13 november 2020

1A
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1A

Slide 1 - Diapositive

Pak je telefoon en ga naar LessonUp

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent "collège"?
A
basisschool
B
middelbare school
C
les
D
rooster

Slide 3 - Quiz

Vanaf welke Nederlandse groep gaan Franse leerlingen naar "le collège"?
A
groep 5
B
groep 6
C
groep 7
D
groep 8

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar?
De 3e klas is in het Frans "le 3ème"
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Waar eten Franse kinderen warm in de pauze?
A
Op het schoolplein
B
In de gang
C
In de kantine
D
In de klas

Slide 6 - Quiz

Les devoirs
Huiswerk voor vandaag:
Maken: ex. 6
Leren: vocabulaire A
Maken voor de volgende les: 
Chapitre 2: ex. 7
En ligne: ex. 4 als je extra wilt oefenen
In LessonUp: opdracht persoonlijk voornaamwoord & être
Leren voor de volgende les:
Chapitre 2: vocabulaire A (vanaf volgende week MO's) --> ook online oefenen!
Programme d'aujourd'hui:
(Programma van vandaag)
Corriger ex. 6, 5*
Faire ex. 7

Slide 7 - Diapositive

Corriger ex. 5*
= *opdracht, dus deze heb je alleen gemaakt als je meer uitdaging wilt

1. In de wiskundeles
2. Haar wiskundeboek
3. Het is niet haar rugzak
4. Het is de rugzak van Dylan
Corriger ex. 6
1. la classe
2. le prof
3. la gym
4. la matière
5. sévère
6. un cours
7. les maths
Woord = le livre = het boek

Slide 8 - Diapositive

Faire
Comment? Seul (alleen)
Combien de temps? 10 minutes
Fini? (klaar?) Apprendre vocabulaire A (chapitre 2) ou ex (5*)
Quoi? ex. 7
Et après? (en daarna?) corriger dans le cours de 19-11

timer
1:00

Slide 9 - Diapositive

ik 
jij
hij  / zij / men
wij
jullie / u
zij
zij 
vous
je
nous
ils
il / elle / on
tu
elles

Slide 10 - Question de remorquage

Het werkwoord être
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Diapositive

Les devoirs
Huiswerk voor vandaag:
Maken: ex. 6
Leren: vocabulaire A
Maken voor de volgende les: 
Chapitre 2: ex. 7
En ligne: ex. 4 als je extra wilt oefenen
In LessonUp: opdracht persoonlijk voornaamwoord & être
Leren voor de volgende les:
Chapitre 2: vocabulaire A (vanaf volgende week MO's) --> ook online oefenen!
Programme d'aujourd'hui:
(Programma van vandaag)
Corriger ex. 6, 5*
Faire ex. 7

Slide 13 - Diapositive

Vocabulaire A

Slide 14 - Diapositive

Les nombres 0 - 20
  • Welke groep kan het snelst in juiste volgorde de getallen op noemen?
  • Iedereen zit.
  • 1 voor 1 zegt iemand een getal (0, 1, 2, etc) tot jullie bij 20 zijn.
  • Als je het getal goed hebt, mag je gaan staan. Fout = blijven zitten en in de volgende ronde weer proberen.

Slide 15 - Diapositive

1C

Slide 16 - Diapositive

Pak je telefoon en ga naar LessonUp

Om 11:35 moet je zijn ingelogd, dan beginnen we
Leg ook alvast je boeken op tafel
Als we klaar zijn met de quizvragen doe je je telefoon weer weg

Slide 17 - Diapositive

Wat betekent "collège"?
A
basisschool
B
middelbare school
C
les
D
rooster

Slide 18 - Quiz

Vanaf welke Nederlandse groep gaan Franse leerlingen naar "le collège"?
A
groep 5
B
groep 6
C
groep 7
D
groep 8

Slide 19 - Quiz

Waar of niet waar?
De 3e klas is in het Frans "le 3ème"
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Waar eten Franse kinderen warm in de pauze?
A
Op het schoolplein
B
In de gang
C
In de kantine
D
In de klas

Slide 21 - Quiz

Les devoirs
Huiswerk voor vandaag:
Maken: ex. 1 t/m 6
Leren: vocabulaire A
Maken voor de volgende les: 
Chapitre 2: ex. 7
En ligne: ex. 4 als je extra wilt oefenen
In LessonUp: opdracht persoonlijk voornaamwoord & être
Leren voor de volgende les:
Chapitre 2: vocabulaire A (vanaf volgende week MO's) --> ook online oefenen!
Programme d'aujourd'hui:
(Programma van vandaag)
Corriger ex. 1, 2, 3
Faire ex. 4
Corriger ex. 4, 5*, 6
Faire ex. 7

Slide 22 - Diapositive

Corriger
Ex. 1, 2, 3

Slide 23 - Diapositive

Faire
Ex. 4a
Lees de tekst en beantwoord de vragen

Ex. 4bc
Lees de vragen door, daarna luisterfragment

Slide 24 - Diapositive

Corriger ex. 5*
= *opdracht, dus deze heb je alleen gemaakt als je meer uitdaging wilt

1. In de wiskundeles
2. Haar wiskundeboek
3. Het is niet haar rugzak
4. Het is de rugzak van Dylan
Corriger ex. 6
1. la classe
2. le prof
3. la gym
4. la matière
5. sévère
6. un cours
7. les maths
Woord = le livre = het boek

Slide 25 - Diapositive

Faire
Comment? Seul (alleen)
Combien de temps? 10 minutes
Fini? (klaar?) Apprendre vocabulaire A (chapitre 2) ou ex (5*)
Quoi? ex. 7
Et après? (en daarna?) corriger dans le cours de 18 -11

timer
1:00

Slide 26 - Diapositive

Les devoirs
Huiswerk voor vandaag:
Maken: ex. 1 t/m 6
Leren: vocabulaire A
Maken voor de volgende les: 
Chapitre 2: ex. 7
En ligne: ex. 4 als je extra wilt oefenen
In LessonUp: opdracht persoonlijk voornaamwoord & être
Leren voor de volgende les:
Chapitre 2: vocabulaire A (vanaf volgende week MO's) --> ook online oefenen!
Programme d'aujourd'hui:
(Programma van vandaag)
Corriger ex. 1, 2, 3
Faire ex. 4
Corriger ex. 4, 5*, 6
Faire ex. 7

Slide 27 - Diapositive