4.1 Hoe houd ik grip op geld?

Hoe houd ik grip op mijn geld?
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hoe houd ik grip op mijn geld?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maakt geld gelukkig?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Budgetteren volgens Nibud

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noodzakelijke uitgaven

- gas, water, licht
- voedsel en kleding
- verzekeringen
- huur, hypotheek
NIET noodzakelijke uitgaven

- concerten, terrasjes pakken
- merkschoenen
- tijdschriften
- apps, Netflix

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaste of variabele uitgaven?

Vast: Iedere maand hetzelfde 
--> Huur

Variabel: afhankelijk van de omstandigheden 
--> boodschappen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kopen op krediet
Heb je niet genoeg (spaar)geld?

Geld lenen
Kopen op afbetaling


GELD LENEN KOST GELD

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van kopen op krediet?
A
Een telefoon aanschaffen op afbetaling
B
Een internetbestelling doen via Ideal of Paypal
C
Parfum kopen met een waardebon

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de maximale rente die je over een aankoop op krediet kan betalen?
A
4% plus de wettelijke rente
B
8% plus de wettelijke rente
C
12% plus de wettelijke rente

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij wie leen je als je op afbetaling koopt?
A
Bij de winkel waar je het product gekocht hebt.
B
Bij het BKR waar geregistreerd staat dat je op krediet gekocht hebt.
C
Bij de geldverstrekker aan wie de winkel je gegevens heeft gegeven.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent kopen met uitgestelde betaling?
A
Dat je de aankoop direct betaalt, maar dat je de rente hierover pas na een tijd hoeft te betalen
B
Dat je de aankoop direct kunt gebruiken en pas over een tijdje start met de afbetaling hiervan.
C
Dat je de aankoop pas in bezit hebt nadat je deze hebt afbetaald, maar je betaalt geen rente

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke instantie kun je nagaan of je op krediet kunt kopen in jouw persoonlijke situatie?
A
Consumentenbond
B
Nibud
C
Stichting BKR

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hoogste bedrag(bestedingslimiet) dat je met je creditcard kunt betalen?
A
Tussen €1000 en €5000
B
Tussen €1000 en €10.000
C
Tussen €1000 en €20.000

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan het Nibud voor jou betekenen als je je aankoop op krediet niet kunt betalen?
A
Zij kunnen info en advies geven over wat je kan doen.
B
Zij kunnen je afbetaling kwijtschelden of betalingsregeling treffen.
C
Zij kunnen je bijstaan met juridisch advies om in beroep/bezwaar te gaan.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Geld 

(en hoe jij ermee omgaat)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

www.movisie.nl, 13 maart 2024:
Een derde van de jongeren heeft het afgelopen jaar problemen met geld ervaren. Het gaat met name om meer geld uitgeven dan er binnenkomt, schulden bij familie en het kopen van spullen op afbetaling

Dit blijkt uit het onderzoek ‘Hoe ben jij je Geld de Baas?’ dat in opdracht van Wijzer in geldzaken, is uitgevoerd onder ruim duizend 16-19 jarigen.

Slide 19 - Diapositive

Herkent iemand zich in deze drie punten?

Jouw top 10 (van belangrijke dingen)
  1. Vrienden en sociale contacten
  2. Onderwijs en carrière
  3. Gezondheid en welzijn 
  4. Hobby’s en interesses
  5. Familie
  6. Geld
  7. Geloof
  8. Zelfontwikkeling
  9. Technologie en sociale media
  10. Vrijheid en onafhankelijkheid

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jouw top 10 (van belangrijke dingen)

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nibud rapport 2015*
Gemiddeld hebben mbo-studenten ongeveer € 549 per maand te besteden. 
Dit bedrag omvat inkomsten uit studiefinanciering, bijdragen van ouders, stages, bijbanen, enzovoort.

Thuiswonende studenten: ongeveer € 455 per maand.
Uitwonende studenten: ongeveer € 903 per maand.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jij en jouw wekelijkse inkomsten
Rond de 100 eu
Rond de 250 eu
Rond de 500 eu
Meer dan 500 euro

Slide 23 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Jouw inkomsten
Hoeveel geld heb jij maandelijks te besteden?



Waarom vinden mensen het moeilijk om over 
inkomsten te praten?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jij en jouw wekelijkse uitgaven
< 10
< 20
< 50
< 100
100 +

Slide 25 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling:
Het internet "influenced" mijn uitgaven
Dat herken ik zeker
Dat is niet hoe ik leef

Slide 26 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Nodig of niet?
De nieuwste sneakers
WANT
NEED

Slide 28 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Nodig of niet?
De nieuwste mode
WANT
NEED

Slide 29 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Nodig of niet?
De nieuwste telefoon (2024)
WANT
NEED

Slide 30 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Nodig of niet?
Uitgaan op zaterdag
WANT
NEED

Slide 31 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Nodig of niet?
"Energy"
WANT
NEED

Slide 32 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: in je portfolio!
Hoe belangrijk is geld voor jou?
Waarom vind je geld wel of niet belangrijk?
Kun je 3 dingen benoemen die voor jou belangrijker zijn dan geld?

Stellingen: Ben je het er mee eens of mee oneens en waarom?
Jongeren kopen dingen om cool gevonden te worden.
Spullen kopen op afbetaling kan geen kwaad.
Geld lost alle problemen op.
Mensen met geld hebben meer vrienden.



Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions