professionele hulp.
5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Maak hoofdstuk 3 helemaal af
timer
30:00

Slide 21 - Diapositive

Test je kennis hoofdstuk 3

Slide 22 - Diapositive

Wat betekent de afkorting EHBO?

Slide 23 - Question ouverte

Als je ‘Op gevaar let’, dan zorg je:
A
dat het slachtoffer tegen de zon beschermd wordt.
B
dat je kijkers op afstand houdt.
C
voor de veiligheid van jezelf, de omstanders en het slachtoffer.
D
voor het wegleggen van waardevolle spullen.

Slide 24 - Quiz

Om goed te kunnen bepalen wat het slachtoffer mankeert ga je eerst na wat er is gebeurd.
A
Juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Als je nagaat wat het slachtoffer mankeert, controleer je eerst de ademhaling.
A
Juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Je stelt een slachtoffer gerust door:
A
boos te worden als het slachtoffer naar jou geïrriteerd en onredelijk reageert.
B
in paniek te raken en te gaan roepen om hulp.
C
te wachten tot het slachtoffer rustig is en dan gaan helpen.
D
te zeggen wie je bent, kalm te blijven en vriendelijkheid uitstralen.

Slide 27 - Quiz

Stel dat je alleen zou zijn, je ziet iemand naar zijn borst grijpen en valt neer, hoe zou je dan hulp van een omstander vragen?
A
Je belt naar een bekende en vraagt om naar de plaats van het ongeval te komen.
B
Je vraagt geen hulp maar belt zelf naar 112.
C
Je spreekt een omstander rechtstreeks aan en zegt ‘kun jij even hier blijven, ik heb je hulp nodig’.
D
Je vraagt in het algemeen ‘wil iemand mij even helpen’?

Slide 28 - Quiz

Hoe heet de EHBO-greep waarmee je een slachtoffer uit een gevaarlijke situatie verplaatst?
A
Stabiele zijligging
B
Driepuntsgreep
C
Heimlichgreep
D
Rautekgreep

Slide 29 - Quiz

Bij extreme warmte of felle zon kan het slachtoffer onderkoeld raken.
A
Juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Het doel van een reddingsdeken is om de temperatuur van het slachtoffer goed te houden.
A
Juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

'Je bent onderweg naar school als je een meisje met de fiets ziet oversteken. Het is een erg drukke weg, maar het meisje kijkt niet goed uit en ziet niet dat er er een auto nadert. De auto kan nog net uitwijken, maar kan niet voorkomen dat het meisje door de schrik van haar fiets valt.''

Wat doe je als eerste?
A
Je controleert het bewustzijn.
B
Je controleert of er letsel is.
C
Je let op gevaar.
D
Je verplaatst het slachtoffer.

Slide 32 - Quiz



Wat wordt ermee bedoeld als een slachtoffer buiten bewustzijn is?
A
Het slachtoffer is onrustig en zwaait met zijn handen op en neer.
B
Het slachtoffer reageert niet, maar heeft wel nog besef van zijn omgeving.
C
Het slachtoffer reageert niet, maar is in een diepe slaap.
D
Het slachtoffer reageert op geen enkele prikkel vanuit zijn omgeving.

Slide 33 - Quiz

In de eerste hulp spreekt men van ABC als methode om de vitale functies van het slachtoffer te controleren. Welke vitale functies worden hier bedoeld?

A
Actie, Beweging, Consequentie.
B
Ademhaling, Bloeding, Concentratie.
C
Ademhaling, Bewustzijn, Circulatie.
D
Actie, Bewustzijn, Contact

Slide 34 - Quiz


Wat is de betekenis van hypothermie?

A
Een toestand waarbij de lichaamstemperatuur hoger is dan 38 graden.
B
Een toestand waarbij de lichaamstemperatuur lager is dan 34 graden.
C
Een toestand waarbij het slachtoffer een rode huid heeft.
D
Een toestand waarbij het slachtoffer een zeer snelle hartslag heeft.

Slide 35 - Quiz

Een reddingsdeken, oftewel isoleerdeken, beschermt een slachtoffert tegen een te lage of te hoge temperatuur. Welk lichaamsdeel pak je goed in met de deken?
A
Handen
B
Hoofd
C
Rug
D
Voeten

Slide 36 - Quiz

De reddingsdeken is een deken van aluminiumfolie en heeft een zilverkleurige kant en een goudkleurige kant. Welke kant is naar buiten gekeerd bij een slachtoffer met een hitteberoerte?

A
Beide kanten van de reddingsdeken zijn gelijk.
B
De goudkleurige kant van de reddingsdeken.
C
De onderkant van de reddingsdeken.
D
De zilverkleurige kant van de reddingsdeken.

Slide 37 - Quiz

Als eerstenhulpverlener neem je contact op met 112. Wat wil de centralist het EERST van jou weten?
A
of de omgeving veilig is of dat er een hond in de buurt is.
B
op welk nummer je het beste teruggebeld kunt worden.
C
of je al een ambulance of andere hulpverlener hebt gebeld.
D
wat er aan de hand is en waar het slachtoffer zich bevindt

Slide 38 - Quiz

Als het slachtoffer een wond heeft dan is kans op een besmetting het grootst. Hoe hou jij hier rekening mee tijdens de eerste hulp?
A
Je houdt er geen rekening mee; het risico op besmetting is erg laag.
B
Je verleent geen eerste hulp en laat de wond verzorgen door de ambulance.
C
Je trekt wegwerphandschoenen aan voordat je eerste hulp verleent.
D
Je wast de handen van het slachtoffer voordat je eerste hulp verleent.

Slide 39 - Quiz

Ik vond deze les...
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Sondage

Ik weet nu wat meer over de 5 punten van de EHBO...
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Sondage

Ik kan de 5 punten van de EHBO toepassen...
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Sondage

Slide 43 - Vidéo

Slide 44 - Vidéo