test jezelf: op de markt.

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Test jezelf

Maak de test en kijk hoeveel je al weet van de geleerde woorden.

Vertaal:
Was möchten Sie?

1. Wat wil je?
2. Kan ik helpen?
3. Wat wenst u?
4. Wat moet u?

Vertaal:
Ich hätte gern 8 Gurken.

1. Ik zou graag 8 komkommers willen hebben.
2. Ik wil 8 augurken.
3. Ik heb graag 8 augurken.
4. Ik moet 8 komkommers hebben.

Vertaal:
eine Birne

vertaal:
Kartoffeln

Zoek het juiste plaatje van
Zwiebeln

Zoek het antwoord bij de juiste vraag.

Kann ich helfen?

Sonst noch was?

Wieviel kosten die Bananen?

Wieviel möchten Sie haben?

Haben Sie auch Erdbeeren?

Ich möchte auch noch Bananen.

Die kosten €1,90 das Kilo.

2 Kilo bitte.

Was ist das?

Was ist das?

1. Zuchini
2. Erdbeere
3. Trauben
4. Obst

1. das Frut
2. das Gemüse
3. das Obst
4. der Salat

de Sinaasappel

1. der Pfeffer
2. die Orange / die Apfelsine
3. die Frucht
4. das Obst

het fruit

1. das Obst
2. der Obst
3. die Gemüse
4. das Gemüse

Groente

groente

1. Obst
2. Tomaten
3. Paprika
4. Gemüse

Maak de volgende sleepvraag:

Er staan woorden in die je misschien nog nooit gehoord of gelezen hebt.

Het gaat vast wel lukken om de goede combinaties te maken.

Auf Wiedersehen!

die Pommes

die Nudeln

die Kartoffeln

das Eis

die Suppe

der Kaffee

die Cola

der Reis

de patat

het ijs

aardappelen

de soep

de rijst

de pasta

de koffie

Tot ziens!

de cola

einkaufen

kaufen

kosten

zahlen, bezahlen

helfen

brauchen

mit Karte zahlen

suchen

sonst

bar

teuer

pinnen

betalen

boodschappen doen

anders, verder

kopen

contant

nodig hebben

duur

kosten

helpen

zoeken

Zoek de vertaling van de soorten winkels bij elkaar.

Je hebt sommige woorden misschien nog nooit gehoord of gezien, maar het gaat vast wel lukken.

die Konditorei

Metzger/Fleischerei

das Kaufhaus

die Drogerie

die Bäckerei

das Gemüse geschäft

der Supermarkt

das Kleidungs geschäft

die Eisdiele

de drogist

de supermarkt

de banketbakker

de ijssalon

de kledingwinkel

de slager

het warenhuis

de bakkerij

de groentewinkel

Kijk- en luisteropdracht.

• Bekijk de film .
• beantwoord na elk fragment de vraag.

Je gaat luisteren naar een gesprek.

Vul daarna de vraag in

Wissen Sie wo hier der Markt ist?

Beschrijf in het Nederlands de weg naar de markt.

Ich mag Birnen?

Spinat mag ich nicht.

Geef in de volgende dia's aan wat jij ervan vindt.

Magst du Birnen?

😒🙁😐🙂😃

Magst du Erdbeeren?

😒🙁😐🙂😃

Magst du Gurken?

😒🙁😐🙂😃

Was findest du von Kartoffeln?

0100

Was findest du von Kiwi?

0100

Magst du Zwiebeln

😒🙁😐🙂😃

Geef antwoord in het Duits.
Magst du Sushi?

00:48

In Duitsland krijg je statiegeld (=Pfand) voor blikjes.

Vraag: Hoeveel statiegeld krijg je voor 1 blikje?

Schrijf alleen het cijfer op.

01:52

Wat vindt Melanie zo moeilijk bij het kopen van avocado's?

1. Avocado's zijn zo duur.
2. Er zijn zo veel verschillende avocado's te koop.
3. Het is moeilijk om rijpe avocado's te vinden.

03:12

Melanie heeft alles gekregen wat op haar boodschappenlijstje stond.

Luister goed: 

Wat is het Duitse woord voor boodschappenlijst?

1. Einkaufsliste
2. Wassermelone
3. Botschaftsliste

Geef antwoord in het Duits.
Magst du Bananen?

Geef antwoord in het Duits.
Magst du Oliven?