Blok 2 - les 19 - toets 2 redactiesommen

Meer, minder...
Welke rekenwoorden ken je?
1 / 15
suivant
Slide 1: Carte mentale
RekenenBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Meer, minder...
Welke rekenwoorden ken je?

Slide 1 - Carte mentale

Denk aan woorden over optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen.
Zoek de verschillen...
Wat is het verschil tussen deze 2 sommen?

  • Ik heb 7 snoepjes en eet er 2 op. Hoeveel heb ik er nog over?
  • 7-2= ?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhaalsommen
Bij verhaalsommen wordt de som in de
vorm van een verhaaltje gegeven.

Er staan geen min- of plustekens in het verhaal,
je moet zelf  bedenken wat je moet doen!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor som staat in het verhaaltje?
Yashvant had 5 pennen maar hij heeft er 3 verloren. Hoe veel pennen heeft Yashvant nu nog over?
A
Optellen
B
Aftrekken
C
Delen
D
Vermenigvuldigen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Optelsommen

en
erbij
bij elkaar
samen
meer dan
in totaal

Aftreksommen

eraf
tekort
minder (dan)
(hoeveel) over
verschil

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor som staat in het verhaaltje?
Lotte koopt 3 zakken appels. 
In elke zak zitten 5 appels. 
Hoeveel appels heeft Lotte nu in totaal?
A
Optellen
B
Aftrekken
C
Delen
D
Vermenigvuldigen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Keersommen

keer 
maal
elke
ieder
evenveel
in totaal

Deelsommen

delen
verdelen
elke 
ieder
evenveel
helft

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijk
  • lees het hele verhaaltje 2 keer
  • bedenk dan pas wat je moet doen om het uit te rekenen
  • Optellen? Aftrekken? Vermenigvuldigen? Delen?
  • reken je som uit
  • gebruik je stappenplan en papier!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor som staat in het verhaaltje?
Yara heeft 5 paar schoenen. Haar zusje heeft 4 paar schoenen. Hoeveel paar schoenen hebben zij samen?
A
Optellen
B
Aftrekken
C
Delen
D
Vermenigvuldigen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 19 - toets 2 - bladzijde 12
Heel veel succes met de opdracht, zet hem op!

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions