Les 1 (non)Fictie , (niet)realistisch, verhaalsoort

Fictie 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Fictie 

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je vandaag doen?
- We gaan eerst 15 minuten verder lezen in je boek.
- Daarna gaan we enkele begrippen behandelen die je nodig hebt voor je presentatie.
- Je gaat op zoek in je boek naar deze begrippen

Slide 2 - Diapositive

Lekker lezen
- Ga 15 minuten verder lezen in je boek.
- Let er bij het lezen op of het verhaal ook echt kan gebeuren (realistisch is).

Slide 3 - Diapositive

Stil Lezen
timer
15:00
lekker lezen

Slide 4 - Diapositive

Even herhalen
Wat weet je nog van fictie en non-fictie

Slide 5 - Diapositive

Fictie

Slide 6 - Carte mentale

Non - Fictie

Slide 7 - Carte mentale

Wat is fictie?
Betekenis: alle verhalen die verzonnen zijn, bedachte verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.
Het verhaal is geschreven om je te vermaken.

Voorbeelden:
Leesboek, stripverhaal, musical/toneelstukken en gedichten.




Slide 8 - Diapositive

Wat is non-fictie?
Betekenis: alle verhalen die niet verzonnen zijn. Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie. Je kunt de informatie ook checken op het internet.
Het verhaal is geschreven om je te informeren of instrueren.

Voorbeelden:
Autobiografie, nieuwsbericht, schoolboeken, kookboeken en een handleiding




Slide 9 - Diapositive

Fictie

science fiction
thriller / horror
fantasy
games
toneelstukken
tv-series
strips
tekenfilms
Non-fictie

krantenbericht
tijdschriftartikel
studieboek
documentaire
journaal / nieuws op tv
agenda
biografie
reisgidsen

Slide 10 - Diapositive


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 11 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 12 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 13 - Quiz


Schrijvers vertellen dingen die echt gebeurd zijn.

A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 14 - Quiz



Schrijvers verzinnen verhalen.

A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 15 - Quiz

Het boek dat je op dit moment leest, is dat fictie of non-fictie?

Slide 16 - Question ouverte

Realistisch en niet-realistisch
Een verhaal kan realistisch of niet-realistisch zijn:




Realistisch:
-Verhaal lijkt heel erg op de werkelijkheid, alles kan in het echt ook gebeuren.

Niet-realistisch:
-Verhalen met veel dingen die niet echt kunnen gebeuren.




Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Oorlogswinter is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Black Panther is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie

Slide 21 - Quiz


Het journaal is ...
A
Heel realistisch
B
Een beetje realistisch
C
Niet-realistisch

Slide 22 - Quiz

Is jouw boek realistisch of niet realistisch?

Slide 23 - Question ouverte

Thema/Verhaalsoort/Genre
Wat het thema van een verhaal is kun je soms met één woord zeggen, soms ook met een paar woorden of een zin. 

In veel verhalen kun je meerdere thema’s herkennen. Voorbeelden van thema’s zijn: vriendschap, eenzaamheid, verraad, je eigen weg kiezen gaat niet vanzelf, eerlijk zijn vraagt om moed. 




Slide 24 - Diapositive

In de bibliotheek staan pictogrammen op de boeken, zodat je kunt zien bij welk genre een boek hoort. Een genre geeft aan wat voor een soort verhaal in het boek wordt verteld, bijvoorbeeld griezelverhaal of een verhaal over geschiedenis.

Slide 25 - Diapositive

Genres
Soorten verhalen noemen we genres.
  • historische boeken;
  • detectives;
  • oorlogsverhalen;
  • sprookjes;
  • griezelverhalen;
  • avonturenverhalen;
  • liefdesverhalen.

Slide 26 - Diapositive

Waar is het thema/genre van jouw boek?

Slide 27 - Question ouverte

genre?
genre?

Slide 28 - Diapositive

Opdracht:
Pak je eigen boek er bij en bekijk welke verhaalsoort dit is. 

--> Zoek een fragment van ongeveer 5 zinnen waarin je kunt herkennen bij welk genre jouw boek hoort.
Schrijf dit over op je stencil of noteer de blz.

De klas probeert het juiste genre te raden.

Slide 29 - Diapositive