Het Glucosemetabolisme in het Menselijk Lichaam

Het Glucosemetabolisme in het Menselijk Lichaam

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je het glucosemetabolisme in het menselijk lichaam uitleggen.

Introduceer het leerdoel en leg uit wat de leerlingen zullen leren in deze les.

Wat is glucose?

Glucose is een soort suiker dat het lichaam gebruikt voor energie. Het wordt gevormd wanneer koolhydraten worden afgebroken.

Leg uit wat glucose is en waar het vandaan komt.

Insuline

Insuline is een hormoon dat wordt geproduceerd door de alvleesklier. Het helpt glucose uit het bloed te halen en naar de cellen te brengen voor energie.

Beschrijf de rol van insuline in het glucosemetabolisme.

Glycogeen

Glycogeen is een soort suiker dat wordt opgeslagen in de lever en spieren. Het kan worden afgebroken tot glucose wanneer het lichaam extra energie nodig heeft.

Leg uit wat glycogeen is en waar het wordt opgeslagen.

Glucagon

Glucagon is een hormoon dat wordt geproduceerd door de alvleesklier. Het helpt glycogeen af te breken tot glucose wanneer het lichaam extra energie nodig heeft.

Beschrijf de rol van glucagon in het glucosemetabolisme.

Koolhydraatarm dieet

Een koolhydraatarm dieet kan leiden tot een vermindering van insuline en glycogeen, waardoor het lichaam vet gaat verbranden voor energie.

Leg uit hoe een koolhydraatarm dieet het glucosemetabolisme kan beïnvloeden.

Type 1 diabetes

Type 1 diabetes treedt op wanneer het lichaam geen insuline meer produceert. Mensen met type 1 diabetes moeten insuline-injecties krijgen om hun bloedsuikerspiegel te beheersen.

Beschrijf wat er gebeurt bij type 1 diabetes en hoe het wordt behandeld.

Type 2 diabetes

Type 2 diabetes treedt op wanneer het lichaam insuline niet goed meer kan gebruiken. Het kan worden voorkomen of beheerd door een gezonde levensstijl en medicatie.

Beschrijf wat er gebeurt bij type 2 diabetes en hoe het kan worden voorkomen of beheerd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.