Poëzie - vormkenmerken

Betekenis vs. vorm
Wat poëzie betekent?
Poëzie is voor interpretatie vatbaar... zoveel lezingen als er mensen zijn.
Over de vorm van poëzie kunnen we wel duidelijk zijn. 
                   vormkenmerken

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Betekenis vs. vorm
Wat poëzie betekent?
Poëzie is voor interpretatie vatbaar... zoveel lezingen als er mensen zijn.
Over de vorm van poëzie kunnen we wel duidelijk zijn. 
                   vormkenmerken

Slide 1 - Diapositive

rijm


  • rijmschema > eindrijm 
  • rijmklanken

Slide 2 - Diapositive

Hoe gaat het rijmschema verder?

Gebruik per rijmklank een letter
zoals in strofe 1
Een lerares die ik liefhad


Zij droeg een jurk, lang uit de modeA
en was zo mager als een lat,                  B
een rare stokvis, maar ze had                B
zo'n zeldzaam mooie lesmethode,     A

voor die tijd eigenlijk verboden:                    
het scheen, ze praatte zomaar wat,    
alsof je in haar kamer zat                         
te kletsen om de tijd te doden.             

Het leek gezellig en verkeerd,               
maar was, dat blijft, geraffineerd:       
ik ben in aardrijkskunde thuis.              

Wat heb ik veel van haar geleerd,        
ik had haar lief, mijn versje eert           
mejuffrouw Schelts van Kloosterhuis.  (Herman Pieter de Boer)


Slide 3 - Diapositive

Rijmschema
Een lerares die ik liefhad


Zij droeg een jurk, lang uit de modeA
en was zo mager als een lat,                  B
een rare stokvis, maar ze had                B
zo'n zeldzaam mooie lesmethode,     A

voor die tijd eigenlijk verboden:            A        
het scheen, ze praatte zomaar wat,    B
alsof je in haar kamer zat                         B
te kletsen om de tijd te doden.             A

Het leek gezellig en verkeerd,               C
maar was, dat blijft, geraffineerd:       C
ik ben in aardrijkskunde thuis.              D

Wat heb ik veel van haar geleerd,        C
ik had haar lief, mijn versje eert           C
mejuffrouw Schelts van Kloosterhuis. D (Herman Pieter de Boer)


Slide 4 - Diapositive

eindrijm
sleep de benaming naar de passende (fragmenten uit) gedichten.
Viervoeter

Een grijze wolf wordt zeer geprezen
omdat hij Shakespeare heeft gelezen
Hij zegt: ' 't Is niet eenvoudig, snap je,
Het zit veel dieper dan Roodkapje.'

(Johnny Kraaykamp)
Zij droeg een jurk, lang uit de mode,
en was zo mager als een lat,
een rare stokvis, maar ze had
zo'n zeldzaam mooie lesmethode,
SPLEEN
 
Ik zit mij voor het vensterglas
onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen.

(Godfried Bomans)
gepaard rijm
gekruist rijm
Omarmend rijm

Slide 5 - Question de remorquage

Rijmklanken

klanken ondersteunen vaak de inhoud van het gedicht. 
Schubert

Wat deden wij toen zij voorgoed
was verdwenen? Gesloten strot,
klei in de benen, geen lucht,

nergens lucht. Wij sliepen slecht
en elk woord werd een wond.
We slopen rond op onvaste voeten.

Liever weggevaagd, maar redding
is niet aan de orde. Schubert
staat op de standaard. Je hand

pakt de strijkstok. Wit geharst
knarst hij over de snaar. Zwijgend
begin je de zoektocht naar haar.

(Anna Enquist)



alliteratie
Wanneer beginmedeklinkers van woorden die dicht bij elkaar staan, gelijk zijn. 
a
assonantie
= klinkerrijm. Wanneer beklemtoonde klinkers gelijk zijn in opeenvolgende woorden. 
b

Slide 6 - Diapositive

Rijmklanken

Schubert

Wat deden wij toen zij voorgoed
was verdwenen? Gesloten strot,
klei in de benen, geen lucht,

nergens lucht. Wij sliepen slecht
en elk woord werd een wond.
We slopen rond op onvaste voeten.

Liever weggevaagd, maar redding
is niet aan de orde. Schubert
staat op de standaard. Je hand

pakt de strijkstok. Wit geharst
knarst hij over de snaar. Zwijgend
begin je de zoektocht naar haar.

(Anna Enquist)



alliteratie
Wanneer beginmedeklinkers van woorden die dicht bij elkaar staan, gelijk zijn. 
a

Slide 7 - Diapositive

Rijmklanken


Schubert

Wat deden wij toen zij voorgoed
was verdwenen? Gesloten strot,
klei in de benen, geen lucht,

nergens lucht. Wij sliepen slecht
en elk woord werd een wond.
We slopen rond op onvaste voeten.

Liever weggevaagd, maar redding
is niet aan de orde. Schubert
staat op de standaard. Je hand

pakt de strijkstok. Wit geharst
knarst hij over de snaar. Zwijgend
begin je de zoektocht naar haar.

(Anna Enquist)



assonantie
= klinkerrijm. Wanneer beklemtoonde klinkers gelijk zijn in opeenvolgende woorden. 
b

Slide 8 - Diapositive

rijm 
vs. herhaling 
Rijm
vs. 
herhaling

Slide 9 - Diapositive

Stijlfiguren

Schubert

Wat deden wij toen zij voorgoed
was verdwenen? Gesloten strot,
klei in de benen, geen lucht,

nergens lucht. Wij sliepen slecht
en elk woord werd een wond.
We slopen rond op onvaste voeten.

Liever weggevaagd, maar redding
is niet aan de orde. Schubert
staat op de standaard. Je hand

pakt de strijkstok. Wit geharst
knarst hij over de snaar. Zwijgend
begin je de zoektocht naar haar.

(Anna Enquist)



anafoor
herhaling van woorden of woordgroepen aan het begin van opeenvolgende verzen.  

Let op! Hier is dat dus niet het geval. Er is herhaling van lucht, maar een anafoor is zoiets als 
Niemand die het weet,
niemand die wat doet
niemand die het wat kan schelen... 
enjambement
Een zin loopt door over twee versregels.

Slide 10 - Diapositive

strofebouw

Slide 11 - Diapositive



4 terzines

Schubert

Wat deden wij toen zij voorgoed
was verdwenen? Gesloten strot,
klei in de benen, geen lucht,

nergens lucht. Wij sliepen slecht
en elk woord werd een wond.
We slopen rond op onvaste voeten.

Liever weggevaagd, maar redding
is niet aan de orde. Schubert
staat op de standaard. Je hand

pakt de strijkstok. Wit geharst
knarst hij over de snaar. Zwijgend
begin je de zoektocht naar haar.

(Anna Enquist)



Slide 12 - Diapositive



2 kwatrijnen
2 terzines
Een lerares die ik liefhad


Zij droeg een jurk, lang uit de mode,  
en was zo mager als een lat,                  
een rare stokvis, maar ze had                
zo'n zeldzaam mooie lesmethode,     

voor die tijd eigenlijk verboden:                    
het scheen, ze praatte zomaar wat,    
alsof je in haar kamer zat                         
te kletsen om de tijd te doden.             

Het leek gezellig en verkeerd,               
maar was, dat blijft, geraffineerd:       
ik ben in aardrijkskunde thuis.              

Wat heb ik veel van haar geleerd,        
ik had haar lief, mijn versje eert           
mejuffrouw Schelts van Kloosterhuis.  (Herman Pieter de Boer)


Slide 13 - Diapositive

distichon
terzine
kwatrijn
3 versregels
4 versregels
2 versregels

Slide 14 - Question de remorquage

poëzie of proza? 

Een gedicht bestaat meestal uit verschillende verzen en strofes. 
Soms niet...

Elke ochtend


Elke ochtend, tussen het aandoen
van zijn linker- en zijn rechterschoen
trekt zijn hele leven even langs
Soms komt de rechterschoen er dan
bijna niet meer van.

(Judith Herzberg)


prozaïsch
in proza, niet in dichtvorm, in de taal v. h. gewone leven; verhalend;
(ook:) alledaags, nuchter, eentonig, plat.

Slide 15 - Diapositive



beeldspraak


  • vergelijking
  • metafoor
  • metonymie
  • synesthesie

Slide 16 - Diapositive

Postexaminale depressie 

Als een dief 
In de nacht 
Treft de schoolbel me 
Tussen de schouderbladen  
En steelt mijn 
Laatste vraag 

Berooid verlaat 
Ik het klaslokaal 
Terwijl iemand 
Op de achtergrond 
Voelbaar tentharingen 
In mijn achterhoofd bonkt
Onopgeloste breuken 
Laten zich vandaag 
Weer eens niet lijmen 
Door toenaderings- 
Pogingen van mijn pen

En ook niet door leuke 
Woorden achteraf 
Al klinken die 
Nog zo groen 
En vers 

 
(Reinhart Speeckaert) 

Slide 17 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een vergelijking uit 'Postexaminale depressie'

Slide 18 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een metafoor uit 'Postexaminale depressie'

Slide 19 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van een personificatie uit 'Postexaminale depressie'

Slide 20 - Question ouverte

Postexaminale depressie 

Als een dief 
In de nacht 
Treft de schoolbel me 
Tussen de schouderbladen  
En steelt mijn 
Laatste vraag 

Berooid verlaat 
Ik het klaslokaal 
Terwijl iemand 
Op de achtergrond 
Voelbaar tentharingen 
In mijn achterhoofd bonkt
Onopgeloste breuken 
Laten zich vandaag 
Weer eens niet lijmen 
Door toenaderings- 
Pogingen van mijn pen

En ook niet door leuke 
Woorden achteraf 
Al klinken die 
Nog zo groen 
En vers 

 
(Reinhart Speeckaert) 
synesthesie
Wanneer verschillende zintuiglijke waarnemingen in één uitdrukking worden gecombineerd bv. schreeuwende kleuren. 

Op de Wikipediapagina vind je meer voorbeelden en toelichting. 

Slide 21 - Diapositive


dichtvormen

Vaste dichtvormen
  • rondeel
  • sonnet
  • ballade 
Vrij vers/free verse
Klankdicht
Visuele poëzie



Slide 22 - Diapositive