Revision Unit 3 lj2 mh
1 / 19
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
to strip the bed
Slide 4 - Question ouverte
to realise
Slide 5 - Question ouverte
to be worn out
Slide 6 - Question ouverte
linens
Slide 7 - Question ouverte
grumpy
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
de hond uitlaten
Slide 10 - Question ouverte
voorbereiden; klaarmaken
Slide 11 - Question ouverte
zorgen voor
Slide 12 - Question ouverte
stofzuiger
Slide 13 - Question ouverte
afval; rommel
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
kunnen, mogen
zou kunnen, beleefd vragen om hulp
kunnen, in staat zijn
mogen, toestemming hebben
could
to be able to
to be allowed to
can
Slide 16 - Question de remorquage
alleen gebruik in de present simple (tegenwoordige tijd)
gebruik je in alle tijden
present simple (tegenwoordige tijd) of past simple (verleden tijd)
gebruiken in alle tijden
can
could
to be able to
to be allowed to
Slide 17 - Question de remorquage
Slide 18 - Diapositive
zou moeten (advies)
iets is noodzakelijk of moet (formeel)
iets is noodzakelijk of moet (informeel)
als iets niet anders kan; het moet wel zo zijn
must
have to / has to
should
must
