3. Cultuur van het moderne - theater

1. Cultuur van het moderne 
Theater
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1. Cultuur van het moderne 
Theater

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
o Ik begrijp het streven naar VERNIEUWING; breuk met het verleden (van 19e naar 20e eeuw)
o Ik kan uitleggen wat wordt bedoeld met het uitdrukken van innerlijke gevoelens van kunstenaar, zoals angst en vervreemding (kernconcept: EXPRESSIE EN VERVREEMDING)
o Ik weet/herken hoe kunstenaars de essentie van elke discipline onderzoeken (kernconcept: ONDERZOEK NAAR GRONDSLAGEN)
o Ik weet wat episch theater en vervreemdingseffecten (Brecht) zijn
o Ik weet  wat method acting is (Stanislavski)
Begrippen: episch theater, vervreemdingseffecten, psychologisch realisme (Stanislavski), Bauhaus

o Ik weet welke begrippen bij kunstanalyse theater horen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theater cultuur van het moderne?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef hier aan welke verschillen er zijn tussen 19e eeuw theater en cultuur moderne theater.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Context
  • Periode eerste helft 20e eeuw​
  • Grote veranderingen in de westerse samenleving en kunst​
  • Ontstaan verschillende kunststromingen​
  • Grootste idealen: Idee dat met kunst de wereld verandert/verbetert kan worden (utopie)​
  • Afstand van academische regels, breken met het verleden​
  • Origineel zijn, unieke werken, onafhankelijk (autonoom)​
  • Avant-garde; grote vernieuwingen in de kunst​
  • Onderzoek naar de essentie van kunst. Ontstaan van abstractie, expressie en vervreemding.​








Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Context
Ik weet dat kunstenaars BREKEN MET HET VERLEDEN: overgang van 19e naar 20e eeuw.
Ik begrijp wat de Russische revolutie en WO1 en WO2 voor invloed hebben gehad op de kunsten.
Ik weet wat de invloed van de TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN op de kunsten is (bv elektrisch licht, auto, treinen, radio)
Ik begrijp welke maatschappelijke verhoudingen ter discussie staan (zoals socialisme, nationalisme versus internationalisme, eerste feministische golf en emancipatie van de vrouw)
Nieuwe denkers (zoals Darwin, Freud)


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees in je boek en de syllabus over theatervernieuwers en schrijf de begrippen op die worden gebruikt om modern theater te beschrijven

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

A. benoem 1 kenmerk dat typerend is voor deze vorm van theater.
B. Geef aan hoe deze theatermaker breekt met de traditionele kunstregels.


Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Pagina's uit het boek
Erwartung p.170,
Machinal p.170,
Theater van de wreedheid, p.176,
Ballet Mechanique, p. 180, 
Toneel Meyerhold, p.188,
 Mahagonny, p.194.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kernconcepten
  • VERNIEUWING EN VOORUITGANGSDENKEN​
  • ONDERZOEK NAAR GRONDSLAGEN​
  • EXPRESSIE EN VERVREEMDING​



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

19e eeuw
20e eeuw
VERNIEUWING EN VOORUITGANGSDENKEN: Breken met het verleden​

Slide 13 - Diapositive

Het academische (klassieke) ballet met zijn vaststaande pasjes en het streven naar sprookjesachtige gewichtloosheid vindt de avant-garde niet meer interessant. 
Naturalistisch theater uit de 19e eeuw
Met deze stijl van theater maken wilden de avant-garde breken!

  • Decors en kostuums zo echt mogelijk
  • Acteurs acteren zo natuurlijk mogelijk
  • Vierde wand: doen alsof er geen publiek is
  • Verhaallijnen uit het echte leven


Kersentuin van Tsjechov (psychologisch drama)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Ghosts has been filmed, and adapted for film and television, numerous times in various languages. It was adapted at least three times for silent films. In 1915, George Nichols directed a film of the same name for producer D. W. Griffith. Mary Alden and Henry B. Walthall starred.[ 
Vormgeving theater
Spel:
Lichaam
Stem
Speelstijl
Mise-en-scène

Theatervormgeving:
Locatie
Decor
Kostuum
Grime en hairstyling
Rekwisieten
Attributen
Belichting
Muziek
Geluid en geluidseffecten

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eind negentiende eeuw wordt het door de invoering van elektrisch licht mogelijk de zaallichten te doven tijdens uitvoeringen. Dat, gecombineerd met lijsttoneel, maakt dat de voorstelling voor toeschouwers meeslepender en overtuigender wordt.
Leg dit voor beiden uit.
Ook het zogenaamd vierdewand-theater werkt mee om de illusie te versterken.
Geef hiervoor een verklaring.

Slide 17 - Question ouverte

Antwoord
Door het doven van de zaallichten moet de kijker zich noodgedwongen wel richten op het verlichte toneel. Hij wordt bij het kijken niet afgeleid door andere zaken. Het lijsttoneel creëert een ‘kijkdoos’ en concentreert zo de actie.
De ‘vierde wand’ is de opening naar de zaal. Die wordt door de acteurs genegeerd. Men reageert niet op het publiek, maar slechts op de medeacteurs, wat de illusie vergroot.

VERNIEUWING EN VOORUITGANGSDENKEN
  • In de jaren na WO1 wordt het naturalisme doorbroken door theatermakers als Meyerhold en Bertold Brecht. Zij willen de illusie doorbreken dat wat zich op het toneel afspeelt echt is. Zij willen het publiek actief betrekken bij de inhoud van het theaterstuk (vaak politiek getint zoals bij Brecht).





Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ONDERZOEK NAAR GRONDSLAGEN
  • Essentie
  • Abstractie
  • Onderzoekend

Meyerhold ontwikkelt na de Russische revolutie een nieuwe acteertechniek: de biomechanica. Theater niet alleen ter ontspanning maar als ondersteuning van het arbeidsproces. De vorming van de nieuwe mens.
Acteurs gaan ritmisch te werk met veel uithoudingsvermogen (zoals in de fabriek). Meyerhold bedenkt de lichaamshoudingen die gebruikt kunnen worden om een emotie of rol weer te geven. Decors zijn constructivistische bouwsels, kostuums zijn uniformachtig. Publiek doet mee in de vorm van een optocht.







Slide 19 - Diapositive

Het constructivisme eist van de kunstenaar dat hij een ingenieur wordt. De kunst moet een wetenschappelijke basis hebben en voortkomen uit de organisatie van zijn materiaal, zijn vaardigheid om zijn lichaam goed te gebruiken. Om dat te bereiken moet zijn lichaam getraind worden en moet hij het 'mechaniek' van zijn lichaam kennen. Gymnastiek, acrobatiek, dans, ritme, boksen en schermen zijn alle nuttig in dienst van de biomechanica. Dat is het hoofdvak voor iedere constructivistische toneelspeler.

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Om te kunnen acteren moeten acteurs van Meyerhold een idioom aan ‘mechanische’ bewegingen aanleren die afkomstig zijn uit dans, sport en de acrobatiek. Ook hier dient de arbeid als inspirator.
Leg dit uit.

Slide 21 - Question ouverte

Meyerhold ziet relatie tussen dans en arbeid. Bewegingen uitgevoerd door een ervaren arbeider die aan het werk is, doen denken aan ‘de lichtvoetigheid van de dans’.

Bekijk afbeelding 1 en 2. Ljubov Popova, een kunstenares, werkt samen met Meyerhold en ontwerpt kostuums en decors voor de regisseur.

De decors worden trappen en vormen vol betekenis om de vooruitstrevende en dynamische kwaliteiten van het nieuwe Rusland te tonen. De kostuums lijken op uniformen en overalls.


Leg voor zowel het decor als het kostuum uit hoe ze meewerken aan Meyerholds ideeën.

Slide 22 - Question ouverte

Decor
- Het toneelbeeld is abstract of niet-realistisch: geen kijkkasttoneel, maar een constructie van trappen, verhogingen, wielen/raderen, een verwijzing naar industrialisatie en techniek. De constructie van een werkelijkheid. Kostuum
- De ruimvallende kostuums geven bewegingsvrijheid voor de biomechanische bewegingen van de acteurs.
- De kostuums zijn voor ieder gelijk: dramatische karakters zijn er niet. De acteur is een arbeider in dienst van de opbouw van de nieuwe maatschappij.
- De uniforme kostuums laten zien dat het niet gaat om het individu, maar om het uitdragen van een collectief.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de brontekst. Niet iedereen deelt de ideeën van Stanislavski. Zo vindt regisseur Vsevolod Meyerhold dat het theater moet breken met het ‘kijkkasttoneel’. Hij ziet daarnaast de acteur als een ‘mechanisch construct’. Zijn constructivistisch theater van na de Russische Revolutie toont een heel andere visie op acteren en acteurs en de rol van het theater.

Geef aan wat Meyerholds visie op acteren, acteur en theater is.

Slide 25 - Question ouverte

Acteren
- Dat is arbeid, noodzakelijke productie om het arbeidsproces te ondersteunen en zo mee te werken aan de totstandkoming van de nieuwe communistische maatschappij. Acteurs
- Acteurs zijn materiaal/een object waar een regisseur aanwijzingen aan geeft die de acteur middels training onmiddellijk adequaat uitvoert. Theater
- Theater is een middel om de postrevolutionaire, communistische nieuwe mens mee te vormen.

BRON
( ...)de kunst moet door de nieuwe klasse als iets wezenlijks, iets onontbeerlijks gebruikt worden. iets dat het arbeidsproces van de arbeiders ondersteunt en dan niet alleen in de zin van ontspanning. Niet alleen de vormen die wij voortbrengen, moeten veranderd worden maar ook de methode. ( ...) 

De arbeid van toneelspelers moet in de arbeidersmaatschappij als productie beschouwd worden, die voor de goede organisatie van de arbeid van alle burgers noodzakelijk is.

 ( ... ) Als men een ervaren arbeider bij zijn werk observeert, merkt men in zijn bewegingen het volgende op: 1 het ontbreken van overbodige, onproductieve bewegingen 2 ritmiek 3 het vinden van het juiste zwaartepunt van zijn lichaam 4 het uithoudingsvermogen De bewegingen die op deze basis opgebouwd zijn, onderscheiden zich door de 'lichtvoetigheid van de dans'. Het arbeidsproces van een ervaren arbeider doet altijd aan dansen denken; hier ligt het raakvlak van de arbeid en de kunst.( ... ) In de persoon van de toneelspeler valt de organisator samen met dat wat georganiseerd moet worden (dat wil zeggen de kunstenaar en zijn materiaal).
 1930

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bron vervolg
In een formule uitgedrukt ziet dat er zo uit: N = A 1 + N waarbij N de toneelspeler is, A1 de constructeur, die een bepaalde bedoeling heeft en aanwijzingen tot realisering van deze arbeid geeft.
 N is het lichaam van de toneelspeler die de opgaven van de constructeur (de eerste A) uitvoert en realiseert.
 
De toneelspeler moet zijn materiaal- het lichaam- zo trainen dat hij de van buiten (door de toneelspeler respectievelijk de regisseur) opgedragen opgaven ogenblikkelijk kan uitvoeren. ( ...) Het theater wordt veeleer een vertrekpunt voor de vorming van de nieuwe mens. Uit: Vsevolod Meyerhold, Rekonstruktionen des Theaters,

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ONDERZOEK NAAR GRONDSLAGEN
  • Essentie
  • Onderzoekend
  • Onderzoek doen naar grondslag
  • en met gelijkgestemden
Konstantin Stanislavsky > ontwikkelt een acteerstijl die onderricht wordt

Stanislavsky perfectioneert het naturalistisch acteren door een methode waarmee acteurs zich volledig moeten inleven in hun rol: de Stanislavsky-methode. Ook wel bekend als method-acting. 

In Hollywood is deze techniek nog altijd populair: hier top 10 acteurs/actrices
 





Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

EXPRESSIE
  • Stanislavski- methodacting
  • Acteren is niet imiteren, maar moet gehaald worden uit werkelijke emotie.
  • Putten uit eigen verborgen gevoelens
  • Acteurs dompelen zich in echte leven eerst onder in hun rol (een acteur kan beter een patient spelen als hij echt een tijdje tussen patienten heft doorgebracht)


Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De Russische regisseur Konstantin Stanislavski wil dat theater voor de toeschouwer een zo groot mogelijke illusie is. Hij moet meegesleept worden door het verhaal en zich niet bewust zijn van het feit dat hij naar theater zit te kijken. Daarvoor voert hij een wijze van acteren in die in de V.S. ‘method acting ‘ wordt genoemd.
Leg uit wat met deze wijze van acteren bedoeld wordt en waarom dit de illusie van werkelijkheid vergroot.

Slide 31 - Question ouverte

Method acting is een doorleefde manier van acteren, waarbij de acteur als het ware in de huid van de rol kruipt en die niet wil spelen, maar ‘zijn’.

VERVREEMDING
  • Cabaret en dada, Hugo Ball start begin van het dadaïsme
  • Het cabaret werd opgericht ter bespotting van de gangbare 'idealen van de cultuur en van de kunst’ 
  • Experimenteel van karakter
  • Bizarre en absurde voordrachten





Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

VERVREEMDING
Bertold Brecht: Episch theater

Brecht is ervan overtuigd dat theater meer mogelijkheden heeft dan enkel vermaak. Hij wil geen theater maken dat mensen in slaap sust, hij wil theater maken dat inzicht geeft. Waarbij voor Brecht inzicht in de maatschappelijke en politieke situatie voorop staat. Theater kan en moet de wereld veranderen, vindt Brecht.


Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VERVREEMDING
Vervreemdingseffecten
Inzicht geven, niet de emotie maar de ratio aanspreken, is een van de belangrijkste uitgangspunten van het episch theater. Om te bereiken dat het publiek zich niet te zeer door het verhaal laat meeslepen zet Brecht – en later andere theatermakers – zogenaamde ‘vervreemdingstechnieken’ in. Met die technieken wordt afstand gecreëerd.






Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VERVREEMDING
Vervreemdingseffecten= Doorbreken van de illusie van het theater:

  • Acteurs richten zich tijdens het spel rechtstreeks tot het publiek
  • Er is een verteller als ‘voice-over’
  • Acteurs beginnen plotseling te zingen
  • Tijdens het spel verkleden de acteurs zich
  • Tijdens het spel wordt het decor gewisseld
  • Acteurs lopen de zaal in



Brecht wil de toeschouwer dwingen om objectief, zelfstandig en kritisch te oordelen.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions